GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Benjamin Breckinridge Warfield, Calvin and Calvinism, New York, Oxford University Press, 1931.

Nog veel te veel heerscht onder onze Gereformeerden de meening, dat er eigenlijk alleen in Nederland zuiver Calvinisme te vinden is. In Amerika en Zuid-Afrika ook nog wel, maar dan toch feitelijk alleen bij hen, die van Hollandsch© afkomst zijn.

Dat er zoo gedacht en gesproken wordt, is een droef gevolg van de verbroken eenheid. Eerst ia de laatste jaren begint er weer eenig verband te komen tusschen de Gereformeerden hier en elders en het is merkwaardig, dat juist in ons land de Gereformeerden wonen, die van zulk een verband niet willen weten. En de oorzaak daarvan blijkt altijd weer te zijn, dat men oordeelt er alleen maar slechter van te kunnen worden.

We zijn zoo wel heel ver verwijderd van 'de Dordtsche Synode, die we anders nog al eeren, waar oöiciëele afgevaardigden van tal van kerken tegenwoordig waren. Het behoeft althans niet van te voren voor ons vast te staan, dat er van al die Gereformeerdheid in het buitenland niets is overgebleven.

Het tegendeel is waar. Met name in Engeland heeft de Gereformeerde kerk in de zeventiende eeuw een bloeiperiode doorgemaakt, zeker niet minder dan in ons vaderland. En gelijk in Nederland veel te gronde ging, maar er door Gods genade toch ook een groep trouw bleef aan de Gereformeerde belijdenis, zoo is het in Engeland geweest en in het met Engeland nauw verwante Amerika. Ook in de Presbyteriaansche kerk aan tieide zijden van den Oceaan sloop het modernisme binnen. Maar dat stuitte op verzet niet het minst bij di© kleine groep, die van ganscher harte aan de belijdenis der vaderen trouw bleef.

Die kleine Gereformeerde groep heeft ook in de negentiende eeuw zijn theologen gehad. Godgeleer-

den, die in Nederland tot Nederlands eigen schade, wel eens al te weinig bekend zijn. Een van. hen, een van de ititnemendste, was de Amerikaansche hoogleeraar B. B. Warfield, dien men den Kuyper, of als men let oj> het karakter van zijn werk, beter den Bavinck van de Presbyteriaansche Kerk in Amerika kan noemen.

Hier volgen eerst eenige levensbij zonderheden, ontleend aan de Christelijke Encyclopaedie. Warfield werd geboren in 1851 en overleed in 1921. Hij studeerde behalve in Amerika ook in Duitschland. Eerst was hij hoogleeraar in de exegese van het Nieuwe Testament aan het Western Theological Seminary. Sinds 1887 hoogleeraar in de systematische theologie te Princeton, alwaar hij de Gerefonneerde dogmatiek onderwees. Hij had de Gereformeerde belijdenis hartelijk lief en was een man van groeten ijver en bekwaamheid.

Voor zoover ons bekend is, heeft Warfield geen groot werk geschreven. Maar uit zijn pen kwam een groot aantal keurige tijdschriftartikelen, vooral over dogmatische en Nieuwtestamentische onderwerpen. Na zijn dood werkt een commissie om die artikelen gebundeld uit te geven. En het vijfde deel van de reeks, dat evenals de andere deelen op zichzelf volledig is, ligt thans voor ons.

Gelijk de titel aanduidt geeft dit deel artikelen over Calvijn en het Calvinisme. Ik zou die artikelen (Jifidelijk in twee deelen willen verdeelen. Tot de eerste reeks breng ik een viertal en wel die handelen over Calvijns leer van de kennis van God, Calvijns leer van God, Calvijns leer van de Drieëenheid, Calvijns leer van de Schepping. Éen tweede groep omvat dan drie artikelen, onder de titels: Johannes Calvijn, de man en zijn werk. Calvinisme en Over de ïetterlcundige geschiedenis van Calvijns Institutie.

Iets over de eerste reeks artikelen te schrijven is zeer moeilijk. We zijn zelf Gereformeerd en eeren Calvijn als onzen geestelijken vader. Daarom wanneer we deze artikelen van Prof. Warfield over de leer van Calvijn lezen, dan zijn we thuis. We stemmen toe, wat we in ons opnemen. Een beoordeeling is alleen mogelijk na een uiterst nauwgezette studie van Calvijn, want het komt op^ de kleinigheden aan. Heeft Warfield Calvijn goed beoordeeld? In het algemeen zeg ik, zeer zeker, gesteld, dat wij Calvijn goed beoordeelen. Verder kan ik hier niet gaan. De bedoeling van Warfield was de leer van Calvijn bekend te maken aan hen^ die haar niet meer kenden. En daarin is de Amerikaansche geleerde zeker geslaagd.

Het is wel eens aardig vergelijkingen te maken. Het artikel over de kennis Gods spreekt ook zeer uitvoerig over de inspiratie. Dezer dagen promoveerde aan de Vrije Universiteit DT D. J. de Groot met een proefschrift getiteld: Calvijns opvatting over de inspiratie der Heilige Schrift. Zie ik wel, dan komt — ik spreek over de hoofdzaken en niet over kleinigheden — het oordeel van Dr de Groot met dat van Prof. Warfield overeen.

Een ander karakter draagt de tweede reeks der artikelen. Ik stel voorop, dat ik ook hier niet over kleinigheden spreek en er niet voor in sta, dat er in de beweringen van Prof. Warfield niet eens een onjuistheid is ingeslopen. Om dat te kunnen uitspreken moet men man van het vak zijn, en al wat Warfield deed, zelf doen of hebben gedaan.

Het eerste artikel geeft een mooi overzicht over het leven en het werk van Calvijn. We hebben zeer onlangs naar aanleiding van 't boek van Dr Meeter gesproken over het karakter van het Calvinisme. Daarover handelt kort en krachtig (het stuk is oorspronkelijk een Encyclopaedie-artikel) het zesde der hier gebxmdelde artikelen. Het doet goed te merken, dat de Amerikaan Warfield ook Nederlandsche werken kende en gebruikte. Dr Kuypers Stone-lezingen heeten an admirable statement. Mij persoonlijk boeide vooral het laatste artikel, dat verlucht met een groot aantal prachtige facsimiles, de geschiedenis van de uitgaven en vertalingein van Calvijns Institutie verhaalt. Dit stuk bevat heef wat, dat den meesten van ons minder bekend zaJ zijn, terwijl de andere artikelen zich meer op 'bekend terrein bewegen. Nauwkeurig worden hier allerlei druiken beschreven en besproken.

Vraagt men naar de beteekenis van dezen bundel opstellen van Warfield, dan zou ik willen zeggen, die is deze, dat hier in een wereldtaal een aantal goed geschreven en goed gedocumenteerde opstellen over Calvijn en het Calvinisme worden geboden. Dat is van groote beteekenis.

Maar er is nog een punt te noemen. Er is een strijd om Calvijn. Wie verstaat Calvijn goed? Kuyper, Haitjema, Barth, Brunner? Ik voor mij ben door dit boek van den Amerikaanschen geleerde bevestigd in de meening, dat Kuyper zich met meer recht Calvinist noemde, dan anderen, die ook op dien naam aanspraak maken. Daarom is dit boek van de hand van één, die niet van de Nederlandsche „Neo-calvinisten" afhankelijk is, ook voor Nederland van groot belang.

F. W. GROSHiEIDE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1931

De Reformatie | 14 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1931

De Reformatie | 14 Pagina's