GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wereldgelijkvonuige klachten over anderer wereldgelijkvormigheid. III. (Slot).

Klachten over wereldgelijkvormigheid staan in de kerk dan ook tegenwoordig op een laag, ontheologisch, wereldsch niveau.

De „houding" van het leven komt daarbij niet in geding, hoewel het, blijkens het bovenstaande, toch alleen daarom gaan mag, als men over deze dingen spreken wil.

En, terwijl de menschen in de kerk al drukker praten over wereldgelijkvormigheid, daar dragen ze tegelijk juist door die foutieve bespreking, die wereldgelijkvormigheid meer en meer de kerk in.

Ik noem enkele punten.

1. Allereerst: e beschouwingen van velen zijn louter negatief. Wat men zooal NIET moet doen, is hun eenig© thema. Niet kaarten. Niet de haren knippen. Niet op de planken gaan staan. Raakt ni©t, smaakt niet, roert NIET aan. Maar Paulus in Rom. 12:2 is behalve negatief, ook positief. Niet het schema van dezen aeon, MAAR — en dan komt het positieve. En geen wonder: ie Paulus daarin niet navolgt, die geeft het bestuur over de kerfcmenschen, de bepaling van hun „morphe", in handen van — „d© wereld". De wereld bepaalt, welke vraagstukken zij voor zich aansnijdt, welke gebieden van cultuurmogelijkheid zij betr©edt; en de kerkmenschen kijken nu daarbij toe, en teekenen dan in hun notitieboekje aan: iet hieraan meedoen, niet daaraan. Punt voor punt noteeren ze, naar de orde die „de wereld" aangeeft. In dat notitieboekje krijgen alleen die onderwerpen een beurt, die bij „de wereld" aain de orde zijn. D© leiding ligt in handen van de lieden van de overzijde. Waarom praten de kerkmenschen zoo druk over tooneel, spel, sport, haren? Omdat die onderwerpen de aandacht van de niet-naar-dewet-Gods-vragende massa hebben. Maar tegelijkertijd zwijgen de kerkmenschen zuiver kerkelijke pro-blemen, of ook vraagstukken, die allereerst de geloofshouding stellen moest, dood. Kijk maar naar de vragenbussen van alle kerkbodes. Kijk maar p.aar „De Reformatie": s Fernhout (Geestelijke Adviezen) trijgt veel meer vragen over buitenkantsfewesties, dan over principieele kwesties van levensstijl, van motieven, en van levensspanning. Kijk ook naar de belangstelling van Tiet „lezend publiek": omans, natuurlijk: aar beginselstudie? Lezen over een mensch-in-spanning, maar geen oplossing van eigen levensspanning door onder het juk van de wet zich te plaatsen. De verkeerde probleemstelling zegt nu: r dreigt wereldgelijkvormigheid, als mijn kinderen een boek krijgen met een vloek erin, of sexueel bederf. Juister is het te zeggen: et meedoen-met-de-massa, ook daarin, dat romans de plaats van serieuse didactische werken van levensbeschouwing bezetten, dat is wereldgelijkvormig. Daar is het schema verkeerd, ook al zijn onze booken allemaal gekeurd door de strengste commissie.

2. Voorts: d© beschouwingen zijn vaak p u u r-f a r i z © © u w s c h. D.w.z. men meet zichzelf en anderen naar uiterlijkheden, en vraagt niet naar den zin der dingen. In Dordrecht heeft de chr. geref, kerfceraad eens gedreigd, meisjes en vrouwen met kortgeknipte haren het avondmaal te ontzeggen. De classis Amsterdam der chr. geref. kerk kapittelt publiek de docenten van Apeldoorn, omdat ©r lichtbeelden vertoond zijn over Palestina: men mag wel platen kijken in een boek, maar niet, als z© tegen het licht gehouden worden, en dan voor alle aanwezigen tegelijk. Ik noem niet meer. Maar is 't niet hopeloos? Wie de tucht en den classicaleax tijd zóó misbruikt, lette eens op het verleden. Waar komt de gewoonte van het scheren vandaan? Men zegt (ik heb er geen studie van gemaakt) dat het ©eii vrij verdachten oorsprong heeft. Maar later werden kale gezichten juist de zalvende. Het is maar de vraag, wat achter zulk een uiterlijk optreden ligt. Een kerk, die zóó tegen dit en dat optreedt, moet altijd weer haar besluiten herroepen; erkent dus, later, dat zij over de kudde dwaselijk geheerscht heeft, maar weigert dit te zeggen met ronde woorden, zet een hooge borst, woiÖt dus — wereldgelijkvorniiger, "hoe hooger het boTstje gaat, hoe zalvender de volgende redenen zijn, die de eerste moeten doen vergeten. Bovendien verleidt zij volgens eigen redeneertrant de „zielen"; want als het loopt over „fcerk-gaan", „aalmoezendoen", kortom, over wat zij door God geboden acht, dan zegt ze altijd: ja maar, het uiterlijk© is niet genoeg, ge kunt met dat al een onbekeerd hart hebben. Maar niet zoodra knipt een vrouw (misschien wel uit zucht naar frischheid, of zonder nadenken) de haren kort, of er wordt gedreigd; en niemand vraagt: wat zit er achter, kondt ge met dat al niet een „bekeerd hart" hebben? Zoo wordt het leven in stukken geiuiipt, wordt h©t concrete dóen van Gods wil van zijn beteekenis beroofd, waartegenover dan staat, dat men het concrete doen van wat men houdt voor Satans wil, en dus het concrete overtreden tegen de wet van-God, zijn voUe, stereotiepe-ge-wicht laat houden. Stereotiep? Nu ja, voor een. poosje; zoolang als 't duurt.

3. In de derde plaats: e beschouwingen zijn in het farizeeuwsche-zélf toch weer zoo schrikkelijk inconsequent; ze tasten niet door. De oude farizeeërs wisten tenminste wat ze wilden, en brachten het nog tot een uitgewerkte casuïstiek. Men mocht dit niet, en dat niet, maar — en dan kwamen de suppletoire bepalingen, de juridische restricties. Als iemand het nu zóó aanlei, of zus, ja, kijk, dan was het kwaad er tenminste uit, Geen reizen op sabbath. Behalve dan, als het zóó en zóó ging. Doen wij nu ook zoo? Zeggen we: aartspel om geld is zonde, maar als het nu eens zónder geld gaat, verandert dan de kwestie? Welnecn: r hoeft er maar iemand te zeggen: e kaarten, of dr Geelkerken en docent v. d. Schuit, ja, die beiden, heffen een klaaglied aan. Wat mij betreft: k weet niet wat kaarten is, durf er dus niet over oordeelen, heb ook niet genoeg aan een zinnetje uit Voetius erover, maar gelóóf, dat d© vraag: eld-of-niet-geld hier al heel veel beshst. Verder zie ik deze kwesties: oeveel tijd heeft een mensch voor spel, ontspanning, wat windt hem ongezond op? en meer van dergelijke. Maar daar loopt het niet over bij „Woord en G6©st" en „Wekker". Evenzoo staat het nu over vrijwel heel het terrein. Druk geredeneer over wereldgelijkvormigheid, maar nergens een consequent© handhaving van ©©n standpunt; goed, of kwaad standpunt, dat doet er nu niet meer toe. De stijlloosheid is typeerend voor de debatten. Men blijft over en weer halverwege staan. Farizeeuwsch, maar dan maar half. Gereformeerd, maar dan maar half. Het teekent de onzekerheid. En toch maar praten, decreteeren: at is pure wereldgelijkvormigheid (Rom. 12:3).

Zulke zonden brengen nu haar eigen straf mee. Dit is de straf: dat de kerkmenschen, voorzoover ze hier geteekend zijn, onder al dat drukke aanwijzen van wereldgelijkvoimigheid in bepaalde punten, waar ze niet aanwezig is, of slechts schuchter zich vertoont, het oog sluit voor de wereldgelijkvormigheid, die de kerkelijke samenleving zelf almeer verwoest en ontbindt, en dan helaas zonder eenige schuchterheid.

Ik kom we©r op het woord schema terug, en verwijs weer naar wat prof. Greydanus daarover zeidei).

Wat behoort tot bet schema van deze wereld, de wereld, zooals Paulus die kende? Veruitwendiging. L©ven voor het genot. Weigering van offerande. Religie, voorzoover ze streelde, voordeelig was, den troon stutte, of de troonbestormers niet molesteerde. Agapê als Asschepoetster, Eros verheerlijkt. Diplomatie, die ziet in de toekomst, blind is voor de wet. Clubvorming, terwijl filosofische boomen opgezet worden „de amicitia": over de vriendschap. B, aantjesjagerij. Oogendienst. Jacht naar een decoratie, ©en promotie. Brood en spelen. Gezags-verwerping, practische erkenning van den autonomen mensch, die niettemin statig tusschen — tempels blijft op ©n neer gaan: the profit of religion. Waren het de spelen? Neen, maar het leven voor de spelen, evenals niet het eten, maar het leven voor het eten in die dagen typisch symptoom van het wereldschema was: „vette" keizers, maar dan wat smakelijk aangekleed, gegarneerd, met een lauwerkrans van poëten, en zoo. Was het de tactiek, het diplomatischdoen? Neen, maar het diplomatisch doen uit eigen wil, naar ©ig©n meening, zonder recht en gerechtigheid. Was het de erotiek? Neen, maar het sch©id©n van eros en agapê, van natuurlijke en geestelijke liefde. Was het de „begeerte" naar „een treffelijk ambt"? Neen, maar het bekijken van de dingen, de gesprekken, waarover de goden te beslissen hadden, onder het gezichtspunt: hoe maaki ik m© aangenaam bij wie, wij zouden zeggen: lintjes, te vergeven heeft?

Deze en dergelijke dingen hebben Paulus voor de oogen gestaan, toen hij de wereld doorkruiste, raadszittingen, waarin over zijn gevangenisstraf of ("gedwongen) vrijlating beslist werd, „psychologisch benaderde" (hm), de wereld verkende, bij Aquila en Priscilla gemoedelijk en ontroerd praatte over de toestanden van hun stad. Het was de tijd, waaiin Cleopatra's konden opkomen, en Nero's, en priesters, die gif konden mengen, en wichelaars, die ©en knipoogj© gaven aan den collega, dien ze op straat ontmoetten.

In déze dingen nu zal „deze aeon" zich altijd gehjk blijven; want het k©nm©rk©nde is, dat het levensschema van deze wereld daarin d© wet miskent, v©rkracht; God niet dient, maar zichzelf, temidden van, en met behulp van wat God gemaakt heeft.

Als ik daaraan denk, ja, zeker, dan zie ik wereldgelijkvormigheid aan alle kanten. In onze d©batten b.v. Hier is er één, die zoo dwaas is,

een tegenstander dood te zwijgen: alsof 'teen zaakje van personen was, inplaats van strijd om en voor de kerk, wat tusschen hen beiden lag. Gids een ander, die met zekere salon-deftigheid een ietwat hinderlijken broeder, dien hij maar lastig vindt, hautain voorbijgaat: alsof „beschavingskriteria" gelijk waren aan „bekeerings-motieven', alsof salon-manieren kerk-en profetiemanieren waren; alsof men in Gods bekers nèt zoo roeren kan als in een kopje thee. Elders is er één, die aUeen schrijft, over wat hem „ligt"; vandaar dan ook, dat bijna iedereen meent, dat wie strijdt, dat voor zijn genoegen doet. Pas dat eens toe op een chirurg.... Wij rekenen niet meer op eikaars bekeerd-zijn, b.v. in de pers. Onlangs werd openlijk geschreven: wie eenmaal een meening uitgesproken heeft, wil die natuurlijk liefst niet herroepen, ook al ziet hij in, gedwaald te hebben. Ik ontken de waarheid van dien volzin niet; maar waag het dan ook, al de tragedie, die ik er in zie, te noemen bij den naam: voorzoover dat waar is, blijkt eruit, dat wij bij elkaar wereldgelijkvormigheid onderstellen, daarop rekenen, haast niet gelooven kunnen van elkaar, dat iemand schrijft, tegen eigen wil, louter omdat hij denkt: het moet.

