GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 12

Rede ter gelegenheid van de 81ste Dies Natalis van de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

togenbosch ontstaan, als levenscentrum van de twee groote elementen der natie" ^®). Het is waarschijnlijk naar aanleiding van deze memorie, dat Kuyper in 1912 de herinnering ophaalde aan plarmen, die in 1874 besproken zouden zijn met Groen en Elout van Soeterwoude over de stichting van een universiteit „rustend op breed geplaveiden christelijken grondslag" ^«). De kwestie van het hoger onderwijs bleef de gemoederen bezig houden. Ook in de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs kwam zij ter sprake en wel in de vorm van een rapport ener commissie, ingesteld op haar vergadering van 1874 en bestaande uit Kuyper, de orthodox-confessionele Utrechtse hoogleraar in de rechten De Geer van Jutfaas en de eveneens als rechtzinnig bekende predikant dr. G. J. Vos Azn. Haar taak was, van advies te dienen over een plan de campagne in de strijd voor het christelijk lager onderwijs. De commissie kwam echter, via de vaststelHng dat kerk en school beide het grootste belang hebben bij de opleiding van predikanten en leraren, ook te spreken over het hoger onderwijs. Zij gaf het bestuur van C.N.S. in overweging raad te plegen met predikanten en gemeenteleden over „de stichting van eene universiteit die, uitgaande van de levende kern, het wezen der Protestantsche kerken, en met haar organisme in levend rapport, het Christelijk element wederom in den grootschen omvang der wetenschappen tot waardige plaatsbekleeding en in het streven van ons geslacht tot zedelijke en geestelijke macht verheffen zou"-"^^). In de jaarvergadering van C.N.S. in mei 1875, waar dit rapport ter discussie kwam, is over deze passage niet gesproken, hoewel De Geer, Kuyper en Vos alle drie aanwezig waren. Het verslag althans zwijgt er over, en er is ook geen gevolg gegeven aan de suggestie van de adviseurs om „deze allergewigtigste zaak" commissoriaal te maken. Toch verdient hun opmerking vermelding. De bedoelde passus in het rapport is namelijk niet afkomstig van Kuyper, maar volgens diens eigen latere mededehng van Vos ^^). In de jaren '80 is de laatste vooral 1°) Briefwisseling van Mr. G. Groen van Prinsterer en Dr. A. Kuyper, 1864—1876, bewerkt door A. Goshnga, 1937, biz. 280. 1") A. Kuyper, Een geloofsstuk, 1912, bIz. 6. Van elders is mij over deze samenspreking niets bekend geworden. i'') Rapport der Commissie, benoemd in de Algemeene Vergadering der Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, gehouden op den 5 junij 1874, 1875, blz. 20. 18) G. ƒ. Vos Az., Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat, 1887, blz. 25. Vgl. zijn: Groen van Prinsterer en zijn tijd, dl. II, 1891, blz. 511.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

Rectorale redes | 24 Pagina's

Een keerpunt in de voorgeschiedenis der Vrije Universiteit - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

Rectorale redes | 24 Pagina's