1935 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58
In deze beide omstandigheden w o r d t aan Q de rol van oorzaak of mede-oorzaak met absolute zekerheid toegezegd In de praktijk w o r d t deze absoluutheid slechts getemperd door de meer of mindere onzekerheid omtrent de identiteit van de factoren A, B, C, D , .. . P der beschouwde complexen W o r d t de absolute identiteit van deze a-priori aanvaard, dan staat aan het denken niets m den weg, Q de oorzaak van R respective R ' te noemen D e absoluutheid van de aanwijzing der oorzaak is m deze gevallen slechts afhankelijk van de absolute identiteit der factorencomplexen A . P en van mets anders Dit is een ervaringsfeit, dat elk oogenbhk aan de verschijnselen van het denken, zooals zich dit m de voorhandene w e t e n s c h a p openbaart, kan worden aangetoond W a a r o p deze zekerheid beiust, zal nog nader moeten w o r d e n onderzocht Voorloopig zij het voldoende op deze gevoelde zekerheid te wijzen 3, 4, 5 In de 3 andere gevallen spreken we van waarschijnlijke oorzaak of mede-oorzaak Deze gevallen zijn 3 De methode der overeenstemming H e b b e n we de reeksen ABCD ^ R AEFG ^ R AHIK - R dan noemen w e A de waarschijnlijke oorzaak van R, niet zeker, omdat misschien m het eerste complex ( A B C D ) de factor B, m het tweede complex ( A E F G ) de factor E de werking R veroorzaakt, etc H o e grooter het aantal complexen, hoe grooter de waaischijnlijkheid, dat de steeds begeleidende A de oorzaak van R is 4 De methode, waarbij overeenkomst en verschil w o r d e n gecombineerd H e b b e n w e de reeksen ABCD ^ R ABCE ^ R B F G — met-R B C H - niet-R dan noemen we A de waarschijnlijke oorzaak of mede-ooizaak van R, zouden de overige factoren na A met elkander identiek zijn, dan zou geval 1 zich voordoen en de zekerheid absoluut zijn N u heeft men echter een variatie m deze factoren m het eerste complex hebben we B C D , m het tweede B C E , m het derde B F G , in het vierde B C H , zoodat hieraan dezelfde onzekerheid kleeft als aan geval 3, toch zal bij een voldoende vermeerdering van het a a n tal onderzochte factorencomplexen de zekerheid in dit geval grooter worden, dan m geval 3, omdat bij toename het niet-identiek zijn der factoren na A m beteekenis afneemt en dit geval onder geval 1 gesubsumeerd kan worden, in welk geval we immers van een absolute zekerheid spreken mogen 5 D e methode der begeleidende variatie H e b b e n we de reeksen .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 93 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 93 Pagina's