1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94

90 dat vele natuurwetenschappelijke menschen er niets geen heil meer te zien. Vele theologen houden zich liever aan de door de aardlagen heengezakte fossielen, waarover de inleider heeft gesproken, of verklaren de teekeningen op de grotwanden in Spanje en Frankrijk voor het werk van imiteerende dieren, zooals ik zelf eens hoorde. Geheel anders staat de zaak met mannen als Bavinck. Niemand van ons, die niet met groote dankbaarheid en eerbied op zijn levenswerk ziet. Toch heeft de referent zeer goed gedaan om hem nu te bestrijden en daarbij niet uit het oog te verliezen, dat Bavinck meer dan 25 jaar geleden leerde wat nu moet weersproken worden om den stand der vraagstukken wetenschappelijk juist en eerlijk te stellen. Bavinck was feitelijk concordist, en dat is Dr. van Deursen blijkbaar heden ten dage nog en zoo zijn er nog wel meer. De referent heeft weer laten zien dat dit standpunt onhoudbaar is en ik stem in alle opzichten met hem in. flUeen heeft referent Dr. van Deursen op één punt wellicht misverstaan, n.l. als Dr. v. D. de vrijmoedigheid tot het schrijven van zijn boekje zegt ontleend te hebben aan het onweersproken blijven zijner publicaties in de Chr. Encyclopaedie. Dat geschrift wordt alleen in Christelijke kringen geraadpleegd. De wetenschappelijke bladen of werken zijn niet gewoon met dergelijke geschriften te polemiseeren. Neen, Dr. v. D. is niet zoo naief, maar meende concordistisch tot nogal tamelijk verstrekkende conclusies te komen, zoodat hij aan de mogelijkheid van een theologischen aanval zal hebben gedacht. En nu mocht hij in zijn boekje wel net zoo ver gaan als in de encyclopaedie. Wat betreft de opmerking van Dr. Verloop in deze discussie, n.l. „dat steenen en beesten ons immers niet kunnen helpen ter verlossing", wil ik opmerken, dat ik het in den zin, dien Dr. V. bedoelt, wel er mee eens ben natuurlijk, maar dat de voordracht van den heer Verseveldt mij anderzijds wel heeft doen zien, hoe de gegevens van steenen en beesten (aardlagen en fossielen) ons wel weer kunnen verlossen in geheel anderen zin van sommige deductief opgerichte theologische systeemstaketsels, die een eenvoudig geloof van een natuurwetenschappelijk gevormd Christen den weg kunnen versperren. De VOORZITTER : Ik wensch allereerst een opmerking te maken en 'n vraag te stellen naar aanleiding van hetgeen door Dr. Gerbrandy is opgemerkt. De bijzondere openba-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen