1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 21
15 stellingen en daarvan uitgaande kan hij langs mathematischen weg, door berekening dus, een groot aantal verschijnselen voorspellen. Bij Newton gaat niet, als bij Descartes, de physica op in de wiskunde. Hij begint niet met algemeene onderstellingen over het wezen der dingen; het ideaal van de analyse der verschijnselen stelt hij tegenover het ideaal van de deductie der verschijnselen. De gravitatie, hoezeer ook de hoeksteen van zijn wetenschap, is geen oerbeginsel, maar een voorloopig rustpunt, een algemeen verschijnsel met nog onbekende oorzaak. Wel is de aantrekkingskracht een algemeene eigenschap, maar het is niet noodzakelijk een wezenlijke eigenschap der materie 52). De algemeene eigenschappen der materie (ondoordringbaarheid, gravitatie) rusten voor Newton op inductieven grondslag, zij worden niet, als bij Descartes, apriori door redeneering vastgesteld. Ook de wiskundige formuleering van de gravitatiewet is niet voor het verstand doorzichtig; het staat niet apriori vast, dat de aantrekkingskracht tusschen twee hchamen omgekeerd evenredig met het kwadraat van den afstand moet zijn. Waarom is nu aan Newton gelukt, wat Boyle en Huygens niet gelukte : de omverwerping van het cartesianisme? Omdat men in de Newtonsche gravitatie eindelijk meende de kosmische grondwet te kennen. Tot nog toe had de experimenteele wetenschap slechts een natuurlijke historie, grootendeels als droog zand samenhangende feiten, kunnen geven, die hoogstens op bepaalde kleine gebieden (valwetten, stootwetten) tot een eenheid kwamen. Nü was de algemeene wet ontdekt en was er nog slechts wat meerdere ervaring en wat verder ontwikkelde wiskunde noodig om de algemeenheid van die wet ook experimenteel te bewijzen op het gebied van het mikroskopische : de scheikunde. Nu beschikte het empirisme eindelijk over een stelsel, dat in algemeenheid kon wedijveren met het cartesiaansche en daardoor een even groote bekoring op de geesten kon uitoefenen. Met Newton begint de triomf van de ervaring over de rede, dank zij Newton wordt de 18de eeuw de eeuw van het rationeele empirisme. De cartesianen begrepen heel goed waar de schoen wrong. Fontenelle zegt over Descartes en Newton 53) . „Beiden, uitstekende wiskundigen, hebben de noodzakelijkheid ingezien om de wiskunde in de natuurkunde te brengen Maar de een heeft in f) Opticks (1704), query 31. 4th ed. London 1730, p. 350—382. ^V Fontenelle, Oeuvres T. VI, 1742.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 248 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 248 Pagina's