GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Stigmatisatle.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stigmatisatle.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

\'oüi-ts, niemand doe luij luoeile aan, wanl. i k draag de l^tteekeneu des Heereu Jezus in mijn lichaam. Galaten 6:17.

T'usscheii de bedrijven door wordt op' het doek v.an de bioscoop zaal der moderne wereld ook ge-• projecteerd zoo'n heel enkel fragment uit den film, die betrekking heeft op het gestigmatiseerde Duitsche meisje, dat dezer dagen algemeen de aandacht trekt. •

Men kent het geval. Een plattelandsmeisje vertoont op bepaalde tijden in haar lichaam de wonden van den Christus in Zijn stervensgang; aanschouwt in uren van extase met — naar men zegt — controleerbare nauwkeurigheid het straattooneel, waarin de kruisstoet opigenomen werd opi den weg naar iGolgotha; spreekt, mag men de berichten geloioven, in de taal van den tijd van Herodes en Pontius Pilatus de woorden na van wie Christus' lijdensgang Voor 20 eeuwen hebben gezien; en bloedt uit vele wonden, welke ook in Christus' lichaam zijn geslagen. En als dat lijden maar zielen mag trekken toit Christus, dgn-is.Aat haar, zelfs zóó, nog goed te leven. "? ? S|Ö? S'"

Wat zal men daarvan, zeggen? 'S®--: »*

Of, heeft het ons wat te zeggen? NéèSi'/'^-Mié is het de plaats niet, om over wat dat meisje ondervindt, wetenschappelijke oordeelvellingen te zoeken of te schiften. Dit is de vraag, die opi ons afkomt, juist als wij Christus in ons leven te allen dage - moeten beleven, alsof hij bij ons is, neen, èmd, at Hij bij ons is: is dat meisje een slag in ons aangezicht, ja, dan neen? Is dat soms niet wat groots, als daar in den kring van onze ; ille-dags-waarneming iemand komt, die in ieder f^eval zóó ontzaglijk met den Christus te doien ie eft, dat zij in haar „zijn" wordt bepaald naar haar „zien"? Is dat niet iets, om u aan te trekffkeii, als daar iemand is, waarvan men in aw tegenwoordigheid en in die vaji God, zeggen kan: „zij dan, de vernedering van Christus als in een spiegel aanschouwende, ja, weerkaatsende', afspiegelendei, wordt naar hetzelfde beeld' van gedaante veranderd"? Ja, ge zoudt haast vanzelf aanvullen: „alsvan des Heeren G-eest". Is dat meisje een illustratie op de van God geschreven acte van ónze eigen .ingebrekestelling? Als Christus zóó reëel", in ons leven worden kan, moeten wij' dat dan ons aa.ntrekken en op een of andere wijze in haar schaduw trachten*te staan voor de poort van God?

. „Als van des Heeren Geest" schijnt-U dit geschied ?

. Maar weet het wel, dat juist daar.de moeilij'klieid zit. Dat meisje liesft ontegenzeggelijk haar „gedaanteverwisseling". Paulus weet daar ook van Ie spreken. Ma, ar hij zegt, dat wij', .de HEERLI.TK-HEii> des Heeren (Christusj .aanschoiuwendei, naar hetzelfde beeld van gedaante wo-rden veranderd. De metamorfose van den christen, o ja, daar komt het heel erg op aan; en dat wordt in ieder geval ook door dat plattelandsmeisje ons voorgehouden. Maar voorts als Paulus'zegt, dat die metamorfose van den christen uit Christus' verhoog ing moet afgeleid worden, dan .zien we hier het omgekeerde gebeuren: het is .alles een teruggrijpen, tot in 'de metamorfose toe', op' den vernederden Christus. „Als van des Heeren Geest", zoo zegt Paulus, geschiedt de gedaanteverwisseling des christens, waaro.m deze te worstelen heeft. En die Geest is'de-Geest des „Heeren", d.w.z. alweder: de Geest van den verhoogden. Heiland, die eeuwig jong is, altijd gezond, onsterfelijk, beschikker • over zijn bloeiend vleesch door zijn machtigen Geest. Uit dien. verhoogden Christus neemt die Geest al, wat des Geestes is en een' gave vO'Or ons wordt. M.aar hier-hij het gestigmatiseerde meisje is gebroteidieid, hier is de wonde, die kwalijk riekt, hier is geen pipenbaring van een Heiland, die ons vleesch 'in de'U hemel tot een zelcer pa^ncl heeft, een paiid, dat Hem te allen dage uitdrijft tot 'de genezi.ng van alle kranke vleesch der zijnen.., . '

Ga nu met dat meisje staan in Gods teganwoordigheid; beschuldig haar niet en prijs uzelf niet en verschuil u ook niet achter een bijbeltekst; maar luister alleen naar het geoip en baar de woord. Dan zal dit, om te beginnen, het eerste zijn: dat gij iets anders zoekt, dat u hezighoi-ad't daar in het vergeten-dorp.je in bet schouwspel van een, die in boeien ligt, alsof Golgotha nog dagelijks van haar moest, ^herhaald worden.

En als ge dan nog verder gaat, en tot u zelf komt, 'dan weet ge het straks: hier is stigmatisatie, hier is iemand, die de „stigmata" (de wo'niieteeken-en) van Jezus draagt in haar vleesch. Ma; ir: nog een ander verhaal bent stigmatisatie; want oo'k Paulus zegt van zichzelf: ik draag de stigmata, de wondeteefcenen van-den Heere Je? us-, in mijn lichaam. ' • "f^/^Sf^.'

Iweeërlei stigmatisatie dus; maar-'dari zóó, da we de eene naar de andv); '^ mo'gen beao'tde'elen. Want in Paulus' stigmata weten we zéker de aanwezigheid van Christus' heerschappij.

En stel nu tegenover Paulus' stigmatisatie die andere. Dan vallen 'de tegenstellingen dadelijk O'p.

Pa.ulus' litteekenen zijn geen copie van die van den 'Gekruisten Koning. Wat heeft God, wat heeft Zijn koninkrijk aan copieën? Paulus.' handen zijn niet 'doorboord, zijn voeten niet met bloed beloopen, zijn zijde is niet op'Cn, zijn taal bedwingt hij', opdat hij spreke met verstand, dat elk hem-hooren moge. Niettemin weet hij zich in die ontstentenis van wat op Christus' W'onden uiterlijk' gelijkt ee'n gestigmatiseerde van Jezus, en Je'zus is daarin voor hem 'de Heer, de Eige'Uaar van Paulus' leven. Paulus' litteekenen, O'Ch, die zijn heel gewoon; hier zit een litteeken van de geeseling, toen en toen; ginds een litteeken va.n de steenwo'rp, daar en daar. Geeseling en steeniging, en alle andere wond in zijn vleesch, hij heeft ze opgeloopien in den dienst van zijn Koning daar boven. D'US draagt hij Christus' stigmata anders dan wie ooit in de kerkgeschiedenis als gestigmatiseerde te boek kwa.m staan, anders dan ook dan dat meisje, dat thans Europa van zich spreken doe't.

Dat meisje fcan Christus door het geloof ingelijfd zijn, ze kan het ook niet zijn. Haar wo-ndeii spreken haar niet zalig en bewijzen niets. Ook een werking van wel bizondere, maar toch natuurlijke zielekrachten KAN bij haar achter de wondeteekenen liggen als verklarende oorzaak. Maar bij Paulus is bet geschonden lichaam eC'n be-wijsstuk van een overgegevenheid, die nuchter is en waakt, van een liefdedienst, die uit Gods greep naar Paulus als naar een uitverko-ren vat te verklaren is, en - daaruit alleen. Wat het meisje heeft, kan beperkt blijven tot het „natuurlijke"; wat 'Paulus heeft, moet zonder ee-nigen twijfel vrucht zijn van., , geestelijk" levensbezit. Psychisch is 'de een, pneumatisch. de ander in zijn stigmatisatie. Wo'iidergeloof, zoo men het aldus zou willen noemen, k^an 'het eene werken, maar zaligmakend geloof ligt zék-er.'in het andere. " ../MïHaië"-

