1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 38

34 daar een spaarzame toepassing en een fragmentarische realiseering vond. Waar wij hier dus te doen hebben met een begripsmatige verbinding van grootheden, die voor velen een tegenstelling vormen, een bepaalde combinatie, die hun onderlinge verhouding wil regelen, daar dienen wij toch eerst een stap terug te treden om ons te bezinnen, of geloof en wetenschap überhaupt twee terreinen zijn, die elkander raken, of de term Christelijke Wetenschap geen contradictio in adjecto bevat, — en dan of de regeling hunner wederzijdsche relatie's, in dit begrip ons geboden, ons kan voldoen, m a.w. of het nu ook werkelijk zin heeft te spreken van een Christelijke wetenschap. Het zal dan blijken, dat bij de poneering dezer idee de moeilijkheden eerst recht beginnen! Over de verhouding van Geloof en Wetenschap wordt in onzen tijd in hoofdzaak drieërlei meening verdedigd: Eerstens die, waarbij zij als geheel onafhankelijk van elkander worden voorgesteld, dan die, volgens welke het geloof op de wetenschap rust en tenslotte die, welke men veel in Calvinistische kringen vindt, waarbij de wetenschap rust op het geloof '). De meest aantrekkelijke oplossing zou ongetwijfeld de perste zijn, omdat ze alle moeilijkheden met één slag uit den weg schijnt te ruimen, en de gelegenheid tot conflicten eenvoudig opheft. Naar dit inzicht liggen de regionen van wetenschap en geloof zoover van elkaar, dat de verwarde geluiden van het bedrijvig terrein, waar de wetenschap moeizaam en rusteloos arbeidt, onmogeliik kunnen doordringen tot de contemplatieve erve der religie, waar r^e mensch na volbrachte dagtaak in vrome devotie deint op de golven van zijn religieus sentiment. Zulk een principieele scheiding tusschen deze beide uitinfen van den menschelijken geest echter kan eerst bTG'kt nadat men öf het geloof van één zijner wezsnlijk,ste functie's heeft ontdaan en herleid heeft tot gevoel of tot wil, 5f het wetenschapsbegrip heeft versmald tot op positivistische afmeting. Er heerscht dus lang geen eenstemmigheid over de vraag, wat men onder geloof heeft te verstaan. Ook al 1) Zie: Hermanides. Over den grondslag der Wetenschap. Dif orgaan 1906 pag. 5. t»

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen