GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 41

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

33 hij van oorzaken van taalverandering zich nog niets anders kon voorstellen dan verbastering door vreemden invloed, had hij de vaste meening opgevat, dat de grammaticale vormen in de spreek* taal van een land of gewest heel weinig veranderen, maar eeuw uit eeuw in dezelfde blijven. Zoo moesten ook die vaste oude genitieven en datieven als heel wat anders worden weg ver* klaard. "* Voor de practijk ging Roorda veel minder ver dan zijn theorie zou doen vermoeden. Hoe men nu schrijven zal? Zooals de taal door de beschaafde standen gesproken wordt (daar hebben we dus een beschaafdesstanden^instinct!), met „aansluiting aan het werkelijk algemeen gebruik van de schrijftaal, waar dit met de aard en eigenschap van onze moedertaal niet in strijd is". Waar hij over den grondslag der geslachten handelt — Roorda was al be* kend als wijsgeerig taalbespiegelaar, maar logisch meer dan psy* chologisch te werk gaand —, doet hij soms wat denken aan Hoogs vliet en Simons. Maar hij houdt op grond van de pronominale aanduiding enkele geslachtsregels aan (met ontkenning van de uitzonderingen), en wil de n schrijven bij de mannelijke persoons* namen. "^ In zijn antiscritiek tegen De Vries en Brill verweet hij dezen zeer scherp, dat zij in hun taaibegrip ver achter waren: heel dat idee van een levend organisme, dat onderworpen is aan opkomst en verval, is uit den tijd; zij hadden Steinthal's en Heyse's boeken over algemeene taalwetenschap eens moeten lezen!"' Roorda be* teekent bij ons de kentering van de natuur*historische taalbe* schouwing van August Schleicher, vaak nog met de romantische personifieerende van Grimm en de romantiek vermengd voorko* mend; het ging nu geleidelijk aan op de psychologische opvattin» gen van Paul en Wundt; de weg ging, als bekend, langs Steinthal. Den „volksgeest" wil men daar in het centrum plaatsen; daarop roemde Roorda ook al tegen De Vries. Thans ziet men de taal reeds lang niet meer als een levend organisme! „Dat is lijnrecht in strijd met het juiste begrip van taal als natuurproduct": zij is „een door een natuurlijk instinct gevormd product van den mensch 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's