GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Hong. Geref. Kerken In Hongarije.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Hong. Geref. Kerken In Hongarije.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is voor de Hong. Geref. Kerk een gewichtige gebeurtenis, dat na langen tijd wederom de Generale Synode is samengekomen, en wel op' den Ssten iviei j. 1.

Dit op zichzelf reeds belangrijke feit is voor de Hong. Geref. Kerk van des te meer beteekenis, omdat volgens de momenteel van kracht zijnde kerkelijke wetten de Gen. Synode alle tien jaren wordt bijeengeroepen, om de vooirnaamste vragen van het kerkelijk leven te besprelc'eri en, zoo noodig, nieuwe wetten, in het leven te roepen.

De laatste Synode, die werkelijk ernstig werk verrichtte, hield van 1904 tot 1907 hare zittingen te Budapest, 'natuurlijk niet drie jaren onafgebroken, en met groote tusschenpoozen, maar toch zóó, dat de werkzaamheden pas in 1907 beëindigd waren. Schrijver dezes, toen nOig student, nam aan deze Synode deel als verslaggever van een groot dagblad.

Deze van 1904 tot 1907 gebonden Gen. Synode vervaardigde ook een. kerkelijk wetboek, dat 9 artikelen bevat, en zich met de volgende vragen bezighoudt:

Art. I. spreekt over cte kerkelijke, constitutie en organisatie.

Art. II. over de verkiezing van de dienaren, en over de aanstelling van missionaire, militaire-en tuchthuis-predikanten, en in het algemeen over de aanstelling en plaatsing van predikanten, gO'dsdienst-onderwijzende predikanten, hulppredikanten, en plaatsvervangende predikanten, die bij de verschillende staats-, stipendiale-, provinöiale of gemeentelijke instituten of gasthuizr-n zijn aangesteld en daar werkzaam zijn. Het laatste piunt van dit artikel handelt over het recht van predikantsweduwen om het pastoriegebouw ook na den dood van haar man nog een tijdlang te gebruiken.

Art. III. spreekt over de „Kerkelijke belasting", d. w. z. dat het onderboiud der kerken in Hongarije niet door vrijwillige giften, maar door vanwege de Kerk officieel, en in zekere mate progressief, vastgestelde sommen wordt verzekerd.

Art. IV. handelt over het openbare kerkelijke fonds, dat dient ter versterking en ontwikkeling van allerlei doeleinden, waartoe de enkele ge-meenteUj classis en kerkdistricten uit eigen kracht niet in staat zijn. ZoO' b. v. de hulp van arme kerkelijke gemeenten, de bouw van nieuwe scholen en kerken, liet verstrekken van een toelage aan slecht betaalde predikanten, de aanstelling van godsdienstonderwijzers op plaatsen waar geen kerkelijke scholen zijn, de zielsverzcrging der in de verstrooiïng levende leden der Kerk, de versterking van het pensioenfonds en van het weezen-en weduwenfonds, enz., enz.

Art. V. behandelt de kerkelijke rechtspraak in verband met de toepassing van de kerkelijke tuöht. Een zeer interessant artikel is artikel VI., sprekende over de Christelijke scholen. Naar men weet, zijn de z. g. Christelijke scholen 'in onz: e Kerken in Hongarije van de laagste school af tot de Theol. en Juridische Hoogescholen toe tegelijk kerkelijke scholen, onderhouden door de plaatselijke, olassicale, provinciale óf desnoods door alle kerken en staande onder toezicht van kerkeraden, schoolraden, classis, particuliere Synode of Generaal Konvent.

Art. VII. spreekt over het emeritaatsfoaids der preidikanten en over de officieele„ ondersteuning van predikantsweduwen en - weezen.

Art. VIH. behandelt de geestelijke verzorging van

Gerëf. Hongaren en gemeenten in het Buitenland. Tenslotte spreekt Art. IX. over de wijze hoe deze kerkelijke wetten op het gebied van Kroatië en Slavonie, die tot de Hong. Kroon behooren, tot gelding gebracht kunnen worden.

De Synode die bovengenoemd kerkelijk wetboek samenstelde, was de laatste vóór den wereldoorlog. Tien jaar later, dus in 1917, kwam wederom een Generale Synode samen, maar oardanks het feit, dat toen het 400-jarig jubileum der Hervorming gevierd werd, kon men geen werk van eenige beteekenis verrichten. Door den oorlog ontbrak den Kerken n. 1. de noodige rust om de onderhandelingen der Synode goed vóór te bereiden. De comité's konden geen grondig werk verrichten en zoo kwam men niet tot uitvoering der in verband met de Synode beraam'de hervormingsgedachten. In 1918 vond toen de October-revolutie en de sociaaldemcciatische regesring plaats; 1919 braclht het communisme. Toen het land eindelijk in den herfst van 1920 bevrijd was van den druk' van revolutie en communisme, kwam de Tschechische, Roemeensche en Servische bezetting, waardoor het land - /s van zijn grondgebied verloor, en zoo was er van het honden eener Gen. Synode geen sprake..

