1940 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 16

6 stige en slechte eigenschappen N a a s t een erfelijke begunstiging staat ook een erfelijke belasting H e t duidelijkst komt dit tot uitmg m de z g n kakogenetische families, w a a r tallooze minderwaardige elementen (als dieven) moord alcoholisme prostitutie vagebondage zwakzmnigheid paupeiisme e d ) van geslacht tot geslacht als het w a r e opgestapeld zijn Dit verschijnsel vmdt zijn oorzaak m het feit dat er door de menschheid gaat een stroom van goed en een (wellicht breedere) stroom van ongunstig kiemplasma De eugenetiek beoogt nu den eerstgenoemden stroom te versterken en den tweeden te verzwakken c q geheel af te dammen H e t doel der eugenetiek kan men derhalve m tweeen splitsen en wel m een positief en m een negatief doel H e t positieve doel is het bevorderen van de voortplanting van personen die uit eugenetisch oogpunt daarvoor m aanmerking komen het negatieve doel het tegengaan van de voortplanting van personen van wie verwacht wordt dat zij langs eifelijken weg op hun nageslacht ongewenscht geachte lichamelijke en geestelijke eigenschappen doen overgaan Positieve en negatieve eugenetiek zijn echter niet scherp te scheiden V r a a g s t u k k e n als geboorteregeling en geneeskundig onderzoek voor het huvi elijk b v raken beide terreinen Samenvattend kan men zeggen dat het doelwit der eugenetiek is veredeling van de soort mensch 13) V a n het besef dat de mensch mede verantwoordelijk is voor den aard zijner nakomelingschap vmdt men alle eeuwen door de bewijzen D e wetenschappelijke fundeermg van de leer der eugenetica vond echter eerst plaats m de 19de eeuw toen Galton (1832^—1911) door eigen proeven aantoonde dat het kiemplasma de zetel w a s van een ingewikkeld geheel van erfelijke eigenschappen buiten den invloed s t a a n d e van den tijdehjken drager Hij u a s een der eersten die er op wees dat m veel gevallen goed gesitueerde menschen heel wemig kinderen hebben terwijl de groote gezinnen gevonden w o r den bij personen met lagere inkomens in welke omstandigheid hij een gevaar zag voor de hoedanigheid van de menschheid Hij w a s de eerste onderzoeker die de vraag opwierp of niet ook de menschenrassen en volkeren, evenals de dierlijke en plantaardige door selectie verbeterd konden worden Galton wilde derhalve door wetenschappeliik gefundeerde maatregelen de voortplanting van den mensch op doelmatige wijze beïnvloeden M e t recht kan men hem dan ook den grondlegger der eugenetica noemen D a t deze laatstgenoemde wetenschap zoo n groote vlucht heeft genomen is evenwel te danken aan het feit dat m het jaar 1900 door den Hollandschen hoogleeraar m de botanie H u g o de Vries (1848—1935) i4) J e n Duitschen botanicus Carl Correns (1864—1933) en den Oostenrijkschen plantkundige Erich von Tschermak-Seysenegg (1871— ) opnieuw werd ontdekt de reeds in 1865 dooi G i e g o n u s Mendel gevonden erfelijkheidswet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen