1935 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26

20 gelooven bron voor de rechte kennis van de ziel m h a a r verhouding tot het lichaam Allereerst valt ziel niet samen met bewustzijn t Is geen stroom van bewustzijn ( a c t u a h s m e ) , doch meer V a n dezen stroom is de ziel wel de immanente oorzaak het is er het substraat van en staat er bovendien nog boven als t wetende subject ( G e y s c i ) Alleen bij zulk een onderscheiding waarbij men de ziel als substantie erkent is er plaats voor t christelijk geloof In den bijbel w o i d t eenerzijds de natuur van den mensch als eenheid genomen Beide lichaam en ziel zijn gehjk geschapen Opvallend is daarbij de groete w a a r d e die aan t lichaam w o r d t toegekend het ascetisme ondervindt geen steun En verder haimonieert de lichaam-ziels-beschouwmg met de wereldbeschouwing van het christelijk theïsme God en w e leld zijn onderscheiden niet gescheiden, en zoo ook ziel en lichaam zijn ondeischeiden en niet gescheiden T r a n s c e n d e n t verheft de ziel zich bov'en t lichaam ze is geschapen doch onsterfelijk M a a r immm^xit werkt ze m t lichaam en w o r d t erdoor bewerkt D e dood \ a n t lichaam bluscht \ o o r zoover we weten bewustzijn uit — maar v^e gelooven aan de opstanding uit de dooden en belijden d a a r m e d e te gelooven a a n een onsterfelijke levende ziel V / e l k een wonderlijke harmonie is de mensch' Zijn oiganisch leven is een s a m e n v o e j m q van anorganische processen — scheikundige en natuurkundige — die door innerlijke vitale krachten gedreven w o r d e n tot hel schoone einddoel van zijn lichaam En zijn ziel staat daarmee m een wonderlijk verband nauw eraan verbonden rem eiboven verheven een hoogeie spheer weder die teert op de lagere ris het organische op t an-organische doet Dit verband is primair niet vergelijkbaar — wij kunnen slechts geloovend vergelijken met G o d s liefdevolle immanentie en heilige t t a n s c e n d e n t e en daaibij d a n k b a a r belijden de mensch is geschapen n a a r Zijn beeld D e eisch der verhouding v a n lichaam en ziel. In deze w o o r d e n klinkt een verwachting Ges^-hapen n a a r Gods beeld — dat is adeldom N a a r dezen oorsprong n a a r deze bestemming zou de mensch leven M a a r hij deed dit met en we zullen bij de bijzonderheden van den zondeval niet stilstaan D e verhouding van ziel en lichaam te belichten is ons doel nu van den juridischen kant (Christus) en van den ethischen kant (Christus en Zijn geboden) D e z e verhouding lo een van schuld en zonde geworden van verwarring en verdwaling die door de besten van t menschelijk geslacht te dieper gevoeld is Plato spreekt ervan en Socrates klaagt ovei de genotzucht d i over de verloochening van den geest en de nivelleennq tot het lichamelijke D e mensch heeft zijn hooge bestemming vergeten en gebroken ligt de schoone

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen