De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 34
Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit
Het tweede deel der mij opgelegde taak, immers voor den rector de hoofdzaak, komt mij voor, niet het eenvoudigste te zijn. Acht men die taak naar behooren vervuld door eene bloote chronologische opsomming der fata academica in het afgeloopen jaar, dan behoeft zij voorzeker niet veel hoofdbrekens te kosten, al bestaat ook steeds het gevaar van een licht te constateeren onvolledigheid, en zou — om een voorbeeld te noemen — mijn hooggeachte ambtgenoot BAVINCK zich terecht er over kunnen beklagen, dat mijn voorganger van zijne benoeming tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Greneraal, op den 19<^sn September van het vorige jaar, verzuimde melding te maken, een verzuim, dat ik hierbij herstellen moge. Anders echter komt de zaak te staan, wanneer men ook het verband tusschen de feiten, hun ouderlingen samenhang, hun beteekenis voor het geheel schetsen wil, m. a. w. de historie der Universiteit tracht te beschrijven: dan toch geven niet slechts de grenzen van een academiejaar een veel te mechanische insnijding en een veel te kort tijdsbestek, maar liggen ook de gebeurtenissen nog te dicht achter ons, om ze naar hun juiste waarde te kunnen beoordeelen; omstandigheden waardoor de rector zijns ondanks niet zelden genoodzaakt wordt, van elke waardeering af te zien en met enkele vermelding der memorabilia te volstaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912
Rectorale redes | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912
Rectorale redes | 48 Pagina's