De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 82
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam
80 een ,,Gesammtwille" maar een Gereformeerde
zede, die als tot zekere
vastheid gekomen levenstoon haar stempel heeft gezet op wat in den wortel van het beginsel één is.
Dat deze Gereformeerde zede bewaard
blijve en gesterkt worde bij haar aansluiting zoowel aan het verleden als aan het heden, en dus evenmin ontrouw aan dat verleden als, door gemaaktheid bij nabootsing van wat verouderd is, ontrouw aan het heden worde, acht ik onder meer een vrucht die van de studie der ethiek in de Gereformeerde ^—Theologie mag verwacht. Een vrucht, die zeker niet anders dan door middel van de Kerk uit de school in het leven kan ingedragen. Immers onder de machtige factoren van zedevonaing behoort, indien zij althans haar roeping verstaat, de geïnstitueerde Kerk met haar prediking en sacrament, haar f ïnoederlijke tucht en zielezorg. '
Verstaat zij toch haar roeping, dan leert
zij haren kinderen niet slechts de ordinantien Gods gelijk die voor de 1 relatie van den mensch tot God in de eerste tafel der tien geboden liggen i uitgedrukt, maar ook die welke voor de sfeer van het
menschelijke
; in de tweede tafel der tien geboden ons zijn gegeven.
Maar daartoe
is
dan
ook
noodig,
dat
hare dienaren
zelf
diep ingeleid zijn in
deze tweeërlei ordinantien Gods, goed opgeleid ook in de etliiek en in
de
beoefeningsleer,
ojjdat
zij
moet, maar ook hoe het komt.
niet
alleen weten hoe het wezen
En nu kan het niet worden ontkend, dat
aan onze landsacademien een tijdlang de studie der ethiek nu juist niet tot de drukst beoefende heeft behoord en dat zij bovendien met de roeping
van toekomstige leeraren der Ciereformeerde Kerken al zeer
weinig rekening hield. heel
die
De meening kwam dan ook langzaam op, dat
studie der ethica
eigenlijk__pyerbodig was.
Een onbewuste
toepassing van het in Engeland bij vele ethici voorkomend theoretiscli beginsel van het intuïtionismCj.. waarbij men leert, dat men bij intuïtie wel weet, wat goed of kwaad is.
En zeker vermag intuïtie ook hier veel,
maar toch stelt zij, waar het de toepassing van fijnere
schakeeringen
Gods gebod op de
van het leven geldt, vaak bitter teleur.
Gevolg
was dan ook, dat de behandeling van 's Heeren wet uit de prediking en de catechisatie en de zielezorg al meer verdween, waar dan nog bijkwam,_ dat zekere vrees tegenover een niet-Voetiaansche orthodoxie velen, ik zeg niet van moraliseeren, maar van het aanzeggen van den eisch van 's Heeren wet terughield, waardoor de Kerk jiaax.jnvloed van zedevormenden factor al meer verloor.
.,;..,«;,:•-•
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897
Rectorale redes | 92 Pagina's