GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 14

Rede uitgesproken op den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 ook, in dat afleiden zelf. In deze onbedoelde argeloosheid blijft niet ligt bevangen wie met een taal te doen heeft, welke niet de zijne is. W e l kan men steeds volhouden, dat de vorm, dien wij uit den regel afleiden en toch nergens aantreffen, er had kunnen wezen, er misschien buiten ons weten wel is. Gaat het om onze eigen taal, dan is er naiveteit noodig voor de tegenovergestelde houding. Hier wordt de vorm, dien wij afleiden en die niet voorkomt, terstond geremd door ons eigen gevoel van het verschil tusschen hoe men spreekt en hoe wiJ op dit oogenblik spreken. Althans wordt hij, door anderen opgevangen, tegengehouden of veroordeeld, of niet-bestaand verklaard, terwijl wij in dit geval toch vrij blijven, ons te houden aan wat wij zelf voortbrengen, en niets meer voor de hand ligt, dan op eigen risico hem in te voeren. Daarom is in onze eigen taal de verhouding tusschen geval en begrio subtieler dan in een taal die dood is, en waarin wij niet zelf werkend kunnen optreden. Ook is in ons eigen geval die verhouding niet zoozeer een zaak van kennis, dan van handelen: de overeenstemming tusschen regel en geval is aanwezig en gewaarborgd, wanneer wij zelf naar een regel een vorm tot stand brengen (nieuwe afleidingen, neologismen, kunsttalen). Nu terzake van het Grieksche werkwoord. Toevallige afwezigheid van sommige tijden moge misschien voorkomen bij een werkwoord als TTMSSIM dat, hoewel paradigma, niet zooveel in de litteratuur optreedt. Anders wordt het bij ó/^ao). En toekomstige tijd * i/jóto-u ontbreekt niet maar, er treedt een overeenkomstige vorm van een ander werkwoord voor op, het futurum Ó'^IO/XM, een werkwoord, dat op zijn beurt den tegenwoordigen tijd mist en daarvoor van ó/saw het praesens geleend krijgt. Gelijk bekend doet zich dit verschijnsel juist bij zeer gebruikelijke werkwoorden voor. Zonder meer statisch opgevat, geeft dit nog niets te denken, uitzonderingen (onbepaald gelaten of ze oud of nieuw, frequent of zeldzaam zijn), steunen den regel, de tijdsvormen strekken zich over alle werkwoorden uit, een Grieksch werkwoord wordt zonder deze onbepaalbaar. Verzetten sommige werkwoorden zich daartegen, dan verzetten zij zich ook slechts daartegen: zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's