Het goede eten.

We kunnen nooil zeggen dat genade ons passief maakt.

Integendeel waar de .H. Geest werkt en liet «ivangelie van Christus do-et aanvaarden, daar is de hoogste activiteit en de volle spanning der ziel.

Daarom stelt de Heere dat aannemen der verlossing voor als een k o-o pen om het verbondmatige, het wederzijdsche er in uit te laten komen.

En toch zóó, dal het alles werk Gods is en hjuter genade. Opdat alle roem van de zijde des menschen buitengeslolen zij.

De koopwaar die deze hemelsche Koopman aaribiedl, is het zuivere evangelie voor arme zondaren, al wat tOit laving, voeding en versterking der naar God dorstende ziel noodig is en voorgesteld wordt onder het beeld van water, wijn en melk. V'olle, rijke bevrediging voor de wachtenden en smachten den.

Ook zielespijs.' Hemelsch koren, dat in het eerste vers verondersteld wordt en in de nieuwe vertalingen er bij staat; immers, er is ook van eten sprake.

Om nu echter de g e n a d e der verlossing scherp te belichten, wordt de p-rijs, dien dez8 hemelsche Koopman bedingt, zoo eigenaardig geteekend.

Komt, koopt zonder geld en zonder prijs.

Zonder geld koopen in onze tegenwoordige maatschappij helaas vele menscheh. Ze denken, dat, als ze het begeerde goed maar eerst in huis hebben, het benoodigde geld vanzelf wel zal komen. Zonder geld verkoopen vele kooplieden, maar juist om gi'ooter winst te maken en het goed t^rug te halen als de afbetaling hapert.

Maar zonder prijs, zoarder dat het ooit iets kost, dat is nergens te vinden. Vow niets kan niemand zijn waren geven.

Bij dezen hemelseheii Koopman is hel juist andersom. Bij hem is voor niets alles te koop. En integendeel niets als , ge met geld wilt komen.

Toch maakt deze armoede niet lijdelijk.

De Heere kleedt het aanvaarden van zijn heil in Christus wel degelijk in als een voorwaarde.

Komt tot de wateren; komt, koopt, eet, hoort aandachtelijk naar Mij: eet, neigt uw oor, komt tot Mij, hoort.

En toch niet uit de werken; alles do.ir genade.

Zoi) biedt God uit vrije ontferming Zijne genade aan.

Maar de dwaze mensch koopt liever voor duren prijs waardelooze dingen dan voor niets de genade die uit God is.

Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is en uwen arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan?

Wat de wereld biedt is maar schijngeluk, het is geen brood; men kan er den zielehonger "niet mee verzadigen en toch is zehJs dit onwaarachtig goed n'et dan voor a biidsn pi nninj te verkrijgsn.

Denk eens aan het leven der Joden in Babel.

Niet weinigen verkozen de aardsche geneuohten in deze heidensche stad boven het wederkeeren naar het land der vaderen.

Veel was er in Babel te koop voor geld on arbeid.

En nog liggen de schatten der wereld overal te koop en haar vreugden zijn allerwege tegen geld verkrijgbaar. Maar dat alles kan de groote onrust van het arme hart niet bevredigen, den honger niet stillen, den dorst niet lesschen.

Daarom vermaant Jezus zoo ernstig: werkt niet om de spijze, die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven.

Hoe arm is de mensch, die geen deel dan hier beneden wacht. De duizenden zwofsgen en sloven daaiTOor. Zij stellen zich tevreden met een droombeeld van het geluk.

De weg tot waar geluk kan alleen betreden als we luisteren naar de roepstem des .Heeren.

Indien gij naar mij hoort dan zult gij het goede eten en uw ziel zal z'ich verlustigen in vettigheid.

Dwaas is dus de mensch, die alleen arbeidt voor de spijze, die vergaat en zich alle opofferingen getroost om een deel te krijgen van de schatten der aarde — zij 't nog zoo weinig — en die daar dan zijn hart op zet en er geluk van verwacht.

Als de rijke landbouwer kan hij misschien zeggen: ziel, gij hebt vele gO'ederen. Maar de dood komt en zegt: laat los! En hoe schamel staat dan die zondaar voor God.

Dit moeten wij ook aan de menschen van onzen tijd vragen: waarom weegt gijHeden geld uit voor hetgeen dat niet verzadigen kan? Dit woord geldt ook ten opzichte van de sohijnschatten der cultuur, der wetenschap, eiï kunst, van allerlei genot en vreugd, die de moderne mensch najaagt, terwijl toch zijn hart er zoo arm en zOo leeg bij blijft.

Tegenover die armoede predikt het Kerstevangelie den waren rijkdom en die ledigheid kan uit Christus' genade vervuld.

Eit evangelie is , de parel ..van alles , te bovenga, ande waarde. ••; ? ? *^o'jJ^"^-*''Si#3.-*'5^(^f^

Wie deze vindt' moet alles verkoop en waf-hij heeft en haar koopen.

Hij zal vinden het eeuwige leven.

Neigt uw oor — zoo roept ook • nu Christus — en komt tot , \Iij, hoort en uwe ziel zal leven.

Want ik zal met u een eeuwig verbond maken en u geven de gewisse weldadigheden Davids.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen