GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1930 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

Bekijk het origineel

1930 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

I voed, — in Noorwegen ontspringen uit één groot, vlak firnveld verscheidene gletschers. Deze gletschers hebben grooter oppervlak dan de alpine; de beide grootste en meest-bekende zijn de Jostedalsbrae met 855—1076 K.M.^ en de Scartisengletscher (Svartisen = zwart ijs), die bij pl.m. 50 K.M. lengte soms een breedte van 30 K.M. bezit. Zij vooral vertoonen treffend den overgang van het alpine gletschertype tot het land-ijs, zooals dat in het diluvium Scandinavië en Finland (Fennoscandia) als een ijsvloed heeft overdekt, en waarvan zij restanten zijn, die op groote hoogte zijn gespaard gebleven. Het Finsch-Scandinavisch landijs heeft een grooten, veel-beslissenden invloed gehad op de hoogere bodemlagen van alle landen om dit groote middelpunt heen. Het vormde de keileemlagen in de diepte en aan de oppervlakte van het noordelijk gedeelte van Nederland, en vervormde de oppervlakte van zuidelijker gedeelten èn door het ijs èn door het daaruit ontstane smeltwater. Het modelleerde Jutland en de Deensche eilanden — geheel Noord-Duitschland en al het land ten Z. O. en O. der Oostzee, tot aan de Groote Russische waterscheiding. In al deze landen vindt men duidelijke sporen van een ijsoverdekking, die haar centrum in Fennoscandia had; — daardoor zijn wij in onze noordelijke provinciën in staat, studie van tal van gesteenten te maken, die onzen bodem eigenlijk vreemd zijn. Natuurlijk had dit landijs nog grooter invloed in de directe nabijheid van zijn centrum. De fjorden, als door glaciale erosie gebracht tot hun tegenwoordigen vorm, noemde ik U reeds. Maar geheel Noorwegen en Zweden vertoont overal de sporen van den ijstijd en de ijsbedekking. Deze geweldige ijsmassa, die glijdend en schurend over Noorwegens rotsigen ondergrond schoof, verwijderde totaal allen tot dien tijd daarop gevormden verweeringsgrond en sleep alle uitstekende punten en kanten weg. Door steenen, die het ijs onder grooten druk er over voerde, werden in het gladgeschuurde rotsoppervlak de gletscherkrassen gegraveerd, die tot heden de waardevolle getuigen van het diluviale verleden zijn, daar zij aanwijzen, uit welke richting het ijs kwam, dat de krassen veroorzaakte. In geheel Noorwegen zijn de rondachtige, gekraste rotsen, de z.g.n. „rondkoppen" of „hardkoppen", een typische verschijning, en talrijke voor de kust liggende eilanden vertoonen dien vorm ideaal. Het zijn uit den aard der zaak de hardste gesteenten, die door de schuring van het gletscherijs worden afgerond en gepolijst: de zachtere gesteenten worden geheel vergruisd en weggevoerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 95 Pagina's

1930 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 95 Pagina's