GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

uit de Geschiedenis der Vrjje Universiteit.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit de Geschiedenis der Vrjje Universiteit.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

3. Toga's naar Liei'dsch model.

De critiek over de opening der Vrije Universiteit maakte zich o.m. warm over den snit van dat met fluweel omboorde, omzoomde en belegen stuk laken, dat om de schouders der hoogleeraren hing, toen ze in het koor der Nieuwe Kerk op 20 October 1880 binnentraden.

Wat heeft men — schreef De Heraut van 21 November d.a.v. — over dien tabberd, dien samaar, dien academischen mantel, dien talaar of toga, al naar ge hem noemen wilt, deze veertien dagen in bladen van allerlei richting, tot zelfs in Christelijke weekbladen, al niet verhaspeld!

Verbeeld u, men wist elkander te verhalen en schreef het uit blad in blad na, dat professor Hoedemaker op 19 October opgetreden was in een toga, die gecopiëerd was van de bekende plaat, waarop de Reformatoren staan afgebeeld. Men bazuinde rond, tot zelfs in de Kerkelijke Courant, en met de anders zoo wel versneden pen van Ds Brouwer, dat de Senaat der Vrije Universiteit het anachronisme had begaan, om nu eens een heel antiek, lang verouderd model van toga's in te voeren. En men maakte zich vroolijk over de kleingeestigheid van een inrichting, die tot in den snit van haar ambtgewaad het oude wilde repristineeren!

Tegenover deze breede reeks van aanklachten^ opmerkingen en beschimpingen, kunnen we eenvoudig de verzekering overstellen, dat al deze aanmerkingen volkomen ongegrond zijn; op niets dan misverstand berusten; en heusch, geen te hoogen dunk geven van de land-en volkenkunde van hen die er zich aan waagden.

En om dit nu eens heel overtuigend te bewijzen en de zaak eens voorgoed uit te maken, moet ons een confidentie uit de pen, maar die dan öofc uitnemend geschikt is, om de ongerijmdheid van deze bedillingen eens voorgoed in het helderst daglicht te stellen.

Men moet namelijk weten, dat er onder deze vijf toga's één was, die niet expresselijk voor deze gelegenheid was gemaakt, maar uit de oude kleerkast van een vroeger godgeleerde was gehaald. En wie was nu die oude godgeleerde?

Was dat misschien Jan Calvijn? Of Theodoor Beza? Ofte Franciscus Junius, zaliger gedachtenisse ? Och, neen, die oude godgeleerde leeft nog. Woont nog in ons vaderland. En is niemand anders dan de... oude heer Rutgers, ... tot voor korte jaren Hoogleeraar in de Hebreeuwsché taal en oudheidktinde aan Lieidens Bjjkshoogeschool 11

De toga van dien ouden grijsaard was nog, na bijna veertig jarig gebruik in zoo goeden doen, dat zijn zoon, de tegenwoordige professor Rutgers, het jammer vond die lappen laken weg te werpen, en ze daarom met nieuw fluweel door den meester kleedermaker Jongman liet beleggen, en ze alzoo bij de opening droeg.

Oordeel zelf, lezer, was het dan toch voor ons die dat wisten, niet om ons te ergeren of vroolijk te maken, toen we daar in alle deftigheid die reeks bespottelijke opmerkingen van Had tot blad zagen gaan?

Och, de zaak is eenvoudig deze. Toen in den Senaat de vraag ter sprake kwam', welk model toga's men zou kiezen, oordeelde men dat men het veiHgst ging met het L'eidsche model te nemen, als het deftigst, minst opzichtig, en meest inheemsch

Daar nu ieder weet, hoe Jongman de kleedermaker is, die de Ueidsche professoren, bijna tpt één toe, met laken omtabbert, droegen de meeste heeren aan dezen man van het vak hun commissie op. En • zoo is het geschied, dat de .Vrije Universiteit doodeenvoudig geopend is met precies de21 zelfde toga, waarin tot op den huidigen dag toe alle Ueidsche professoren optra 'd e n.

Maar zie, onze Amsterdamsche correspondenten, uitsluitend aan het gezicht van de wijd gepofte Amsterdamsche toga of ook aan de gansch anders gesnedene domineestoga's gewend, konden er het hunne maar niet van krijgen, wat Prof. Hoedemaker daar opeens met een rarea tabberd op het spreekgestoelte kwam. En overmits nu de land-en volkenkunde dezer heeren niet ver genoeg reikte, om' te weten wat te Leiden een ieder weet, haalden ze er uit hun kleine wereld die plaat van de Reformatoren bij en meenden, een wapen te meer te hebben .gevonden, om de 'Vrije Universiteit om haar gemaakte ouderwetschheid te bespotten.

4. De Vrii'e Universiteit en het Sipiritisme.

De oud-Resident I. Esser, een der Directeuren van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op gereformeerden grondslag, schreef in De Heraut van 6 November 1881:

Iemand deed mij de eer aan mij toe te zendenl eene aflevering van het tijdschrift: „Op de grenzen van twee werelden", van mevrouw Van Calcar, waarin de Vrije 'Universiteit op Tjereformeerden grondslag wordt bestreden —• uit de geestenwereld!

Deze dame roept Swedenborg op, om t© helpen in den strijd tegen 'de Universiteit; Swedenborg, benevens de geesten van Calvijn zelf èn van Servetus èn van Calvijns moeder èn van een gansch' heir van afgestorvenen, di© nu b©zig zijn om de leer der verkiezing en verwerping te bestrijden.

Zij prijst Calvijn en belastert hem tegelijk; maar hij is op dit oogenblik boven de zevende sfeer der zalige geesten en een der ijverigst© en uitnemendste dienstknechten Gods ^ na in de andere wereld erg veel geleden te hebben 1!

Ik heb mevrouw Van Calcar geantwoord in de Boodschapper en haar een paar zeer eenvoudige vragen gedaan, waardoor zij noodzakelijk komen moet tot de ontdekking, dat het leerstuk der verkiezing en verwerping voor het gezond verstand van ieder gewoon mensch zeer wel bestaan kan.

Maar het is een opmerkelijk verschijnsel, dat sommige belijders van den Heiland, waaronder deze dame zich rekent, gevoelende dat ze, met den Bijbel in de hand, het verliezen in eenen redelijken strijd' tegen de Gereformeerde Universiteit, de toevlucht nemen tot het doodenrijfe, om daar wapenen te zoeken. Die wapenen hebben echter de eigenaardigheid van het schimmenrijk: zij missen grijpbaarheid en vastheid, zoodat ze niet te gebruiken zijn.

Bijvoorbeeld, mevrouw Van Calcar roept Swedenborg op, om te vertellen, wat er met Calvijn gebeurd is in de andere wereld, maar zij' ziet geen kans om aan oningewijden te bewijzen, dat Swedenborg iets meer levert dan een tooversprookje.

Gevoelende, dat zelfs de pedel der Gereformeerde Universiteit niet 'erg bang • is voor een sprookje, tracht zij op hare wijz© geest en kracht aan te brengen tegen het Cal-vinisme.

Zij zegt er van: 'tis een oudmodisch schip, dat

zich moeielijk; beweegt van wege zijne zware confessioneele "laiding, waar het hoogst twijfelachtig is, of het zijn doelwit bereik'en zal; 'tis onnatuurlijk puritanisme; ongezonde, sombere kloostergeest; een gekunsteld samenstel van drogredenen; een noodlottig stelsel; een ledige grafspelonk; het gouden kalf; een ziekteverschijnsel, dat wrange vruchten zal aiwerpen; een verguld levensgroot geraamte; doodsbeenderen waarin nooit meer een adem des levens zal varen."

Een schip, dat hoogst twijfelachtig, maar daarom mogelijk toch nog het doel bereiken kan, en een geraamte te gelijk, hoe kan dat zijn. Mevrouw? zou een eenvoudig mensch vragen. Maar met zulke kleinigheden houdt men zich in de geestenwereld niet op, vooral niet deze dame, die hare wijsheid put uit het spiritualisme, dat volgens haar, „het vrouwelijk beginsel van onmiddellijk verstaan en onjderscheiden door het gemoed herstelt en 'daardoor de menschheid allenigs meer in evenwicht brengt door harmonisch samenwerken van de mannelijke en vrouwelijke eigenaardigheden."

Ik moet erkennen, 'dat de Gereformeerde Universiteit zulk een verhevene taak niet op haar program heeft; zich nog niet inlaat met het herstel van het vrouwelijk beginsel door geesten uit 'het doodenrijk; en al zeer tevreden zal zijn, wanneer eanige jonge discipelen des Heeren degelijk onderwezen worden in de godgeleerdheid, rechtsgeleerdheid en letterkunde.

RULLMANN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

uit de Geschiedenis der Vrjje Universiteit.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's