Deze toestand werd later bezegeld do'or den vreeselijken vrede van Trianon, welke het overgroote deel van het land, en dus ook de helft der Hong. Geref. gemeenten van het moederland afscheurde, resp. van 'de moederkerk. Want .plm. 1000 gemeenten, d. i. bijna de helft van alle gemeenten dei' Hong. Geref. Kerken, gingen verloren. Daaronder was ook de geheele Geref. Kerk van Transsylvanië.

Men stond toen voor de noodzakelijkheid om de werkzaamheden der in 1917 samengeroepen, maar nog niet ontbonden Gen. Synode te voltooien. De leden der Synode die in het bezette gebied woonden, konden echter niet naar Budapest komen, omdat de bezettende autoriteiten, dat niet zouden hebben toegestaan.

Aan den anderen kant verkeerden de in Hongarije wonende leiders der Geref. Kerken in de meening, dat men de éénheid der geschiedkundige groote Geref. Kerk verzekeren moest, althans door de geldigheid der oude Gen. Synode vol te houden. En zij vertrouwden ook, dat de vrede van Trianon op eenigerlei wijze niet tot gelding zou komen, en dat zoodoende het verdere rechtsbestaan en de legitimatie van het kerkelijk leven juist door de Gen. Synode zoii blijven besta.an.

Maar hierin werd men bedrogen, want de vijanden gaven de geroofde landstreken niet terug, maar namen ze daarentegen definitief in bezit, en dwongen de aldaar levende Geref. Kerken ertoe om zich opnieuw te organiseeren, waarbij zij zich hadden aan te passen aan de in Roemenië, resp'. Servië, Tschechië, Oostenrijk heerschende toestanden. . Onder deze omstandigheden zagen de leiders dor Hong. Geref. Kerk ook in, dat als het niet anders ging, tenminste de 'Gen. Synode der Geref. Kerken van Klein-Hongarije moest samenkomen, om alle mneilijkheden die zich in die 20 jaar hadden opgehoopt, in orde te brengen.

In verband echter mei het feit dat de geldigheid van elke Synode 10 jaar duurt, was de geldigheid der in 1917 bijeengekomen Synode in 1927 afgeloopen, en was de in 1917 samengeroepien Synode den 20-sten October 1927 automatisch ontbonden. Dientengevolge was het dus noodzakelijk' om een nieuwe Synode samen te roepen. En aangezien er tengevolge van de eiscben der XX-ste eeuw en de veranderde omstandigheden in de tegenwoordige Hong. Geref. Kerk zeer vele hervormingen noodig zijn, werd nu de nieuwe Gen. Synode tegen den 8-sten Mei 1928 samengeroepen. De Gen. Synode moet vele gewiohtigo vragen oplossen, waaronder de volgende wel de meest belangrijke zijn:

1. Het regelen der werkzaamheden der in-en uitwendige zending. In Hongarije was n. 1. tot nu toe de arbeid der ontwakingsbewegiugen en der evangelisatie in handen van vrije vere-enigingen en instellingen wier overwegende karaktertrek was, dat zij zonder een bepaald confesioneel karakter te dragen, op algemeen Christelijken grondslag stonden. Hieruit kwam echter voor de Kerk ook nu reeds veel schade voiort.

De Hong. Geref. Kerk wil daarom het vraagstuk der inwendige zending en evangelisatie geheel langs Synodalen weg regelen, en de leiding der geheele ontwakingsarbeid zelf ter hand nemen.

Op dezelfde wijze wil zij ook het werk' der uitwendige zending beginnen, voorloopjig nog in samenwerking met de buitenlandsche zusterkerken, b.v. de Nederl. en Schotsche Kerken, later echter zelfstandig. Maar in elk geval wil zij de zaak aanpakken als kerkelijk werk en niet als het werk van zendingsvereenigingeu.

2. De tweede groote taak der Synode zal zijn om de verhoogde en verstrengde kerkelijke tucht in het kerkelijk leven door te voeren. Tengevolge der XlX-de eeuwsche afval was in de Hong. Geref. Kerk de kerkelijke tucht n.l. zeer verslapt, waarvan de Kerk reeds veel nadeel ondervond. De Gen. Synode wil nu oiok langs dezen weg het kerkelijk leven versterken, opdat de grondbeginselen der Hervorming in het leven der Hong. Geref. Kerk ook wat betreft de kerkelijke tucht tot gelding zullen komen.

3. Met het vraagstuk der kerkelijke tucht hangt samen de toepassing daarvan op het gebied der kerkehjke rechtspraak. Ook hier wil de Kerk verstrengde maatregelen invoeren, om de Calvinistische grondbeginselen tot hun 'recht te laten komen.

4. Oo'^ is een nieuwe regeling oip' het gebiedder predikantsverkiezingen noodzakelijk.

5. Verder wil men nog belangrijke hervormingen op' onderwijsgebied doorvoieren. We zagen hierboven dat de scholen in Hongarije onder kerkelijk toezicht staan, en o-ok hier zijn nieuwe maatregelen dringend ncodig.

Op dit alles zal ik later nog terugkomen, gelijk ik alle vraagstukken die ter behandeling zullen komen, , alsook de samenstelling der Gen. Synode en h? t geestelijk beeld dat zij' vertoont, in een volgend artikel uitvoeriger hoop^ te bespreken.

Dr J. SEBESTIJÉN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Hong. Geref. Kerken In Hongarije.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's