GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 75

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

AANTEEKENINGEN Hierbij is van enkele gegevens gebruik gemaakt, die eerst tot mijn beschikking kwamen in den tijd tusschen het uitspreken en het drukken der rede. 1 Handd. St. Gen. 1933*1934 II 2140: — „ik geloof, dat het ook een hoogleeraar is". Enz. Het opmerkelijke is volstrekt niet, dat de minister van mijn bestaan niet zou hebben geweten, of zelfs niet, bij het samenstellen van zijn commissie, van het bestaan der Vrije Universiteit — waartoe bracht hij Prof. Van Poelje ook mede naar zijn departement, als hij alle kleinigheden zelf zou hebben te kennen? —, maar dat hij bij het zien van de letters J. W. toch met zekerheid mij daarachter zag. Mijn ambtgenoot Rutgers heeft bij de overdracht van het rectoraat reeds de voor* barigheid van zulk een vereenzelviging geestig aangetoond. — Het loont de moeite niet, hier uit de Handd. over te nemen, hoe Z.Exc. als een barsche ouderwetsche schoolmeester prof. Wille kapittelde over een tekort aan buigingsuitgangen in een goed gedocumenteerd artikel tegen Prof. Gerlach Royen in De Taah tuin van — Drs. Jan Wils. Aan Prof. Van Mierlo — bij den Bel* gischen minister van Onderwijs wel bekend, en naar het schijnt, voor vol aangezien — gaf minister Marchant „als schoolmeester" voor zijn stijl een onvoldoende cijfer. En Van Ginneken ver* toonde hij als een exempel, „hoe noodig het is om het onder* wijs in het Nederlandsch te verbeteren": drie fouten in 25 woor* den! Dat de minister zich bij die foutenjagerij wel eens ver* gist, laat ik rusten. Het zou ook onbegonnen werk zijn, alle gevallen na te gaan, waarin hij niet*bevredigende voorstellingen van den stand en den gang der zaken gaf, onhoudbare stellingen op taalkundig gebied verkondigde, tegenstrijdige uitspraken deed, in zijn eigen spelling*garen vastliep, zijn schoone, immers zoo simpele, regeling gedurig wijzigde en ingewikkelder maakte, zijn eigen nieuwe systeem bestrijdt en helpt bestrijden. Zelf blijft hij in de practijk min of meer trouw aan de tot heden geldige schrijf* taal, die ook de grammatisch verzorgde, aan vaste regels gebon* den spreektaal is — in onderscheiding van de praat*taal —, maar voor de toekomst zet hij alles op losse schroeven, door de sterkste stutten weg te slaan, en de deur open te zetten voor willekeur en slordigheid bij onderwijs en officieel taalgebruik. 2 Ik kan niet nalaten, hier te wijzen op de grievende behande* ling van Prof. Dr. J. W. Muller, „rustend" hoogleeraar in de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's