1941 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 114

102 plastische werking van constitutie, ziel en persoonlijkheid; op een overwegend materialistisch-mechanistische instelling, die geen oog heeft voor de teleologische eigenaard van het organisme; op een overschatting van de quantitatieve, natuurwetenschappelijke methode en op een algemeen overwegen van het analytische kennen. Dit zijn dan ook de eigenschappen, die zoo ernstige bezorgdheid hebben gewekt bij de, in den a a n v a n g genoemde, n a d e n k e n d e geesten, die hun w a a r s c h u w e n d e stem verhieven. Een volharden bij deze houding, een voortgaan op dezen weg moet h u n s inziens tenslotte noodlottig w o r d e n voor de geneeskunde. D e geneeskunde bevindt zich, volgens hen, zonder dat ze het zichzelf fel bewust is, duidelijk in een impasse, op een doodloopend spoor, slechts een besliste verandering van front, slechts een krachtige reformbeweging kan haar redden. ** Helaas zijn de uitwegen, die men wijst om uit deze impasse te geraken, verschillend van a a r d en richting. W i j willen er nog kortelijks bij stil staan. Daarbij moge ik slechts in het voorbijgaan herinneren aan de door Liek gesignaleerde moeilijkheden van den artsenstand, waarvoor hijzelf ook eigenlijk slechts de oplossing ziet in een betere bewustwording van den arts van zijn hooge roeping tegenover den lijdenden medemensch. W e l wil ik er terloops op wijzen, dat men ook in Nederland thans van sommige zijden luide roept om veranderingen in de hygiënische voorziening en de medische verzorging van individu en volk. V o o r opgesteld, dat de volksgezondheid en de hygiënische toestanden schier nergens beter zijn dan hier te lande, zullen die veranderingen in eerste instantie organisatorisch van aard zijn. W a n n e e r men dan verder gaat op den weg van het van bovenaf, door den staat gedicteerde corporativisme, zal misschien ook de geneeskundige stand daarin worden betrokken. In ieder geval zal deze niet geheel ongemoeid blijven bij de structureele veranderingen, die onze maatschappij thans ondergaat. E n indien zich eenmaal organisatorische veranderingen in het artsengilde hebben voltrokken, zullen zeker spoedig d a a r o p belangrijke kwesties aan de orde worden gesteld. Bij gebrek aan een krachtige, protestantsch-christelijke artsenorganisatie, zal m.i. onze vereeniging zich dan voor een belangrijke taak zien gesteld. E e n principieele voorlichting over de inrichting en de zeggenschap van eventueele nieuwe corporatieve verbanden, over de verhouding van particulier initiatief en overheidsbemoeiing, over de grenzen, die ook de staat bij medisch-hygiënische en eugenetische strevingen heeft te eerbiedigen, zal, wellicht, zeer noodzakelijk blijken. Deze voorlichting eischt echter een rustig en ernstig vóór-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen