GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 70

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

60 Christenheid de Stoa, en vooral de richting der jonge Stoa, buitengemeen populair, en waar de Christenen uit de hellenisten, gelijk uit het Nieuwe Testament blijkt, zelfs in de eerste eeuw, dus reeds tijdens het leven der Apostelen, nog al eens den onheiligen „geest" der ascese en der zelfverheffing verwarden met een door God geheiligd geestelijk leven, vierde deze richting ook in de eerstvolgende eeuwen vanzelf den eenen triomf na den anderen. Derhalve bevreemdt het niet dat, wanneer deze Christenen — terecht afkeerig van de speculatieve vergoddelijking van den Christus als Hoogepriester, aan welke de objectivisten der gemeente vooral onder de opzieners zich schuldig maakten — nu aan de andere zijde vervallen tot speculatie over den logos, deze term voor hen de actieve beteekenis heeft welke de Stoa daaraan hechtte. Hun speculatief — d.w.z. de grens tusschen God en kosmos vergetend — denken aanvaardde dan ook een speciaal verband tusschen den Logos des HEEREN en den actieven logos der menschen, d.w.z. hun denken en spreken. Dat wordt ook heel duidelijk wanneer men let op tijd en levensgang van JUSTINUS MARTYR H S ) . Deze tijdgenoot van MARCUS AURELIÜS en NIKOSTHATOS — hij stierf in 165 — werd geboren in Sichera doch vestigde zich later te Rome. Aanvankelijk aanhanger van de oudere richtingen der Stoa, zocht hij later naar een opvatting die 't hem mogelijk zou maken God meer als persoonlijk te zien. De Peripateticus stootte hem echter af door 't bedingen van honorarium voor het toekomstige onderricht, de Pythagoreeër door z'n eisch dat men éérst wiskunde moest studeeren. 't Scheen hem toe, dat alleen PLATO — in de onhistorische opvatting van die dagen — hem kon bevredigen. Hij aanvaardde in deze periode zelfs de natuurlijke onsterfelijkheid der menschelijke ziel. Een grijsaard, dien hij ontmoette, had tegen deze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's