GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De angst der wereld.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De angst der wereld.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De moeder van Sisera keek uit door het venster, en schreeuwde door de traliën: aarom veiioeft zijn wagen te komen ? waarom blijven de g-ang'en zijner wagenen achter ? Richteren 5:28.

De da.gen van nu zijn' angst-dagen.

Het heele leven is vol onrast, want in plaats van tot stilte te staken, neemt de wereldberoering toe en de dageraad Van herleving, die voorzegd was en verwacht werd, blijft, uit. Be spanning in de menschenharten verstrakt zich, en wie achter de glinsterende sluiers van schijnschoon ziet, bemerkt bange vrees.

Wilt ge die vrees nader kennen?

Luister dan naar'wat/Deböra zegt van Sisera's moeder.

Debora zingt hier haar zegelied.

Zij looft den Heere van het wreken der wraken in Israël.

Zij jubelt over de uitredding, die Hij gaf uit de hand van Jabin en Sisera, en.... aan het einde van haar machtigen zang laat zij onverwacht Sisera's moeder spreken. Zij ziet haar, de trotsche vrouw, voor zich, en hoe eigenaardig, niet een der vrouwen van den geweldigen veldheer. Die tellen niet mee. Die blijven in den harem. Die kunnen niet optreden om den angst en de rouw te vertolken, want bij de veelheid van vrouwen is geen liefde, doch alleen passie. Daarom gaat Debora haar voorbij, en. richt zij haar oog op de moeder, wier hart in snelle slagen klopt voor haar roemfuchten zoon. Haar verbeeldt zij zich in Sisera's paleis te Haroseth. Zij is omgeven door haar staatsvrouwen, en met die hofdames wacht zij den terugkeer van het leger af, dat uilgetrokken is, om de opstandige Israëlieten neer te trappen. Niemand uit dien voornamen vrouwenkring denkt eerst aan droeve dingen. Er is zelfs in aller wachten zekerheid en rust, want wat zal dat uitgemergelde boerenvolk tegen den onverwinlijk'en Sisera, en 'tegen zijn helden en strijdwagenen ?

Maar toeft. de uren vervliegen, en... het leger-. 'f-^'ft? ' '

Het duurt lang, eer de ijlboden de eerste berichten brengen.

Het duurt lang, eer de eerste overwinningskreten in het .paleis doordringen, en— 'de rust wijkt voor spanning en angst. Sisera's moeder wordt onrustig. Bange gedachten flitsen door haai-brein, en zij kan het op' haar rustbed niet meer uithouden. Zij gaat voor het tralievenster staan, en tuurt en staart, of zij 'in de verte geen spiesen ziet. blinken en vaandels wapperen.

Er is echter op den jbeirweg geen stofwolk te zien....

Het blijft daarbuiten angstig stil. Sisera 'komt niet, en het moederhart klopt al sneller. De an, gst wordt al sterker. Wat zou er gebeurd en haar zoon overkomen zijn ? Is misschien — ? en als zij weer den. weg afspeurt, en weer niets, niets ziet, 'kan zij het niet langer uithouden, en schreeuwt zij door - het venster: waarom vertoeft z ij n wagen te komen ? Waarom blijven de gangen van z ij n wagenen achter ? Waarom talmen zijn paarden — ? Mijn zoon, mijn zoon

Hier hoort ge het schreien van het moederhart.

Deze vrouw, (en w.at kent Debora de vrouw, de vrouwenziel goed!) vraagt niet: waarom komt het leger niet terug, en waar blijven Jabin's troepen? maar waarom' vertoeft zijn wagen te komen. Zij denkt alleen aan haar zoon. Zij vergeet, . en hoe natuurlijk!, al het andere. Zij is alleen met haar kind hezig, (want wie heeft' zóó lief, en is zoo beangst als een moeder ? ), doch — in dien angst trilt het van wanhoop. Deze tóoeder bezit niets dan Sisera. In hemi ligt al ihaar geluk. Als hij valt, is haar leven igebrdkén, en zij kent geen troost voor haar ziel in Hem', 'Die teederder dan een moeder troosten kan en troosten wil.

