GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Nederlanders in de Vereenigde Staten en in hoeverre zij hun vierderlel doel bereikt hebben na 75 jaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Nederlanders in de Vereenigde Staten en in hoeverre zij hun vierderlel doel bereikt hebben na 75 jaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

door Dr HENRY BEETS.

In 't voorjaar van 1922 is het 75 jaren geleden, dat de grondslagen gelegd werden der negentiendeeeuwsche Hollandsche Kolonies in de Vereenigde Staten. Het is alleszins gepast een artikel te wijden aan ons Gereformeerd volk in dat land, en dè vraag te beantwoorden in hoever het slaagde in hei bereiken van het ^'ierderlei doel, dat onze Pioniers van den Grooten Trek zich voor de oogen stelden.

De wereld had geene hooge gedachte van 'onze Voortrekkers van 1846 en volgende jaren — wat hun zedelijk gehalte aanging. De kapitein van een schip met onze landverhuizers aan boord, signaleerde, dat zijne lading bestond uit valsohe munt, in Nederland niet meer gangbaar. En sommigen, ook van het volk des Heeren, hadden niet veel 271 op met hun g e e s t e 1 ij k karakter. Nog onlangs herinnerde Dr Hepp ons aan Dr Bavinck's regelen in „De (Katholiciteit", Mz. 45, sprekende over piëtistische ' wereld ontvluchting:

„Men trok zich Uit geheel het leven terug, scheidde zich in den letterlijken zin des woords van alles af, en ging soms, érger nog, naar Amerika scheep, het vaderland als toch verloren aan het ongeloof prijsgevende."

Nu' is het zeker ongetwijfeld waar, dat niet al onze pioniers even hoog stonden wat zedelijkheid betrof. De geschiedenis in Amerika heeft dat wel bewezen. Nog onlangs viel ons een manuscript ia handen, dat een soort „ohronique scandaleuse" levert van sommigen der Pella-voorgangers. Doch' dat was te verwachten. Zelfs toen Israël uit. Egypte toog ging er „gemengd" volk mede. Toch stonden onze pioniers over het algemeen moreel hoog .^^oodat wij met trots hen onze , - , P.elgrim Vaders" noemen. Trouwens, schreven niet Brummelkamp on Van Raalte in hunne „Landverhuizing", (1846) op bl. 19 omtrent „het vertrek van vele duizende der besten onzer landgenooten naar Noord-Amerika, (de besten zijn immers zij, die het nauwst aan God en hun geweten verbonden zijn!)"

Wat het godsdienstig gehalte betreft, zeer zeker bestond er iets van den geest door Bavinck terecht veroordeeld. Met name Scholte, wiens chiliastisch pessimisme daar zeker invloed op uitoefende, beeft dit geopenbaard. Denk aan wat hij schreef in zijn , , Nieuwjaarsgeschenk aan Nederland", (1817):

„Nederland heeft zijn God verlaten, en nu schijnt de Heere Nederland aan zich zeiven over te laten. Volk van Nederland! Gij gaat een gapenden afgrond tegemoet van geestelijke en lichamelijke ellende I De Heere is bezig voor hen die het Wjoord zijner lijdzaamheid bewaard hebben, een F e 11 a te bereiden." (Bl. 21, 25).

Geen wonder, er was eertijds onder het volk der Afscheiding wel iets van dat piëtistisch zich terugtrekken, en dat als „wereldsch" verwerpen van pogingen „om het leven te hervormen naar den eisch van Gods Woord". Ook de bovengenoemde brochure van den overigens zoo optimistischen Brummelkamp spreekt meer dan eens van 't „zinkend Vaderland", enz. Doch wij beweren, dat ons volk in Amerika metterdaad heeft bewezen, dat het Scholte weigerde te volgen op zijn piëtistisch en chiliastisch pad. Zijn' aanhang te Pella slonk weg als sneeuw voor de zon. Ten laatste stond hij feitelijk geheel alleen. Neen, over het algemeen gesproken, kwam ons volk hier niet als een wereld-schuwende individualistische hoop doch met een welbewust doel, juist het tegenovergestelde beoogende.

Dat doel was vier derlei.

Het eerste was om groepsgewijze kolonies te stichten.

Brummelkamp en Van Raalte spreken hiervan als „dorpsgewijze wonende", en zij waarschuwen tegen „verstrooiing onder eene Engelsch sprekende natie ook tijdelijke en teedere zielsbelangen in gevaarbrengend", bl. 35 en 54 der „Landverhuizing." •'

Landverhuizers worden door vereenigingen geleid om elkander te ontmoeten „op dezelfde plaats in Amerika", bl. 55, om „verstrooiing en daaruit voortvloeiende gevaren te voorkomen, en door vereeniging predikdienst en het belang van opvoedinfr der jeugd te verzekeren", bl. 37.

Het tweede doel door hen genoemd was verbetering van levenspositie. In Nederland door hooge staatsschulden en malaise gedrukt, verdrongen de volksmassa's zich, „zoodat de nijvere handwerksman, ook in het drukste jaargetijde moet klagen over slapheid van werk, ja dikwerf ledig loopen; zoodat men elkander onderkruipt bij het

openvallen van lederen post, klein of groot". De schrijvers melden van „haast ongeloofelijke ron currentie, die iedere nering en handtering bijna onmogelijk maakte, het dagloon verminderend, zoodat het geschrei der arbeidslieden opklimt tot in de ooren des Heeren". (BI. 6, 7). Van de Afgescheidenen gemeenteleden beet het, dat „velen hunner werkeloos zijn, verarmen, teeren dagelijks achteruit, zitten met hunne kinderen in verlegenheid of verdienen in gewetensbesmettende afEaires bun brond", bl. 33. Lotsverbetering wenschen zij, als huisvaders eigen huis verzorgend, bl. 15, 33, „hopende als landbouwers en nijvere handwerkslieden, lijdelijk onderhoud te vinden", bl. 35. „Hun .".al, zoo wij hopen, Noord-Amerika eene plaats aanbieden, waar zij naar Gods gebod in stilheid levende, brood zullen kunnen eten, verdiend in het zweet huns aangezichts", bl. 3.

Het derde doel der emigratie was het oprichten van Christelijke scholen „om hunne kinderen op te voeden in de leer en vermaning des Heeren", bl. 15, 19. „Vooral ook wenschen wij, dat zij (de landverhuizers), het groote voorrecht mogen kunnen genieten van de kinderen op Christelijke scholen onderwezen te zien; een voorrecht, dat wij hier moeten missen, daar op staats-scholen een algemeen zedelijk onderwijs gegeven wordt, hetwelk noch Jood, noch Roomschgezinde stooten mag, terwijl vrije scholen geweerd worden. Dit gemis mogen noch wenschen wij te dragen", bl. 35. In Nederland werd hun, die Christenschol en trachtten op te richten „en alzoo iets te doen tot red dim; van het zinkend volk, voet voor voet den grond betwist waarop zij staan", bl. 8.

Het vierde oogmerk der landverhuizing was de Zending. „Ook is onze innige begeerte, aldaar met elkander levende, tevens een werkdadig aandeel te mogen hebben in de verspreiding van Gods waarheid onder de Heidenen, waartoe hier (in Nederland), velen bij de lust de macht begint te ontbreken", bl. 35.

In hoeverre is na vijf en zeventig jaren dat viervoudig doel bereikt?

Antwoord hierop te geven bedoelen deze artikelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De Gereformeerde Nederlanders in de Vereenigde Staten en in hoeverre zij hun vierderlel doel bereikt hebben na 75 jaren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's