GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 19

Rede ter gelegenheid van den vijfenzeventigste gedenkdag van de stichting van de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

zoekt den grond voor het liefhebben van den naaste in het geschapen zijn naar Gods beeld. Het zich vergrijpen aan den naaste is hetzelfde als het aantasten van het beeld Gods en betekent heiligschennis. In den naaste krijgen wij met God Zelf van doen. Willen wij tonen God te vrezen, dan moeten wij ons rechtschapen gedragen jegens de mensen. Zijn wij daarentegen vervuld met wreedheid en denkt ieder alleen aan zichzelf, dan bewijzen wij daarmede God niet waarlijk te erkennen. „Il faut dire, que ceux qui se sont destournez de ceste humanité, ont aussi tourné Ie dos a Dieu, et mesmes qu'ils ne savent que c'est de nature humaine." Daarom is het noodzakelijk zich te wachten voor alle wreedheid en buitensporigheden. Het dienen van God behoort gepaard te gaan met het zoeken van des naasten heil. *®) Calvijn wil dat allerminst hebben verstaan in legalistischen zin. *") Hij dringt integendeel aan op de bewogenheid van begrijpende liefde jegens degenen, die in ellende verkeren en die zich misgaan hebben. Wij moeten bedenken, dat eenzelfde euvel eveneens in ons eigen leven wordt aangetroffen. Allen zijn wij van hetzelfde vlees. Wij moeten vergevensgezind zijn en medelijden aan den dag leggen. Tot woorden mag die barmhartigheid zich niet beperken. Bewijzen wij geen daadwerkelijke hulp, dan is het met alle betuigingen van medelijden niets gedaan. Zelfs in onze gedragingen tegenover dieren moeten wij het verstaan een dergelijke houding te tonen. Wanneer mensen wreed zijn tegenover dieren, welke voor hun profijt werken, moet dat een teken worden geacht, dat zij van een verdorven aard zijn en dat zij evenmin jegens menselijke schepselen medelijden zullen openbaren. Onze verhouding tot den naaste behoort zich in alles te kenmerken door goedheid, door geduld, door ootmoed, door waarheid, in één woord door de liefde. ^^) Met deze liefde verdraagt zich, zo meent Calvijn, een te grote gestrengheid niet. Wel acht hij het noodzakelijk, dat er op zijn tijd straffen worden toegediend en er tucht geoefend wordt. Maar deze tucht heeft haar grenzen. Calvijn weet van een rechtmatige tolerantie. Wij moeten met gematigdheid te werk gaan tegenover degenen, bij wie zich niet direct vroomheid laat bemerken; en aan de barmhartigheid Gods mogen wij niet den weg versperren. Wij dienen God het best door den vrede te minnen en naar vrede te ijveren. Ook in de bestrijding van dwaalleraars verzuimt Calvijn niet op dezen factor te wijzen. Onder het voorwendsel van ijver mag geen onbezadigdheid of mateloze scherpte binnensluipen. Het gaat niet aan ieder, die met ons gevoelen niet instemt, terstond tot een ketter te stempelen. Het 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

Rectorale redes | 32 Pagina's

Calvijn : leidsman en voorbeeld - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

Rectorale redes | 32 Pagina's