GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 64

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

54 waaraan de souvereine individuen niet dan uiterlijk gebonden zijn, doch waarboven ze zich met hun vrijen wil innerlijk ver verheven weten. Hier is dus een dualisme, waarbij niet het hoogere, maar het lagere noodwendig is, en daarentegen niet het lagere, maar het hoogere ongeordend is, welk ongeordend-zijn men echter — in scherpe tegenstelling met de realisten — niet pessimistisch betreurt, maar als vrijheid interpreteert en als hoogste goed der individuen beschouwt. Het lag voor de hand te onderstellen, dat deze vrijheidsphilosophie, wanneer ze zich op de geldigheid van het principium exclusi tertii bezon, en daarbij de correlatie van noodwendigheid en waarheid vasthield, tot de conclusie moest komen, dat genoemd princiep wel voor het lagere onbeperkt gold, doch voor het hoogere niet doorging dan met een restrictie voor de toekomstige menschelijke handelingen, die immers op dit standpunt, wijl vrij, even min van te voren zijn te kennen als het toekomstige contingente bij ARISTOTELES. De vraag was slechts, of deze hypothese viel te verifieeren. Het onderzoek in deze richting bracht aanvankelijk slechts teleurstelling: SEXTÜS EMPIRICUS weet, naar 't schijnt, van zulk een nieuwe opvatting omtrent het principium exclusi tertii niets af, en PRANTL en SCHOLTZ loe) kennen dan ook alleen maar Stoïci die consequent het noodlot leeren. De vraag bleef intusschen klemmen, en scheen me vooral ook daarom van belang, wijl ik vermoedde, dat er verband moest bestaan tusschen deze consequentie van de theorie der jonge Stoa en het feit, dat in de dertiende en veertiende eeuw de quaestie van de „futura contingentia" in Frankrijk en ook hier te lande aan de orde kwam 107). Was deze consequentie nog niet eerder getrokken, dan verdienden zij, die dit vraagstuk toen te berde brachten, een meer voor-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's