1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 12

4

Dr G. J. SIZOO

Echter, wanneer getracht wordt het scheppingsbericht van stap tot stap in wetenschappelijke termen over te zetten, dan blijkt reeds elke eerste stap een struikeling en daarmede een bewijs voor de ongerijmdheid van dit pogen. Dat dit conflict zo ernstige schade bracht aan de verhouding tussen natuurwetenschap en Christelijk geloof, is zeker enerzijds te wijten aan het feit, dat de negentiende eeuwse anti-religieuse wereldbeschouwingen zich er van meester maakten om er de onhoudbaarheid van het geloof, dat de Bijbel Gods openbaring zou zijn, aan te demonstreren. Anderzijds heeft daartoe zeker ook mede gewerkt, dat aan de zijde der gelovigen te weinig bereidheid gevonden werd althans te overwegen of herziening van de gangbare mening omtrent de zin en de bedoeling van het scheppingsverhaal, zonder aantasting van het openbaringskarakter, mogelijk was. Ook wanneer in de theologische discussie de stelling, dat de Bijbel geen handboek der natuurwetenschap bedoelt te zijn, geredelijk werd geponeerd, dan bleef niettemin de aanvaarding van de consequenties van deze stelling op sterke innerlijke tegenstand stuiten. Niet te haastig mag hier echter van halstarrigheid worden gesproken, want de genoemde stelling, hoe juist zij moge zijn, mag nooit het lichtvaardig handgebaar worden, waarmede wij ons aan de ernst van het vraagstuk onttrekken. Want als Genesis I openbaring is, dan blijft de vraag naar de zin en de betekenis van die openbaring klemmen. Evenmin kan echter het resultaat van het wetenschappelijk onderzoek worden terzijde gesteld met de opmerking, dat „tenslotte toch alles maar hypothese is". Wij geloven immers, en dat juist op grond van de Bijbel — en van Genesis I zeker niet het minst —, dat aan de mens als taak is gegeven de geschapen wereld, waarin God hem plaatste, te onderzoeken met de hem door God geschonken gaven van verstand en vernuft. Dat zulk een onderzoek méér is dan een interessant avontuur, méér dan een speels tijdverdrijf, dat de kennis waartoe het leiden zal Waarheidswaarde bezit, dat mogen wij vertrouwen, juist omdat Gods openbaring ons leert, dat de wereld geen chaos is, dat zij niet contingent is, maar een geordend geheel, gegrond in Gods wijsheid, product van Zijn overleg en besluit. Deze overtuiging moet juist de Christen leiden tot grote eerbied voor het natuurwetenschappelijke feit. Wanneer dan door moeizame opsporing en zorgvuldige verwerking van vele feitelijke gegevens, door logische interpretatie en theoretische bezinning tenslotte een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen