GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Te Veel studenteu ?

Ik moge nog eenmaal het „Alg. Wieekbl. v. Chr.dom en Cultuiu-" aanhalen. Ia een hoofdartikel van J. A. vor der Hake lezeu we:

Zijn er te veel studenten aan de Nederlandse hogescholen.? Er zullen er weinigen zijn^ die het ontkennen. Hoe komt het?

Mi} schijnt de fout hoofdzakelik te zoeken in het groot aantal hogere burgerscholen. Zeker, er zijn bij de, de laatste ü a 8 jaren verrezen middelbare scholen ook een respectabel getal lycea; dat wil dus zeggen: een respectabel aantal nieuwe gymnasia; jiiaar een onderzoek zou vermoedelik uitwijzen, dat dat • toch goeddeels maar miniatuur-gymnasia zijn, die 't in grootte van Idassen stevig afleggen tegen de onder hetzelfde dak gehuisveste h.b.s.-afdelingen. Die gymnasia zullen het wel niet, of maar voor een Idein deel, op hun geiweten hebben, dat het aantal studenten zo is toegenomen, dat het nu onrustbarend geworden is.

Het euvel zal wel bij de h.b.s. zitten en zo geboren worden: er is een vader, die zijn jongen op de h.b.s. doet. Natuurlik; minder doen we 't tegenwoordig niet; dat is toch ook al 't minste, wat je je kind kunt n.eegeven. Bovendien — in een vorig artikel heb ik betoogd, dat men ook nergens terecht komt zonder het einddiplonia van een h.b.s. met 5-jarig© cursus. Wil iemand daarvan nog bewijs, hij neme Van Mameron's „Leidraad bij beroepskeuze", en leze daar eens na, wat men, in het bezit van het einddiploma, worden kan, of beter: zonder dat bezit, niet worden kan. Het is vlalnveg belachelik. Ambten, waarvoor vroeger kunnen lezen, schrijven en rekenen voldoende was — en ook nu natuurlik in werkelikheid nog voldoende i s — bereikt men niet zonder het einddiploma van de h.b.s.

Goed, die vader doet z'n zoon op de h.b.s. — aanvankelik met geen andere bedoeling dan om hem later in z'n eigen zaak te nemen. Maar, in de tweede, in de derde klas, krijgt de jongen de smaak voor ' plant-en dierkunde, voor scheikunde, voor wat ook, te pakken. Een 8, een 9 op z'n rapport bij een leraar, die liefde voor 't vak weet bij te brengen. De jongen begint thuis schuchter te praten over „studeren". Vaders trots is gestreeld. Hij — aanvankelik ook nog schuchter — naar de direkteur. • Die zegt: „Tja.... misschien zou 't gaan nog • eens zien; zeker maakt de jongen 't aardig goed , in dat vak." Vader thuis tot zijn vrouw: „De direk-; teur is' er warm voor, zegt dat Wim een zeldzaam , knappe jongen is." En 't besluit is klaar. Over 't financiële bezwaar wordt heengestapt — hoe 't kan, dat snap je niet, maar 't kan altijd (ik ^^/eet geen spreekwoord zo waar, als dat 't in een andermans boeken duister lezen is).... de universiteitastad is niet ver Aveg, met de trein te bereizen en .... • de hogeschool is een student in de chemie, in de biologie, in de techniese wetenschappen rijker of... ; armer? Veel hoogleraren zeggen 't laatste. Nu zijn die ook niet precies de juiste beoordelaars. Want, dat is nu weer een wonderlike speling van 't lot; terwijl, naar men zegt, het peil van ^e kennis op de middelbare school daalt, al maar 'daalt, rijst bet voortdurend aan de akademie.

Verwijt men de middelbare school toenemende oppervlakkigheid, men kan de akademie met evenveel recht toenemende verdieping verwijten. Er zijn ongetwijfeld de laatste jaren te veel middelbare scholen gekomen; maar er komen even ongetwijfeld te veel biezondere hoogleraren. Dat een scherpzinnige kop, een geleerde man, een mens met studiezin, zich met al z'n liefde en toewijding verdiept in, zeg de taal van de Basken uit de 10de eeuw, en daar alles .van wWI/ïÉ^^^. prachtig. Dat hij daarover voor de wéinige jng'ewijden voortreffelike artikelen schrijft, die ook nog wel te waardeeren zijn door iemaird met een algemene belangstelling voor talenstudie, is eveneens prachtig.

Alaar overdreven is 't de eigen belangstelling nu weer te gaan opschroeien tot een pleidooi voor het stichten van een leerstoel voor 10de eeuws Baskies aan de Nedeiiandsche universiteiten en kennis van die taal als examen-vak te eisen van candidaten in het Portugees.

Hier en zO' botsen middelbare school en alcademie tegen elkaar.

De professoren wegen en bevinden: „te licht", de maatschappij telt en zegt: „te veel".

Hoe komen we er uit?

Toch ten slotte niet met enquêtes, niet met rapporten, niet met artikelen, niet met vergaderingen. Aux grands maux les grands remèdes.

Toen 't met de schatkist spaak liep, was er geen ander redmiddel dan het drastiese van de 10 pCt. Als 't in Nederland-spaak loopt met een te groot aantal academici, zal wederom een drastiese maatregel de enigo zijn, die de zaak verhelpen kan.

In mijn vorige artikel heb ik er één genoemd: de eisen verzwaren. Er is mogelik een andere en betere. Ik zie hem niet. ^

De akademie dan maar laten aan de knappe mensen., door gymnasium en h.b.s. te laten aan de werkelik knappe kinderen.

Maar maar voor tal van maatschappclike betrekkingen buiten de akademie dan ook niet, meer eisen dan: gezond verstand. Daar komt men dan ook waarlik ver genoeg mee. Verder wellicht_ dan mei een Nederland, dat topzwaar is van .... kwasigeleerdheid.

Gelukkig is het niet-minister Colijn, die het zegt. Anders was er weer ruimte voor eon plaat: de gewurgde student.

Naschrift. Verschillende brieven kreeg ik (waarvoor mijn dank) over het vers van Lodensteyn. De schi-ijvers meenen, dat „namen" niet een zelfst. naamwoord, maar werkwoord is, en „zijn" geen koppelwerkwoord, maar bezittelijk voornaamwoord; de rest wordt dan vanzelf wel duidelijk en het geheel een drietal woorden uit den tekst: en zij namen zijn kleederen. Zonder dat ik Lodensteyn opgeslagen heb, komt me de gedachte van de correspondenten zeer juist voor. Misschien kan ik later nog eens zien, of het vers niet breeder is, dan de enkele door mij overgenomen ^strofen. Bovendien is het jammer, dat de typografische uitvoering varr evangelisatiedrukwerk zoo slecht is vaak, en vooral hier bij „De Banier", dat de vergissing, die ik had, _ zelfs iemand overkomen kon, die den bijbel toch wel" leest. Evangèlisatiebladen zijn geschreven voor wie hem niet lezen. Voor hen had een citaat van den bijbeltekst m.i. niet jnogen - ontbreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's