1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79

75 tot oogenblik de geheele natuur, in al haar onderdeelen, onderhoudt en ook bestuurt. Zijn trouw daarin waarborgt de vastheid in het normale natuurgebeuren en rechtvaardigt ons vertrouwen in den vasten gang der dingen. Wij lezen door ons onderzoek der natuur dien vasten gang en de betrekkingen en verbanden waarop deze berust, af. Daaruit volgt nog niet, dat de natuur een in zich zelf gesloten geheel is, of dat het natuuronderzoek tot een algemeene wet of principe moet leiden, waaraan de natuur is onderworpen. Wij vinden wel vaste betrekkingen en verbanden, en wij noemen ze vaak „wetten". Maar een uitdrukking als : „Dit natuurverschijnsel wordt door die of die wet beheerscht", is misleidend. Niet de wet, maar de Wet^euer heerscht en realiseert zijn wil in de natuur. Dr. KRANS vroeg een nadere uiteenzetting over wat Prof. S. verstond onder organiese kausaliteit, speciaal of deze in wezen verschillend kon zijn van wat tot nu toe in de physica onder kausaliteit verstaan werd. Vervolgens wilde hij een paar opmerkingen maken, mede naar aanleiding van de vragen door anderen gesteld. Niet, omdat hij zich met de voorstelling van prof. S. niet verenigen kon, als wel om enkele punten wat meer naar voren te brengen. Ten eerste over de voorstelling, die men zich van een elektron maken moet. Uit verschillende door prof. S. vermelde proeven volgt duidelik, dat zowel materie als straling een dubbele verschijningsvorm bezitten, doordat hun gedrag nu eens met dat van golven, dan weer met dat van deeltjes gelijkenis vertoont. Nu kan materie niet tegelijk uit golven en uit deeltjes bestaan, daarvoor zijn beide voorstellingswijzen te verschillend. Zowel het golfbegrip als het deeltjesbegrip hebben wij ontleend aan de ervaringen van ons dagehks leven — het behoeft dus niet zo erg te verwonderen, dat geen van beide voorstelHngen toepasselik zijn op de laatste bouwstoffen der natuur i.e. elektronen, protonen en fotonen. Experimenteel is slechts aangetoond, dat in sommige proeven deze substanties zich als deeltjes gedragen, daaruit volgt nog niet, dat zij alle attributen van de deeltjesvoorsteUing bezitten. In andere proeven gedragen zij zich als een golfbeweging, daaruit volgt niet, dat zij alle attributen ervan hebben. Men kan nu van het gedrag der elektronen op twee volkomen gelijkwaardige manieren een beschrijving m ruimte en tijd geven, — voor beide zijn echter

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen