Loon, winst en vermogen - pagina 12
Rede uitgesproken ter gelegenheid van de achtentachtigste dies natalis der Vrije Universiteit
volgens J. L. Mey „funktieloze" winst; hetzij veroorzaakt door het betalen van te lage lonen (remedie: loonsverhoging) hetzij door aan de consument te hoge prijzen in rekening te brengen (remedie: prijsverlaging onder pressie van de overheid). In het kader van ons betoog verdient bovenal de mening van Dr. Albeda alle aandacht. Zijn hoofdargument ter verdediging van de winstdeling is de uitspraak, dat het aan het einde van het boekjaar aan de dag treden van winst er op wijst, dat de lonen van de werknemers in het verleden te laag zijn vastgesteld. Indien zulks juist zou zijn, hetgeen ik voorshands betwijfel, dan is de consequentie van Albeda's betoog, dat in verliesgevende jaren, de lonen van de arbeiders blijkbaar te hoog zijn geweest. Van onmiddellijke aanzuivering van het teveel ontvangen loon door de werknemers kan uiteraard geen sprake zijn. Wel zou men in toekomstige winstgevende jaren het winstaandeel geheel of gedeeltelijk kunnen inhouden. Een tweede bezwaar tegen Albeda's argumentatie zou ik aldus willen formuleren: Het is niet juist om het ontstaan van de winst in hoofdzaak aan de produktiefaktor arbeid toe te schrijven. De winst is ontstaan door samenwerking van een complex produktiefaktoren (arbeid, leiding, grondstoffen en duurzaam slijtende produktiemiddelen). Het bepalen van het exacte aandeel van elk dezer faktoren in de totale winst (de zgn. Zurechnung) is een onoplosbaar probleem. Zodra men de werknemer echter een recht toekent op een deel van de winst moet men dit recht o.m. ook toekennen aan de verschaffers van vreemd vermogen en aan de leveranciers van de grondstoffen in de ontwikkelingslanden. De praktische uitwerking van zulk een winstdeling stuit echter voor de individuele onderneming op onoverkomelijke moeilijkheden. Het causaal verband tussen de prestaties van de arbeiders en de hoogte van de bedrijfswinst zou moeten kunnen worden aangetoond, wanneer men de winstdeling met een beroep op de rechtvaardigheid propageert. Daar is echter allereerst het feit, dat de opbrengst wordt bepaald door de koopkrachtige vraag en de bestedingskeuze op de afzetmarkt. Beide elementen liggen buiten de directe invloedsfeer van ondernemer en werknemer. Bij een bedrijfseconomische benadering van de oorzaken voor het ontstaan van de winst ontmoet men voorts tal van elementen, die geen onmiddellijk verband houden met de aard van door de werknemers 8
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1968
Rectorale redes | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1968
Rectorale redes | 26 Pagina's