En zoo kunnen we het terrein verder overzien, Veruitwendiging, ja zeker: al was 't maar. in onze probleemstelling inzake de wereldgelijkvormigheid. Gezangen of psalmen zingen, nul, één, twee, drie, vier. Leven voor het genot. Niet de sport, maar de sportverdwazing is wereldgelijkvormig. Maar dezelfde zonde zit b.v. in het ouderpaar, dat voor Hogenbirk of voor Rudolf van Reest leeft: dat geen voetbal ziet, maar omdat godsdienst het leven in het dorpje vult, „genoegen" heeft in een „geestelijke" gezelschaps-tractatie, op zulk een uur, waarop God roept tot ambtelijken dienst, b.v. op de kinderen passen, met de kinderen samen zijn. Weigering van offerande: ophouden met een als principieel aangediend discours, als het een paar vriendjes kost. Werkstaking, waarbij de probleemstelling van doen-of-laten precies dezelfde is als bij de wereld. Werkaanvaarding óók, wanneer het niet-staken, maar blijven werken los staat van de eischen der wet. Eros voor, straks in plaats van agapê: contribueeren dus alleen aan instellingen, waar ze sympathiek tegen u zijn, en ermee ophouden, als ze het niet zijn. Kinderbeperking uit gemakzucht, en evengoed geen-kinderbeperking, als — zulke gevallen kunnen er zijn — Gods duidelijke wet een offerande van onthouding vraagt. Gezelschap inplaats van kerk, of kerk-onder-gezelschaps-aspect; het komt weer op den aanpak aan. Diplomatie, die niet allereerst ziet in de wet; die vraagt: wat kan ik bereiken, die spreekt en schrijft onder dit aspect: gééft het wat? Clubvorming: een zich oplossen in kringetjes, zwoel en intiem, met af en toe een stichtelijke vergadering, wijl dat hóórt. Filosofisch hoornen over do dialectiek, en intusschen die alleen als een slag om den arm houden, wanneer ge met concrete vragen lastig gevallen wordt, van anderen, of van eigen geweten; en verder heelemaal niet dialectisch-doen. Gereformeerd willen heeten, omdat dat mooi staat, omdat het de vrienden en de geestverwanten in besturen laat blijven, of sluipen, maar verder niet gereformeerd wezen. En dat weten. Preeken, schrijven, zonder dat er wellust is, om precies te zeggen, waar het op staat. Zooi vind ik b.v. de ethische preek (niet den ethischen man) een typisch staal van wereldgelijkvormigheid: verschillen maskeeren, nieuwe lading brengen onder oude vlag. Maar hetzelfde gevaar nadert ons, is aJ typisch in het „hersteld verband" (personen bespreek ik niet). Ónder dit aspect vind ik een vrijzinnige, die de verschillen met ons hardop uitroept, op dit pimt niet wereldschematisch; een hersteldverbander, die de verschillen uitmeet voor kerkpolemiek, doch ze verdoezelt b.v. in de naamgeving, wèl.

Men kan natuurlijk verder gaan zonder eind. Is de krijgsdienst wereldgelijkvormig? Neen, maar het niet-beproeven, welke de wil Gods is. Op die manier is de anti-militairistische praatjesmakér óók dadelijk wereldschematisch, als hij de kwestie niet door heeft, en doet, alsof. Zoo is de bioiscoop niet wereldgelijkvormig „op zichzelf", maar om wat ermee gedaan wordt, om wat er achter ligt: Vicky Baum in haar thans in de Berliner lllustrierte loopenden roman „Leben ohne Geheiranisz" doet een boekje over het leven in Hollywood (de filmstad) open, waar ge van ijst. Maar precies even wereldgelijkvormig was waarschijnlijk, wat het schema betreft, de vaderlandsche kerlj 'n de dagen, toen ze bevoorrecht was, en het lidmaatschap voordeelig.

Er is maar één afdoend middel: beproeven, welke de wil van God is. De kerkelijke strijd zelf is in de laatste jaren absoluut verwereldlijkt: en nu willen sommigen het er maar bij laten zitten, inplaats van Gods wil te beproeven: nieuwe verwereldlijking.

Laat ons niet verder achteruit gaan, en geen afgoderij bedrijven, ook niet met „Jezus". Ze zeggen tegenwoordig: wat zou Jezus doen; en dan heeft ölke deftige dame in een villa zoo haar gedachten over Jezus. Maar die Jesulatrie is wereldgelij'kvor-, migheid; Jezus wordt pas verklaard als Christus: als zoodanig legt hij God uit, en zich zelf. Er is een land, Amerika, waar ze boeken kunnen waardeeren over Jezus: „In His Steps", — een motief, dat ook Nederland nu verovert. Maar Amerika is dan ook het typisch voorbeeld van verwereldlijkte kerken. De kracht van Nederland was het: van Christus te spreken: het ambt te kennen en te zoeken. Het ambtsbesef moet er weer bij ons allen in.

Wie de tegenwoordige kerkelijke pers met haar waarschuwing tegen bioscoop, kaartspel, etc. leest, en haar niet verder ziet komen, krijgt uit haar een negatief beeld van dezen tijd: bij de wereld is dan dit negatief positief geworden. iWaar de kerk moet geen t ij d s p i e g e 1 worden, hetzij dan in positief, of in negatief beeld, maar den tijd, waarin ze geplaatst is, laten beheersohen door de eeuwigheid, door het Woord.

Ernst maken met wat wij ernstig noemen, dat is de kern der andere practijk, der betere. Zoo maar gehoorzaam wezen, ook in uw spel, uw lach; weten, wat ge wilt, waar ge zijt, welke plaats uw bedrijf van heden heeft in een levensgebouw, welks bestek is afgelezen van, opgezet naar het uitgedrukte Woord van 'God.

En als dan het binnenste vernieuwd is, en vandaar de christelijke persoonlijkheid haar eigen gestalte aanneemt, dan zal de nieuwe samenwerking van vernieuwden eigen zede weten te vormen, zooals het steeds gelukt is bij elke reformatie', zonder dat de één den ander ophoudt met eendwang, die ongezond is, eenerzijds, of met een vrijheidsmaniakkerij, die gokt in het wethuis, anderzijds. Want de oplossing ligt niet in een overigens nuttelooze vechtpartij om een strookje meer of minder van het leuke makkelijke theologisch afgebakende lui-lekkerland der „a d i a p h o r a" (middelmatige dingen) maar in het loochenen der adiap h o r a. In het onder de wet plaatsen van alles: óók uw spel, uw vacantie', uw eros, uw kunst, uw groote schoonmaak, uw kerk.

Naschrift. Een lezer hield zich bezig met de vraag, of aansluiting aan de vaderen wel goed medicijn is tegen wereldgelijkvormigheid. Hij zal begrepen hebben, dat dit m.i. niet zoo is. Omgekeerd: het critiekloos aanvaarden van „vaderen" is zélf wereldgelijkvormig; iets dergelijks kenmerkt b.v. elke wegzinkende, wereldsche cultuur. Christus verbiedt het dan ook: gij zult niemand uw vader noemen op aarde. Historische lijnen volgen, aansluiting aan het gegevene, is nog iets anders dan voortbouwen op het oude, zonder critiek, zonder reformatorischen drang, die tot den dienst van God behoort. Zoo is b.v. de staatkundig-gereformeerde politiek een markante openbaring van wereldgelijkvormig schema, en dit hangt samen met de fatale, de schrijvers zelf soms verstrikkende, 'theologische meemngen, die daarachter liggen, ook met de annexatie van „vaderen", naar willekeur, en met ontoereikend en werkelijkheidszin.

K. S.

Het Loudensche congres.

Naar mij bericht wordt, is in „De Rotterdammer" meegedeeld, dat het Congres der Sovereign Grace Union, waarover ik nog verleden week schreef, de internationale organisatie heeft aangevat, voor elk land een behartiger van de belangen ervan heeft aangewezen, en de gereformeerde belijdenissen als grondslag aanvaard heeft. Ik kan het bericht thans niet controleeren, maar zal natuurUjk corrigeeren, als het noodig blijkt; wat ik thans volstrekt niet onderstel.

Is dit bericht volledig, en juist, dan wordt het voor de talrijke Baptisten, die in de S. Gr. U, (naar kenners zeggen) de meerderheid voormen, een wonderlijke toestand. Wat moeten zij met de geref. belijdenissen? Misschien moeten zij zich van nu af realiseeren, dat het hoogtepimt van iun S. gr. ü. hun dieptepunt is.

De rest der wereld vraagt zich af: werkelijkheid of illusie? „Zending", die haar naam verbergt, of samenwerking? We hebben al eens meer een poging, om ergens invloed te krijgen, onwillekeurig gemaskeerd door te zeggen en te schrijven, dat de objecten van die poging zulke goede calvinisten waren. Maar dan werd eigenlijk bedoeld: ze moeten het nog worden. De poging, om ze dat te maken, verdiende sympathie; niet echter haar gewilde of onwillekeurige verberging. Ons volk moet niet warm loopen voor onwezenlijkheden: alles krijge zijn eigen naam.

We zullen maar eens afwachten; dit berichtje bedoelt niets meer, dan de vraag te stellen, zooals ze opkomt. Beantwoorden kan later.

K. S.


') Ten overvloede wijs ik nog op diens exegese van Phil. 2 : A 8, waar zijdelings uit blijkt, dat in mijn eerste artikel de roeening van Prof. Gr. juist weergegeven werd. Daar wordt (Korte Verkl.) het woord „morph^' (2 : 6) omschreven als: edaante of vormverschijning, waarin het wezen zich openbaart (wezensopenbaring, bestaanswijze); het woord „schema" (2:7), zegt Prof. G., „doelt op houding, voorkomen, leefwijze, den geheelen vorm, waarin het menschzijn (van Christus, K. S.) z'* kerinën doét" (blz. 47, 49).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's