GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSCHOUW.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over onzen „afgodendienst".

Enkele bladen wijden nog een zachtmoedig woord aan de opvatting van den voorganger der Rotterdamsche op den grondslag van niet-Assen gevormde kerkelijke gemeenschap, volgens welke opvatting de Geref. Kerken afgodische vereering toebrengen aan bijbel, kerkelijk instituut en ambt. „Friesch Kerkblad" (ds v. d. Meulen) zegt:

Zcnderlimger kan het wel niet. Eerst wordt gezegd, dat we ona boven Gods Woord stellen, zoodat we dat Woord beaeden ons plaatsen. En nu, dat we van den Bijbel een afgod malcen. Precies het omgekeerde dus. Daarlneet wordt de eerste beschuldiging geheel en al losgelaten en erkend, dat men teni onrechte ons daarmee heeft bestreden. We kunnen er dankbaar acte van nemen. Het is een erkenning hunnerzijds, dat zij zich hebben schuldig gemaakt aan overtreding van het negende gebod. t

Het blad meent, dat de inconsequentie ook door de „bezwaarden" ihoet gevoeld worden; immers, nu

moeten de „Bezwaarden", . dunkt mij, zelf verbluft staan over het feit, dat hunne „bezwaren" van geheel anderen aard zijn dan die goede menschen eerst dachten. 01 zou de Bond zich gaan splitsen in twee afdeelingen, waarvan de eene zich blijft „bezwaard" gevoelen over de besluiten van Assen wegens het boven de Schrift gaan staan van de Asser Synode en da andere omgekeerd be'zwaard is, omdat die Synode afgoderij pleegt met de Schrift?

Dr A. Kuyper Jr zegt in „Roti Kb.":

Het is niet alleen een heel krasse, maar ook uiterst grievende beschuldiging tegen de Gereformeerden, dat zij met afgodische vereering den Bijbel aanbidden.

Op tweeërlei willen wij wijzen bij onze orienteerende uitspraak. Vooreerst hierop: toen het tot een breuke kwam met de groep Geelkerken, werd onzerzgds opgemerkt, dat men daar te .kort deed aan het gezag der Schrift. Men loochende dit én beweerde luid en krachtig: wij hebben evenveel eerbied en lontzag voor de Schrift als gij. Het is voor ons slechts een kwestie van exegese, hoe het Paradijsverhaal is op te vatten. Maar nu wordt wel ieljs anders openbaar, want van in gelijke mate de autoriteit der Heilige Schrift erkennen kan toch geen sprake zijn, bij hen, die ons voor de voeten werpen dat wij den Bijbel afgodisch vereexen. Voorwaar, hij die dit zegt, en zij die dit beamen, erkennen niet met ons in gelijken zin de autoriteit der Heilige Schrift.

En ten tweede. De Gerefoitaeerden weten heel wel wat aJgoderij is. Antwoord 95 van den Catechismus leert dat duidelijk: afgoderij is in de plaats van den eenig waren God, die zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of benevens Hem iets anders versieren of hebben waarop de m'ensch zijn vertrouwen zet. De afgoderij is niet bij hem die zich houdt aan den God van het Woord, maar bij hem die den Bijbel aanrandt of loslaat of het buiten den Bijbel zoekt.

Voor den Gereformeerde is de Bijbel het Woord van' God, en zijn God is hem de God van het W^oord. En als we niet buigen voor den God van het Wooid, dan is er afgoderij.

Een medewerker van „De Bazuin" liet zich aldus uit:

Hoewel uit den brief (van Johannes) waaruit zijn tekst genomen is, belangrijke gegevens at te leiden zijn voor den eisch van het apostolisch gozag, dat men den tol der gehoorzaamheid God brengen moet niet ' het minst door een zuivere, duurzame, zelfverbintenis aan God en dus aan den bijbel, het kerkelijk inJstituut en het ambt, heeft deze dominee het bestaan, te constateeren, dat de Geref. kerken van deze drie hun afgoden maken. Lees nog eens na, waf de gereformeerde definitie van afgoderij is, en ge haalt uw schouders op over een armoede, als van hen, die zich niet zuiveren kunnen van de aanklacht, dat zij op' het altaar van God bevlekte offers brachten, en die nu maar zeggen: et altaar is uw a: eod Het lijkt nog al ernstig:3 afgoden. Maar het is lichtzinnig. Wie één afgod heeft, die heeft er ontelbaar veel. Eén van beide: et getal 3 is n—3 te weinig of het is 3 te veel.

Later:

Men wil zich telkens ginds suggereeïen dat men de doleantie copieert. Och arme! In den tijd der doleantie (en der Afscheiding) wist men zelf wat men wilde, had een positief woord en was er boordevol van. Dit is echter niets anders dan een aanval op een kerk, die men verliet, zonder dat men zelf zeggen kan: dit is ons credo, ons eigert credo.

Afgoderij? Daar zijn er die een kerk wagen aan een dominee, dien men verongelijkt acht. Dat is de afgod van den verheerlijkten mensch. Daar zijn er die een schisma aandurven omdat ze toch hun ambt sauveeren, en die zelfs hun ambt gtraciens bewaren, al weten ze dat de kerk het hun ontnemen zou, al's ze zich royaal veiklaarden. Hun ambt houden ze, totdat hun plaatsje verzekerd is aan de overzij! Wie van afgoden spfeekt, moet niet tegelijk zulk gedoei approbeeren: daar is de ambtsdrager zich zelf een doel en de kerk z'n middel. Wij oordeelen niemands verborgen ding'en, maar vragen zoowel aan dezen dominee als aan ons zelf: hanteer den maatstaf, en zeg geen grovigheden met een aristocratisch gebaar. Begin bij het begin: behandel uw probleem. Dat pfobleem is alleen dit: waar is de gehoorzaamheid, en waar de eigenw i 11 i g h e i d ten aanzien van bijbel, kerkinstituut en ambt? Zóó komen we alteen verdei". —

Die heele beschuldiging van afgoderij is al weer een voorbijloopen aan het eigenlijke probleem van Assen. Ze is, op den keper beschouwd, niet eerlijk en niet „moedig" ook. Want als men met de Geref. Kerken eerst polemiseert (althans: doet alsof men polemiseert) op het wapen van dogmatiek, en exegese, en openbaringsgeschiedenis, dan erkent men daarmee het recht van strijdvoering op deze wapens. Verliest men dan den strijd, dan is het achteraf een ontduiking van het probleem, en tegelijk een krasse veroordeeling van dr Geelkerkens heele brochuren-inventaris, als men achteraf, pour besoin de la cause, zegt: ja, maar-het zat hem niet in de wapens, maar in den geest van die de wapenen hanteeren. Dr Geelkerken wordt eigenlijk als verdediger van zijn zaak in 1926 tegelijk met de geref. kerken in den hoek geworpen, al zit hij er dan ook stichtelijk bij, als deze dominee intree preekt. Hij zei tot broeder Geelkerken: ge hebt tegen windmolens gevochten; gij hebt, door de wapens, van Assen te kiezen en den strijd daarop te voeren, heel de kwestie voorbijgezien; en nu zal ik eens beginnen. Dr Geelkerken moet het zelf maar weten, wie hij op een toespraakje vergast. Als ds E. L. Smelik gelijk heeft, dan zou een winnen van den strijd door dr G. op deze wapens, een verlies zijn geweest. Dan was de keus der wapens zelf al het verliezen van den strijd.

Ik voor mij zie de tegenstrijdigheid niet zoozeer hierin, dat EERST gezegd is: de geref. kerken plaatsen zich boven den bijbel; en dat het later heet: zij vereeren den bijbel afgodisch. Want afgoderij is altijd een poging, om van den waren God, die onoverwinnelijk is, af te "komen; in de afgoderij zit altijd een element van: boven zijn goden te gaan staan, en zichzelf te handhaven. Maar de groote fout üjkt me, dat hier iemand het woord neemt om een probleem aan te snijden, waaraan hij nog niet raken mag. Hij moet eerst aantoonen, dat volgens zijn belijdenis, die hij zegt te onderschrijven God gediend wil worden door ieder mensch in de dingen van bijbel, kerk en ambt; en vervolgens met de te Assen aanvaarde (en nog nooit verloochenende) wapenen bewijzen, dat de eigenwilligheid bij óns, en de gehoorzaamheid bij hem en de zijnen is. Zoolang dat bewijs niet geleverd is, houd ik vol, dat de breuk met de geref. kerken zelf geweest is een daad van overhaasting, van eigenwilligheid, van dominees-trots, van loslating van de gemeenschap; tenslotte: een weiden van zichzelf; hetwelk is: afgoderij, wijl ongehoorzaamheid, en vooropstelling van eigen persoon boven de gemeenschaap der kerk van Christus.

De dingen zijn. ernstig genoeg; maar de behandeling, zóó, is licht van zin. Zoo ge wilt: lichtzinnig. *

Ongereformeerde terminologie.

Prof. Grosheide schrijft in „Noord-Holl. Kbl.":

Steeds meer trekken eigenaardige uitlatingen van broeders die nil tot het Hersteld of nieuw verband der Gereformeerde kerken behooren, de aandacht. Meni proeft daarin telkens afwijking van de Gereformeerde belijdenis.

Wij vinden dit uitermate droievig.

Zeker, men kan redeneeren, het blijkt nu wel, dat de Synode te Assen en de kerkelijke vergaderingen, die in haar geest handelden, gelijk hadden. Maar daarmede zijn we niet gereed. Het zou ongetvrijfeld vreeselijk zijn, als achteraf aan den dag kwam, dat een Syniode van de Gerefoimeerdo kerken in Nederland ten onrechte op grond van afwijking van de leer had verooideeld. Maar als we letten op wat de apostel .\ Paulus in Rom. 9:3 vlg. schrijft, dan moeten we zeggen, hoe heerlijk zou het zijn, indien bleek, dat de J)roeders die nu buiten onze kerken staan, toch Gerefoitaeerd waren.

Helaas blijkt daarvan tot nu toe niets. Integendeel, het schijnt steeds verder te gaan.

Toch vragen wij, worden al die uitl-atingen die we den laatsten tijd lazen, door allen in de kerken van het Hersteld Veïband voor hun rekening genomen?

Ons dunkt, hier moet toch een huis zijn, dat tegen zichzelf verdeeld is. We kunnen ons nog altijd niet voorstellen, dat al de g: emeenteleden, zelfs niet dat al de predikanten zoozeer van de Gereformeerde belijdenis afwijkende uitspraken voor hun rekening nemen, als soms in dien kring weïden beluisterd. Maar laten die zich aan zulke dingen stoeten, dan toch spreken I

We schrijven dit niet om tweedracht te zaaien, om te stoken „teneinde zóó het Hersteld Verband afbreuk te doen.

Maar we schrijven dit, omdat we nog steeds van oordeel zijn, we hebben dit al veel vïoeger uitgesproken, dat er daar velen zijn, die er niet behooren, doch die lid van een Gereformeeirde kerk kunnen zijn.

We hopen, dat hun althans de oogen open zullen gaan.

En dat dan volgen zullen, zij die nu zoozeer op het dwaalspoor zijn.

Dat geve God!

Van ongereformeerde termen gesproken: de Rotterdamsche officieele kerknieuws-schrijver in de „Overtoomsche Kerkbode", had het deze week over het „program" zijner kerk: „ni euw-o riën--« teering in de richting van Jezus Christus". Daar is nu alles anti-gereformeerd in gezegd. Wie in het openbaringsbegrip, in het kerkbegrip, in de gereformeerde mystiek, . in de ont-^ vangst van bijbel, kerk en ambt, ook maar een , oogenblik denkt uit het standpunt der g e-reformeerde belijdenis, die men ginds — op papier — handhaaft - ^ die kan zóó iets niet zeggen, geen oogenblik.

En het dadelijk volgende zinnetje: „Jezus in het centrum" wekt in den organischen. samenhang met bovenstaanden term deze dubbele gedachte :

het beteekent óf niets, is een frase;

óf, het beteekent wèl wat, en is — .wat men van reformatoren in het uur der reformatie eischen mag, vooral als men een afgodendienaars-oordeelende preek God en menschen aanbiedt — zwaargeladen. Maar dan is het een bewust fraglich stellen van de historische dogmatische, confessioneele, kerkelijke ontwikkeling van het christendom tot op den dag van heden en een terugkeer tot de alpha van den pinksterdag (wat echter ook niet mogelijk is, want het Oude Testament ligt daar weer achter). Maar hoe ter wereld zeggen zulke scribenten dan: wij onderschrijven de 3 formulieren ?

Geloof wel, dat zij het gelooven.

Maar geloof niet, dat het daarom waar is.

Het zijn reformatoren, die niet weten, wat zij ' doen, die vreemde termen naprevelen, die veroordeelen, wat zij niet weten, en die een strijd hebben gevoerd, maar eiken dag het strijdprobleem veranderen. Dr Geelkerkens brochures, zijn inzet van de worsteling, leek te komen met een ultima-. tum. Maar de ultimata zijn bij deze groep eiken morgen nieuw. Met andere woorden: ze zijn geen ultimatum. Nog laat men zich heen en weer werpen, en hét spreekwoordenboek, waaruit de boven geciteerde term ontleend is, is als een fraai album, waarin alle theologische interessante typen een - motto mogen schrijven, ach, freundlichst, herzlichst, und Gedanken, recht viel Maar geen belijdenis, en geen leer, en geen éénheid.

Orienteering in de richting van Jezus Christus. En op die conditie Christus in het centrum..... Maar — zoo zal hij uit het midden worden weggedaan in het derde en vierde geslacht, als men het zoover brengt. Want Christus Jezus wil nu eenmaal niet in het midden staan zonder bijbel, kerk, ambt. En als het gereformeerde denken van vele eeuwen ook maar een greintje wezenlijke vroomheid in zich heeft, ' dan zegt het in de mystieke beleving van zijn uit strijd gegrepen leer: zoo doet men Hem smaadheid aan. Is hij niet mijn Heer en mijn God, UIT wien alles ons toe-; ', komt, en die profeteert, 'naar m ij toe, dan i s h ij wat anders; maar DAN is het in elk geval: Gods eer aan het schepsel geven, ook in mijn noemen van Hem, die voor mijn besef uit zijn zetel van almachtigen God geweken is, als ik ervan droom, mij in zijn richting te oriënteeren. Dat is de houding van den afgodendienaar.

Geloof niet, dat men dat zoo wil, en zoo ziet. •

Geloof wel, dat het toch zoo is.

Want elke uitdrukking, die niet zegt: UIT Christus neem ik alles, ook zelfs maatstaf en mogelijkheid van „oriëntatie", zij heeft principieel Zijneenige beteekenis geloochend. En alle vereering van Christus, anders, dan hij geopenbaard heeft, ge-o-pen-Baard, is — afgoderij.

Volgens den catechismus van ds SmeUk ook. , Wie het hij zulke geesten houden wil, - moet weten wat hij doet. Maar hij vergeve ons, dat wijzeggen: uw spraak maakt u openbaar. -

Corrigendum. Verleden week werd gedrukt-: „de tegen .Assen 196 vereenigde christenen". Lees: Assen 1926.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1928

De Reformatie | 7 Pagina's

PERSCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1928

De Reformatie | 7 Pagina's