GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 82

Bekijk het origineel

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 82

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

78 men, dus nooit afbeelden in onze gewone aanschouwingsvormen. Dr. SIZOO : Met de opmerkingen van Dr. Krans ga ik over het algemeen accoord. De parallel, die Dr. Krans trekt tusschen de relativiteitstheorie en de moderne quantentheorie lijkt mij toch meer formeel. Het is waar, dat in beide gevallen de grootte (resp. de grootheid en de kleinheid) van een natuurconstante maakt, dat wij in het dagelijksch leven ons om de finesses, die de theorie interesseeren, weinig behoeven te bekommeren. Maar de overgang van de voorstelling van het dagelijksch leven tot het theoretisch inzicht lijkt mij bij de relativiteitstheorie geleidelijk te voltrekken, bij de quantentheorie daarentegen stuit men op de principieele tegenstelling : determinisme of indeterminisme. De eindige uitbreidingssnelheid van het licht is dan ook, zelfs zonder experimenteele gegevens, een gemakkelijk te aanvaarden gedachte. Veel moeilijker is het zich met het bestaan van een elementair, niet oneindig klein, werkingsquantum, vertrouwd te maken, zelfs wanneer vele experimenteele gegevens op dit bestaan wijzen. De bewering, dat de „huidige physica toch ook een tweede beschrijving bezit, welke wel causaal is", kan tot misverstand aanleiding geven. In mijn referaat heb ik hetzelfde gezegd, maar er dan tegelijk de aandacht op gevestigd dat deze beschijving in de meer dimensionale fasenruimte een niet-aanschouwelijk, symbolisch karakter draagt. Dr. Krans erkent dit trouwens zelf weer, wanneer hij spreekt over de „statistische verbindingsbrug", die de beschrijving in de fasenruimte met de beschrijving in de gewone aanschouwingsvormen verbindt. Voor mijn besef heeft de beschrijving in de fasenruimte meer het karakter van een mathematisch hulpapparaat. De vraag of in de natuur reëele physische oorzaken werken, die den afloop der gebeurtenissen genoegzaam bepalen, wordt door haar dan ook niet bevestigend beantwoord. Veeleer luidt het antwoord ontkennend, zoodra de golffunctie als een waarschijnlijkheid wordt „geïnterpreteerd". In de uitdrukking „organische causaliteit" heb ik het woord causaliteit gebezigd in denzelfden zin, als waarin ik het ook voor de levenlooze natuur heb gehandhaafd, n.l. als een „statistische causaliteit". Dus een causaliteit, die weliswaar algemeene regels geeft, maar waarin toch tegelijk het individueele element een rol speelt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's

1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's