Die angstige vrouw staat niet alleen.

Zij wordt omringd door een wereld Van menschen, die als zij en met haar vreezen en wanhopen, en haar bangheid vindt ge vooral nu terug. Wij leven immers in een wachtende wereld. Zij waclit op den vrede, en op den nieuwen dag) en zij heeft zich van dien vrede zulke schoone droomen gedroomd. Zij bouwde zulke stoute idealen, want haar Sisera's waren immers uitgegaan om het geluk te bemachtigen, en de lichtvoUe toekomst te verzekeren. En op hen, de^helden, was al haar hoop gevestigd. Zij verwachtte het van haar wetenschap, en zij rekende stellig op haar

cultuur, en zij twijfelde niet aan haar volkereneenbeid, en velen zagen den socialistisclien heilstaat reeds nabij, maar, taaar De Sisera's zijn uitgetogen; doch zij 'komen niet zegepralend terug. Die dageraad toeft. De ^rrede keert niet weer. Het blijft nacht, en de harten der menschen worden gepijnigd door onrust en angst.

Dat willen zij liefst bedekt houden;

Zij verbeiigen graag hun vrees.

Ze zingen vroolijfce liedekens met een treurig hart, maar het is in bittere werkelijkheid als edik op een wonde, en in de binnenkamers, waar ze zich veilig wanen, ziet Igeze, als Sisera's moeder, handenwringend voor de vensters staan.

Zij turen, of hun helden niet terugkeeren. Zij kijken zich moe, of de zegewagen niet aa.nrollt, miaar de dagen vei-vliegen, en het blijft angstig stil. De donkerheid wordt zelfs banger. 'Nieuwe catastrophen dreigen, en hoort ge niet 'de angstvrajgen, die over de wereldwegen uitgeschreeuwd Avorden: waarom toeft zijn wagen te komen?

Zoo mag Gods biet, vragen.

Zoo anigstig mag Zijn volk niet zijn.

Zeker, gij sluit "uw oog niet voor den wereldnood, en. leeft niet over de verschrikking 'dezer tijden heen. Diat is evenzeer zonde. Een ohiïsten mag nooit over de ellende heenleven. Hij heeft, als God slaat, pijn te gevoelen. Hij zal, als de wonden schrijnen, smart lijden. Wij moeten ons zoO' scherp mogelijk rekenschap geven van den ontzettenden crisis, die zich thans voltrekt, en als iemand pessimistisch is, dan wel hij, die over de wereld de vlammen ziet laaien van dèn toorn" Gods. Toch, lijden en angst zijn twee. Pijn gevoelen eii bang zijn behoeven niet samen te gaan. Wie h'et'-gebeuren beziet in bet ontdekkend schijnsel van 'sHeeren Woord, heeft zelfs geen reden tot vrees of wanhoop, want voor beha' is het g'een vraag, waarom de waigens van Sisera-toeven te komen. Voor hem is het geen raadsel, wat de toekomst zal baren. Vöór hem is liet niet onzeker; wat het wereldlot zal zijn. Hij weet, dat Sisera' uitblijft, - omdat de raad des Heeren bestaat, en God de^njandige wereld slaat. Hij weet, dat de gezichtseinder donker is, oindat door Moed en vuur, de toekomst van Christus bomen zal. 'Hij weet, dat het wereldlot zeker en veilig rust in de handen van zijn God, en daarom: geen angstig turen en staren - en roepen...

Gij, die Christus kent, doet andere dingen.

Gij ziet wel uit en vraagt wel....

Gij wacht en roept en verlangt wel.

Doch uw uitzien is het "heilig staren, of de Bruidegcttn, ook komt, en uw roepen is de héimweekreet: hasting.

K. D.

„Verbetering, de Schrift' vaii 29 .Sept. leze men, .regiel 27 van kolomi 2, niet „sfcljrijnt", " doch „schijnt", Regel 3, v. o. kolom 3 leze men: daarin altijd plaats heeft. Regiel 7 v. o. staat Zijn (hoofdletter), lees: zijn (kleine letter).

K. SCHILDER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De angst der wereld.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's