Mijnheer de Redacteur,

Zoo nu en dan bevatten onae dagbladen advertenties van predikanten, die zich voor preekbeurten aanbieden, of van kerken, die op deze wijze trachten te voorzien in de bediening des Woords op één of meer Zondagen.

Telkenmale echter wordt over dit doen min of meer scherp de staf gebroken. Dat in weerwil daarvan het €uvel toch voortwoekert, mag misschien voor een klein deel geweten worden aan hardleerschheid, het komt me voor, dait de oorzaak vooral schuilt in de moeilijkheid, waarop kerken, die voor een Dienst des Woords verhulling zoeken, contact kunnen krijgen met predikanten, - die in staat zijn te helpen.

Wat men dienaangaande soms van betrokken kerkeladen hoort, is werkelijk treurig, 't Zal heusch niet moodig ziJn in dit opzicht voorbeelden te noemen, want er zullen maar weinig kerken in ons goede land eijn, die nooit eens teleurgesteld zijn uitgekomen bij haar pogen om een predikant te vinden voor een vacanten Zondag.

Omgekeerd is het ook voor een predikant, die een of meer Zondagen vrij heeft, niet altijd even gemakkelijk die dagen bezet te krijgen, vooral niet, wanneer bijzondere omstandigheden hem dwingen, bijv. niet al te ver van honk te gaan.

Ieder zal mij moeten toestemmen, dat het al heel wat gewonnen zou ziJn, wanneer een kerk, die voor een bepaalden Zondag een predikant behoeft, aan de weet kon komen, welke predikanten juist dien dag ter be-•schikking zijn.

Het komt mij voor, dat deze belangrijke zaak wel eens ^oed onder de oogen mag gezien worden en dat het de moeite waard is een poging te wagen, haar tot oplossing te brengen.

U vergunne mij een voorslag in dien zin te doen.

Onze kerken richten op een zoogenaamd bemiddelingsbureau. Niemand behoeft voor dat woord te schrikken, want straks zal wel blijken, dat het een gewichtig woord is voor een tamelijk eenvoudige zaak. Dat bureau kan bijv. te Utrecht gevestigd worden.

Predikanten nu, die Zondagen ter beschikking heblen, melden dat aan 't bureau .met opgave van de data der vrije Zondagen.

Kerken, die voorziening willen in den Dienst des Woords, zenden daarvan bericht aan 't bureau, ^eveneens met vermelding der Zondagen, waarvoor een Dienaar van elders verlangd wordt.

Het bureau weet dan uit de opgegeven data, welke predikanten voor de vaceerende diensten der verschillende kerken beschikbaar zijn.

Het zendt aan de betrokken kerkeraden een lijstje met namen van predikanten, die op de gewenschte Zondagen vrij zijn, zoodat nu met kans op goeden uitslag voor een predikbeurt kan uitgenoodigd worden. Het is dan nie langer een vragen in den blinde.

Bij het lijstje, dat toegezonden wordt, voegt het bureau ook een briefkaart, waarop bericht moet worden, dat de vrije Zondag is vervuld en door welken predikant de dienst zal worden waargenomen. De naam van dien predikant en van die gemeente kan dan voor dien Zondag doorgeslagen worden.

De tegenwerping, dat dit alles heel mooi op 't papier is, maar dat de praktijk, zelfs die van Gereformeerde m'enschen, mij wel heel anders zal leeren, heb ik dadelijk voorzien.

Het is volkomen waar, dat deze arbeid op niets zal uitloopen, wanneer niet de administratie met de noodige 'nauwgezetheid wordt verricht en wanneer niet vooral de kerken volledige medewerking verleenen.

Om die accuratesse en die medewerking nu zoo goed mogelijk te verzekeren, behooren m. i. enkele noodzakelijke voorzieningen te worden getroffen.

Allereerst is noodig iemand te vinden, die bekwaam en bereid is de regeling van deze zaak ter hand te nemen. Dit moet niet pro Deo geschieden, maar tegen een hehoorlijke vergoeding.

Volgens het Jaarboekje 1929 van onze kerken is haar aantal 724. Wanneer iedere kerk zich verbindt f 1 per jaar voor dezen arbeid te storten, dan is er genoeg geld bijeen om den administrateur te honoreeren en de administratiekosten goed te maken. Het werk, verbonden aan de regeling der diensten op vrije Zondagen is niet zoo omvangrijk, dat daarvoor veelmeer dan de avonduren vereischt worden. Een honorarium van f 500 per jaar kan dan ook als voldoende geacht worden, terwijl dan het overige wel aan drukwerk enz. heengaat.

De vraag, of de administrateur maar geheel op eigen houtje moet handelen en zonder eenige controle zijn werk moet doen en de gelden beheeren, moet natuurlijk ontkennend beantwoord worden.

Hi) moet zijn arbeid verrichten onder toezicht van en verantwoordelijkheid aan den Raad der Oeref. Kerk, waar het bureau is gevestigd.

Voorts zal het goed zijn, zich de medewerking der Kerken inzake een richtig verloop der administratie te verzekeren, door een Kerk, die bij herhaling in gebreke is gebleven van de vervulling barer vacante diensten kennis te geven, van een verdere bemiddeling door het bureau uit te sluiten.

Het komt mü voor, dat, naarmate deze zaak flinker wordt aangepakt, de Kerken zoowel als de predikanten meer op hun qui vive zullen zijn, teneinde de kans achter het net te visschen, te ontloopen.

Gaarne zag ik dit plan, dat ik slechts in groote lijnen gaf, in overweging genomen.

Hoogachtend,

Uw dw.,

Veenendaal, 27 Mei 1930.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen