1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 140
134 felijk, dat ze tot ruïneering van onze samenleving zullen leiden, als God het niet verhoedt, daar komt toch wel de vraag op, of juist nu voorzichtigheid niet dubbel noodzakelijk is €n er nu meer dan ooit ook offers van ons moeten worden geëischt. Meerdere malen heb ik den laatsten tijd met medici over deze materie gesproken en telkens werd me gevraagd : maar wat moeten we nu tenslotte in een concreet geval doen. 'k Kan me voorstellen, dat men gaarne in een concreet geval iemand uit zijn moeilijkheden wil helpen, hier dan door hem den weg der preventieve middelen toe te staan. Maar beseft men wel, dat, als hier ons gebruikelijk 'Christelijk standpunt gewijzigd wordt in bedoelde richting, dat de meest geweldige gevolgen kan hebben, niet het minst in een zoo hoogst critieke situatie, als waarin we met het huwelijksprobleem in onze dagen verkeeren. En daarom meen ik, dat het eenige, dat wij hier èn als medici èn als predikanten kunnen doen, is de menschen, die tot ons komen met hun moeilijkheden, zoo breed en zoo ernstig mogelijk te doen zien, wat naar de verschillende zijden aan deze zaak vast zit en zooveel mogelijk van directen raad of advies ons te onthouden. Tenslotte hebben wij met volwassen menschen te doen, die zelf verantwoordelijkheid dragen en moeten dragen voor hun daden. Maar wat wij in ons beiderlei functie wel kunnen doen en wat ook een bij uitstek mooie dankbare roeping voor ons is, het is te trachten zooveel mogelijk de menschen sexueel op te voeden. Dat wil allereerst zeggen : ze eerbied bij te brengen ook voor het sexueele leven, ze te laten zien, dat het daar allerminst om iets minderwaardigs gaat, maar om een van de heerlijkste sferen in ons menschelijk leven, om iets dat ook geestelijk de hoogste scheppende waarde bezit. In dit opzicht lijkt me een boek als dat van Dr. Honig en Tazelaar over „Het Huwelijksprobleem" met zijn prachtige synthese van idealisme en werkelijkheidszin veel meer waard dan elke zoogenaamde rechtstreeksche oplossing van het vraagstuk, dat ons bezighoudt. Maar niet alleen dienen we ze de schoonheid ook van het sexueele leven te doen zien, daarnaast komt het er niet minder op aan ze te doen verstaan, dat we hier, om in de taal van Otto te spreken, staan voor 'n mysterium fascinosum, zeker, maar óók tremendum, voor een sfeer, die naar het woord van Kohnstamm, in zijn boek over „Paedagogische en ethische vragen op het gebied van het sexueele leven", mag heeten de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's