GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 105

Bekijk het origineel

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 105

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

93 king te leveren, doet vermoeden dat deze beperking van het onderwerp de instemming van het Congresbestuur zal hebben. De conclusies waartoe wij zullen komen, zullen, naar het mij voorkomt, mutatis mutandis ook gelden voor Gods openbaring in de geschiedenis. De onderscheiding tusschen algemeene en bijzondere openbaring is geheel Schriftuurlijk en daardoor volkomen gemotiveerd. Op tal van plaatsen in de Heilige Schrift ~ met name in Job en het boek der Psalmen — wordt er op gewezen, dat God zich openbaart in de natuur rondom ons, dat hij daarin zijn eeuwige kracht en goddelijkheid ten toon spreidt. Door de Christelijke theologie is deze algemeene openbaring te allen tijde eenparig aangenomen en verdedigd '). Inzonderheid door de Gereformeerde theologen, zoo voegt Bavinck er bij, werd deze algemeene openbaring gehandhaafd en gewaardeerd. Van Gods openbaring in de natuur kan de mensch kennis nemen. Hij kan haar verstaan. De Christelijke theologie heeft het veelal zoo gezien, dat dit kennis kunnen nemen van Gods openbaring, het voorrecht van den mensch is, omdat hij geschapen is naar Gods beeld. Deze schepping van den mensch naar Gods beeld roept verwantschap in het leven, verwantschap tusschen ons geestelijk bestaan en het geestelijk bestaan van onzen God -). Niemand, zegt de apostel Paulus, weet wat in den mensch is, dan de geest des menschen. Zoo weet ook niemand wat in God is, dan de Geest van God. En dan laat hij er op volgen, dat ons die Geest geschonken is. „Doch wij hebben niet ontvangen", zoo schrijft hij, „den geest der wereld, maar den Geest, die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn" (1 Cor. 2 : 12). Wanneer de mensch niet naar Gods beeld geschapen was, dat zou hij misschien nog wel feiten kunnen constateeren, maar toch niets verstaan van de gedachten Gods, 1) Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek I, 521. 2) Kuyper, Pro Rege III, 443.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 144 Pagina's

1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 144 Pagina's