Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 29
Rede uitgesproken op den Dies Natalis der Vrije Universiteit
25 aanwezig, zoover de woorden zelf meer onderscheiden zijn, toch wel, in zoover zij zich door geen naamvalsuitgang meer onderscheiden. Voor hoogere onbepaaldheid, die iemand en iets verbindt heeft de taal geen eigen term. Tenzij men daarvoor iets neemt en daaronder iemand als geval schaart. Ook dan blijkt het onvermogen onzer taal, om boven de tegenstelling van het onbepaalde iemand-iets uit te komen: door dit nieuwe gebruik van iets wordt iets dubbelzinnig. Zoo biedt de taal zelf aan de taalkunde het instrument van den onbepaalden vorm. Dit is wel niet volledig noch tot dat doel gemaakt, maar de taalkunde kan er zeker gebruik van maken om de gevallen der taal onder de eenheid van hun begrip te presenteeren. Ik geef iemand iets kan zoowel onbepaalde vorm zijn, die zich voordoet in taalverband en daardoor bepaald wordt, als ook model, onbepaalder vanwege gebrek aan verband, bruikbaar echter als illustratie van meerderlei, als vorm van geven, als gebruik van het persoonlijk voornaamwoord, als constructie van ik geef, als geval van het gebruik van iemand en iets. Dit gebruik van het onbepaalde is een nieuwe daad en geschiedt uit meer vrijheid dan het gebruik van het onbepaalde als onbepaaldheid-voor-mij, die ik niet vervangen kan: het is de vrijheid der taalkunde tegenover de gebondenheid der taal. Het in bruikleen nemen der onbepaalde vormen door de c. de begripsnaam taalkunde uit de taal is de helft van den weg, dien de taal- '" '^^ taalkunde. kunde aflegt. De modelvorm heeft niet alle voordeel van zijn overeenstemming met wat in de taal voorkomt. De schaduw van die overeenkomst is, dat men het model soms met het werkelijk gebruik verwart. De inhoud van het voorbeeld lokt den geest terug naar de binding aan den levenden samenhang. Daarom zoekt en vindt de taalkunde andere vormen, waarin zij haar begrippen uitdrukt, afgescheiden van wat de taal haar ter beschikking stelt. Zij bouwt een eigen taal naast haar object: de grammatische terminologie, die zegt, wat een taaiverschijning is. Hier wordt dit verschijnsel niet meer nabootsend herhaald, nu wordt het op een wijze aangeduid, waardoor men in niets het bedoelde verschijnsel terstond herkent en althans de verwarring van het oproepen middels voorbeelden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929
Rectorale redes | 42 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929
Rectorale redes | 42 Pagina's