GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 53

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

47 gemeenschappen. De rechtsorde dezer laatste is een volkomen spontane en bewegelij'ke, in de integrale rechtservaring harer leden tot bewustzij"n komende. Zij' behoeft geen rechtsvormende, met j'uridische competentie beklede organen. Zij is de volstrekt souvereine, waarvan iedere rechtsmacht der georganiseerde sociale groepen afhankelijk, wijl afgeleid is. Hier is inderdaad de volksrechtstheorie der Historische school tot de laatste consequenties uitgewerkt: de toekenning van de absolute souvereiniteit aan de inderdaad „mystieke" rechtsorde ener ongrijpbare supergemeenschap, die PucHTA een „incertum corpus" noemde. De universalistische theorieën der menselijke samenleving hebben altijd getracht deze laatste als een geheel met delen te vatten. Voorzover dit sociologisch universalisme zijn oorsprong vond in een irrationalistische wending van het Humanistisch vrij heidsmotief zocht zij het sociale geheel dan steeds in een structureel volkomen onbelijnde super-gemeenschap, die zij bewust of onbewust naar het model van een ongedifferentieerde samenlevingskring vatte. De volksgemeenschap, welker „volksgeest" de Historische school tot enige oorspronkelijke materiële rechtsbron verhief, is inderdaad, in een nog gesloten ongedifferentieerde samenleving, een reëel sociaal verband, dat echter niet tot de natuurlijke, als zodanig immers ongeorganiseerde, gemeenschappen behoort, maar steeds een zwakkere of sterkere kunstmatige organisatievorm vertoont en zelf een ongedifferentieerde structuur heeft ^^). Zodra het differentiëringsproces in de samenleving inzet, is dit ongedifferentieerde volks-, resp. stamverband met al zijn ongedifferentieerde onderdelen (als sibben, clans, gilden enz.) na langere of kortere tijd ten ondergang gedoemd. Staat en ongedifferentieerde volksgemeenschap bevinden zich tegenover elkander in een principiële strijdverhouding. Het begrip staatsvolk heeft niets van doen met de primitieve volksgemeenschap en ook het begrip „natie" krijgt eerst zin, waar de ongedifferentieerde volksgemeenschap verdwenen is*^). De „natie" is, gelijk ik in de derde band van mijn Wijsbegeerte der Wetsidee heb uiteengezet, van intrinsiek politische structuur en mist het karakter ener natuurlijke gemeenschap ^^). Het was een noodlottig gevolg van de historistische, de sociale structuurverschillen nivellerende, denkwijze der Historische school, dat zij in haar volksrechttheorie deze primair belangrijke sociologische waarheden 83) In zijn Sociology of law (1947) p. 205 vereenzelvigt GURVITCH het primitieve stamverband met de al-omvattende infrastructuur der volksgemeenschap, die volgens zijn theorie ongeorganiseerd moet zijn! Men ziet hier duidelijk het deraillement. *^) Het nazisme had een ideologie van het „Volkstum", maar bestreed iedere nationale uiting in de bezette gebieden. 85) W. d. W. H l blz. 407.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's