1944-1945 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 121
il primitieve mensch" ziet de werkelijkheid ook veel meer in religieus licht. 2. Kan men nog grenzen aannemen tusschen de wonderen der genade (der herschepping) en die van de schepping en de voorzienigheid? En waarin bestaat dan het verschil tusschen die beide? 3. Hoe ziet Dr Diemer precies de verhouding tusschen \vonder en teeken? •^•' "^ • ^"•^'^'^'-'*^: - ••-- "^ • 4. Op wat voor manier moet de lijn getrokken worden tusschen deze zeer vruchtbare ideeën, die Dr Diemer ten aanzien van het wonder heeft ontwikkeld en b.v. de medische practijk? Staan wondergeloof en gebruik maken van b.v. medische middelen tegenover elkaar? Is heel de medische wetenschap niet veeleer gebaseerd op het wonder van de genezende kracht van Christus? 5. Voorts, in welke richting moet de ,,geloofs-therapie" gezocht worden? Ze zoekt niet de symptomen te doen verdwijnen, maar den totalen mensch te cureeren. Maar is het daarnaast ook niet van belang dien totalen mensch weer te stellen in de gemeenschap waarin hij behoort? De werkelijke mensch is de mensch in de levensverbanden. Is dit ook niet de zin der moderne arbeidstherapie? Antwoord Dr Diemer : 1. Slechts de religieuze mensch kan wonderen erkennen, want het wonder is de openbaring van de werkelijkheid Gods in deze wereld. Hoe dieper de mensch de afhankelijkheid aller dingen van God beseft, des te meer zal hij het geschapene als wondervol gaar^ zien. W i e daarentegen begint met in de natuurwetten de oorzaken, der dingen en gebeurtenissen te zoeken en met deze wetten te stellen tegenover het goddelijk wonder, dat dan voor speciale historische verschijnselen blijft gereserveerd, zal met de voortschrijding der wetenschap steeds minder plaats voor het wonder overhouden. De Schrift sluit echter niets buiten het wonder, zelfs niet de zondige toovenarij, waarin zich de macht van den Satan openbaart. Zij ziet de geheele werkelijkheid in een bepaald religieus licht, n.l. als volstrekt afhankelijk vón haar Schepper, voorzienig Bestuurder en Herschepper. Het is God die alle dingen door Zijn Woord en Geest werkt volgens Zijn eeuwig raadsplan en alle werken Gods worden in de Schrift wondervol genoemd. De bijbelschrijvers waren inderdaad dieper religieus en stonden dichter bij de waarheid en werkelijkheid Gods dan wij-westerlingen, die in het abstracte en rationeele denken zoo grondig zijn geschoold en die daardoor den blik op de totaliteit en den oorsprong der werkelijkheid in hooge mate zijn kwijtgeraakt. W i e het wonder niet ziet als het primaire, zal het nimmer te zien krijgen. De z.g.n. ,.primitieve mentaliteit" der bijbelschrijvers is geenszins een minderwaardige, door de wetenschap overwonnene, doch één die in innig en levend contact verkeert met den oorsprong der dingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 128 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 128 Pagina's