GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Oorlog en vrede - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oorlog en vrede - pagina 50

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

44 wet van alle ontwikkeling is, dat wegvalt hetgeen klein en machteloos is, staande blijft wat krachtig en sterk is: „De ontwikkeling van het leven op aarde, de geschiedenis van het menschdom leeren ons zeer duidelijk in geweldige lessen, dat zonder verdringing van het lagere type het hoogere niet ontstaan kan; dat het leven zich niet uitbreiden kan, zonder het slechtere te verdringen; dat vooruitgang gepaard gaat met achteruitgang. Hoe oneindig veel diersoorten zijn uitgeroeid, hoeveel slappe, dooden volken zijn verdrongen en vernederd, hoeveel misdadige en onrustige typen moesten opgeruimd worden, eer beter aangepaste soorten de aarde bevolken konden, eer ruimte ontstond voor een edeler menschenras met intensiever en minder egoïstische genietingen, eer de levensvoorwaarden voor rustiger volken verkregen waren". „Zonder oorlog", — zoo luidt verder zijn betoog — „natuurlijk ook zonder de qualiteiten, wier onmiddellijk en onvermijdelijk uitvloeisel hij is, waren de menschen apen gebleven, zeker nooit meer geworden dan laffe, egoïstische, geïsoleerde wilden, met de karakters en deugden van hazen." „Zonder tot oorlog over te gaan, is nog niet alle kracht aangewend; bestonden er nog andere krachten, dan tot nu toe in den oorlog blijken, dan zou men ook die inspannen. De oorlog alleen is essentieel de alleruiterste inspanning van alle, absoluut alle krachten van een geheel volk, en daarin ligt zijne geheel eenige beteekenis. Bij iedere andere inspanning is er nog eene grootere denkbaar, bij oorlog niet. Hij alleen is waarlijk het laatste woord". „De oorlog, de vorm der statenconcurrentie, is eene supreme meting van al de krachten van twee staten, van al de essentieele qualiteiten, wier samenwerking hen groot en sterk of zwak en Dat niet alleen werkt meent hij Frankrijk als in Duitschen oorlog

collectief maar ook individueel de selectie voortreffelijk te mogen staande houden met het feit, dat, zoowel in Duitschland, de lichting van 1891, na den Franschverwekt, zeer krachtig was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1914

Rectorale redes | 122 Pagina's

Oorlog en vrede - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1914

Rectorale redes | 122 Pagina's