Indien ik zou moeten aa, nnemen, dat de''ïij'detïsweg van de gestigmatiseerde van het plattelandsdorpje een g-o-ddelijke bene-dictie was, een cliarisma, — indi-en! — dan zou zij nog maar iets hebben, dat bij hooge uitzondering gegeven werd'; want zulke gena'de — stel, dat het genade was — zou, indien ze gemeengoied in de kerk werd, de gemeente der uitverkore'nen O'mtoove'ren in een hoop elIendige'U, en .den arbeid der k'erk lam slaan in een kruipen en wringen van geboaideuen , in het slop' der machteloozen. Maar zie op' Paulus: zie hem werljen, zie hem de afstanden van zrin wereld overwinnen, zie hem als missionaris. Ge weet het: de eene ze-t niet haar stigmata het werk stop, de ander wordt geslagen, maar loopt door; hij moet immers nog heelema-al naar Spanje to'e?

Het meisje van vandaag ziet den Christus opj weg naar Golgotha en krijgt met hem te doen. Maar volgens de laatste berichten krijgt ze niet minder mét de heiligen te doen, die tenslotte grootendeels legC'ndariscbe personen zijn.... Dat wil zeggen; tusschen kanoniek en apokrio'f leert men bij haar het verschil vergetO'U; ze begint met van Christus den lof groO'telijks te doe'U zingen, maar ze eindigt met den twijfel te zaaien; een twijfel, die zeggen zal: welk verschil is er tusschen den Christus en den held der fantasie; der legenden? , Een - twijfel, die eerst verdwijnt, als men haar stigmata 'durft verklaren niet uit geestelijke, maar natuurlijke zielswerkingen. Doch Paulus hee'ft zijn litteekenen en zegt: ze zijn van Jez, us, en die is verhoogde Heier; en ik weet van anders iets niet en lijd ook om geen ander, dan om Hem.

Ja, dat meisje raak't u en miji toch; want ze zegt o-ns, wat er met een mensch gebeure'n kan, die „sterk ziet" op Jezus', die met hem bezig is, als ware Hij tegenwoordig. Zij beschaamt u en mij wel; want ook vO'or ons moet "Jezus tegenwoordig zijn. En wat blijkt er i n ons en : ai a n ons en onder ons van - die tegenwoiordigheid; wat is er aan van èn'^e metamorphose'?

aan van èn'^e metamorphose'? Maar meer dan dat ééne mag zij mij niet leeren. Want uit haar illustratie lees ik' niets af, wat mij' wijs maakt tot zaligheid. Paulus, het Evangelie-, God zelf, schrijve de-n tekst b ij d's-ze hedend'aagsche illustratie. Dan weet ik' genoeg. Met dat meisje .kom ik niet verder: het is uitzondering, wa, ar ik toch niet b-ij kan; Paulus heeft een regel, een algemeen-heid, die ik ook in mijn bestaan kan verwerven: hij werk't hard voor zijn Heiland', wi-ens eigendom hij is; en dan komt het lijd'e'U va, nzelf wel, maar o-ok de heerlijkheid. Bij d'at meisje is mogelijk een geestelijke eroiti'ek, 'die ve'rdwaald is; maar in Paulus glanst het gel oio f, dat werkt door--de liefde; en dat geloof maakt zijn wpnd'en van purper, niet om'dat ze Jezus' bloed imiteeren, maar omdat ze illustreeiren hoe sterk en levend hij is: zóó sterk, - dat hij' zelfs den farizeeër in Paulus breken ko-n en hèm maken tot - een zendeling van den Gekruiste, thans in der eeuwigheid' gekroond. Dat meisje heeft hcrhaaldelij'k in verrukking van zinnen Jezus blo-edend gezien en komtniot verder dan - dat.bloed. Paulus heeft eenmaal Christus ondergaan als een verblindend'^ licht en een oorverdoovend geluid van oordeel, op: weg naar Damascus; 'en toen heeft hij, sinds die^n d'ag, veel kunnen.lij'den, omdat Christus b-oven het lijden verheven was. Dat meisje houdt Christus' lijden als overblijfsel; en wat arm is het! Maar Paulus vervult de overblijfselen van het lijden v-aai Christus; en hij zingl: psalmen in den nacht en maakt Philippi's kerker tot een wonderterrein op het zendingsveld.

Ja, trek u het geval van dat duitsche meisje maar aan. De 'mensch „i s" ten deele naar dat hij „ziet". „Zien" en „zijn" staan niet lO'S van ellcander. Maar wat in haar het gebrek is, dat is 'in Paulus overwonnen. Zij, dat meisje, grijpt al maar terug naar een ve.-rleden, dat voo-rbij is (het kruis); maar Paulus werkt en lijdt smarten uit kracht van de toekomst, die na dat verleden volgde.. (Christus' heerlijkheid en verhooging). Wat' heb ik aan Christus' lijden, als hij niet verheerlijkt is? De stigmata van het meis.je preek'en een moment uit Christus' lijdensweg; maar een moi'ment is niets. Doch Paulus' stigmata preek'en Christus' heihge geschiedenis 'en zijii da, arin zelf een' mo-ment, een integreerend • deel.. Het meisje illustreert 'de bu i tenzij'de Van db lij'd'elijkre, Pa, u-. lus het g'èheim.van de dad e lijk'e gehooirzaamheid van Christus: lijden, maar met een d-o-el en zonder onderlating van 'den actieven dienst der.^, . gehoorzaamheid. " , '^'f

Laat ons zien niet op het blo^d alleen. Christtis'. •'• i|lgg|4ï.iis-: anvruchthaar en dor^ als het niet in ver-

366 baud gezet blijft met heel zijn gehoorzaamheid, zijn doelstelling, zijn eeuwigheidswerk, zijn verheerlijking. Daarom willen wij het verband tusschen „zi-en" en „zijn" niet beleven langs den weg der eigen keuze van een lievelingsmoment uit Christus' werk, doch wij willen üat verband' beleven door, achteruitziende op het bloed', dat gestort is en door niemand ooit weer gestort behoeft te worden, noch ook geïllustreerd, naar voren te zien en naar boven en naar den jong sten dag.

B, an overkomt ons de metamorfose des christens: wij dan, de heerlijkheid des Heeren weerspiegelend', worden jiaar hetzelfde beeld van gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid als van des Heeren Greest.

En wederom: wij zullen Hem eens gelijke „zijn", want wij zullen Hem „zien", gelijk Hij is.

Ja, - elke bloedstorting gaat oaas aan, ook van dat meisje, maar nooit buiteai de gemeenschap van Christus' werk in zijn lengte, breedte, hoogte en diepte, naar het profetisch Woord gekend en geloofd.

Wees gehoiorzaam en olfer de offeranden van ziel en lichaam in uw dagelijksch werk van dienst; en ook gij zijt met Paulus Jezus' gestigmatiseerde. < Tod wil met ons vooruit; het is soms zoet, maar altijd zondig, achteruit te slaan naar wat voorbij is. Oofc Golgotha reikt naar hooger dingen, onder meer naar uw eeuwige jeugd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1927

De Reformatie | 6 Pagina's

Stigmatisatle.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1927

De Reformatie | 6 Pagina's