GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

64 HET EINSTEIN-EFFECT. De behandeling van het Einstein-effect hangt nauw samen met de vraag, hoe of inderdaad en bij voortduring, eene stralende zon mogelijk is. In ruwe trekken stelle men zich, volgens Russell-Eddington de wording, het bestaan en het afsterven van een zon ongeveer als volgt voor. In den beginne was er een groote ijle, ronde, reusachtig uitgestrekte donkere nevelvlek, die zich langzaam begon samen te trekken, en daardoor warmer werd. Bij nog verdere samentrekking geraakte deze nevelvlek als een gasbol in gloeiïng en werd allengs als een reusachtig groote roode ster zichtbaar. In den loop der eeuwen nam de samenballing en de warmtegraad van deze ster al meer en meer toe, en werd de kleur geelachtig. Bij nog grootere samentrekking werd de maximum toestand van lichtkracht bereikt en werd de ster wit. Daarna begint de langzame afkoeling, want het verlies aan uitgestraalde warmte wordt niet meer in evenwicht gehouden door de warmte, die vrij komt bij verdere contractie. De kleur van de ster begint dan te verbleeken en bereikt door het gele hesn weder het roode. Intusschen wordt ook de omvang kleiner, doch het soortelijk gewicht neemt toe. Volgens deze theorie hebben wij dus heel soortelijk lichte roode reuzensterren en heel soortelijk zware roode dwergsterren. Bij nog verdere afkoeling zou tenslotte de ster uitdoovcn en voor ons onzichtbaar worden. Zoo is b.v. flntares, de helderste ster uit de Schorpioen, een bekende roode reuzenster. Betelgeuze (a-Orionis) is een oranje-roode reuzenster, die ruim 330 maal zoo groote middeUijn heeft als onze gele zon, die tot de dwergsterren behoort. Evenwel voldoet deze theorie, hoe geniaal ook, niet in allen deele. Zoo is het b.v. niet goed verklaarbaar, hoe onze zon. waarvan men aanneemt, afgeleid uit de duizenden van jaren lange ontwikkelingsfazen der aarde, dat zij niet noemenswaard van temperatuur is veranderd, zoo lang deze temperatuur heeft kunnen behouden. Ook werden er witte heel soortelijk zware dwergsterren als o.a. de begeleider van Sirius (S. G. 30.000) bekend. Geen enkele theorie hiervoor bedacht, voldeed geheel, totdat /\lbert Einstein op de schitterende gedachte kwam, dat stof en energie wezensgelijk zijn en dat stof in energie kan overgaan. Hlles wat materie of stof is, heeft zwaarte en traagheid. Indien nu energie, die wij in verschillende vormen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's