GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 57

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

47 exclusi tertii daardoor slechts winnen kan aan helderheid. Wat bij haar dan van zooveel belang is? Niet de onderscheiding, die men hier aantreft tusschen waarnemen en berekenen, maar wel de meening, dat het verschil tusschen beide acties valt te typeeren met de termen noodwendigheid en — logos. Dat bewijst immers omtrent de Hippocratici tweeërlei. Ten eerste, dat ze dualisten waren. En ten tweede, dat ze, uitgaande van de waarneming met haar h.i. dwingende zekerheid, en den actieven logos daarboven uitheffend, laatstgenoemden beschouwden als vrij van de noodwendigheid, welke de waarneming h.i. typeert. M.a.w. we ontwaren hier de eerste ons bekende sporen op het terrein der Grieksche speculatieve kentheorie, nagelaten door de voorstanders van een dualistisch subjectivisme, dat aan het hoogere subject, maar dan ook daaraan alleen, vrijheid toeschrijft. Een en ander komt nog duidelijker uit wanneer we het gedachtencomplex der Hippocratici vergelijken met het dualisme, dat ARISTOTELES op den duur aanvaardde. Ook hier twee terreinen en dezelfde termen. Alleen maar: logos beteekent hier niet activiteit, maar proportie en oordeel, wil men „logisme" 9o): de logos is bij ARISTOTELES een objectieve stand van zaken, niet het kennend subject of een functie daarvan. M.a.w. „logos" is hier nooit hetzelfde als „het denken" (vótjaig) of het denkende (vovg). — Niet minder groot is het verschil bij het gebruik der woorden „noodwendigheid" en „toevalligheid". Beide komen volgens ARISTOTELES allereerst aan het object toe. Maar de noodwendigheid typeert volgens hem niet het lagere maar het hoogere, en de toevalligheid is hier naar het lagere gebannen. Hoewel deze vergelijking van ARISTOTELES met de Hippocratici vruchtbaar zal blijken voor den verderen gang van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's