GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Staat en Kind”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Staat en Kind”.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn van die onderwerpen, die onder ons voortdurend aan de orde moeten blijven. De beginselen, die ons bij de beschouwing daarover moeten leiden, komen in de practijk van het leven voortdurend niet alleen ter sprake, maar ook in het gedrang. Tot zulke onderwerpen behoort ook het opschrift boven dit artikel. Het kwam aan de orde op de vergadering van onze Christelijke Onderwijzers, te Zwolle in de Pinksterweek en werd daar op uitnemende wijze ingeleid door Mr H. Bijleveld.

Het werd aan de vergadering duidelijk gemaakt, dat van oude tijden af al gezocht is naar de juiste verhouding tusschen mensch en staat, ook tusschen kind en staat en dat de beantwoording van onze diepste levensvragen niet zelden verband houdt met ons inzicht in deze verhouding. In hoever heeft de staat met het kind te maken, wat heeft de staat over het kind te zeggen? Onmiddellijk komen dan practische vragen aan de orde: het aantal verplichte vakken, het aantal verplichte uren, de eenheidsschool, Fransch ja of neen, de volkenbond er bij of niet, schoolvoeding, schoollsileeding, schoolartsen, schoolbaden, het toezicht, enz. enz.

Misschien kan men nog beter, om een goed antwoord te krijgen, de volgorde omkeeren en vragen naar de verhouding: kind en staat. Immers het kind is eerder dan de staat. Het kind komt ter wereld in het natuurlijke verband van het gezin. De leidende gedachte in die kring is de liefde. Nergens ter wereld vindt het kind een beter© verzorging dan in de kring van vader en moeder, waar de natuurlijke liefde heerscht, waar d© bloedverwantschap spreekt. Daarom zal ook altijd de terugdringing van de beteekenis van het gezin op verarming uitloopen, verarming in geestelijke, moreele zin.

Aan de staat is evenwel een geheel andere functie toebedeeld. Zij is gegrond in de macht. De staat heeft heerschappij over onderdanen. En nu wordt dat kind geboren in het gezin, maar staat daardoor ook in verband met andere levenskringen, hier met name de staat. Het kind is ook dadelijk staatsburger. Daarin wordt dat kind veiligheid ge-

waarborgd, bescherming, wanneer het in, zijn rechten mocht worden bedreigd.

Hieruit volgt, dat het niet tot de taak van de overheid kan behooren, het kind onderwijs te doen geven. Dat behoort tot de taak van het gezin. Hoogstens kan de staat beschermend optreden en in een wet vastleggen, dat het kind een zeker minimum van onderwijs moet gemeten. Dat is dan bescherming tegen mogelijke verwaarloozing van de zijde der ouders. Tot zelf onderwijs geven is de staat vau nature noch gerechtigd, noch geroepen, noch in staat. En door de principieel onjuiste opvatting van een primaire overheidstaak ten opzichte van het onderwijs, is het recht van de school als verband, is het recht van het gezin, is het recht van het kind in gevaar.

Nu zal het niet gemakkelijk zijn, altijd precies aan te geven, hoe de rechten van de verschillende kringen tegenover elkaar moeten worden afgebakend. Er kan een ingrijpen van de staat noodig zijn. Op dit oogenblik is er b.v. niet meer dat sterke verzet tegen de leerplicht, dat men' vroeger in onze kringen vond. Er is ook inzake het onderwijs aau het kind een roeping der overheid.

Hoofdzaak blijft, dat principieel vastgehouden wordt de zuiver Christelijke onderscheiding der eigen sotivereine kringen, met erkenning, dat de eenheid, de orde van het leven, religieus alleen in God ligt en dat dit tijdelijke leven de onveranderlijklieid niet kent; we moeten daarin vastheid vinden, dat God ons in Zijn Woord het richtsnoer geeft, om de vragen, waarvoor het leven ons plaatst, te Icunnen oplossen.

En die vragen kunnen lastig genoeg wezen. Behoort het wel tot de taak van de overheid, te zorgen voor een goede ventilatie in de school? Ja, zeggen we, hier treedt de staat beschermend op. Hij komt met de bepahng, dat het kind moet schoolgaan, maar waakt nu meteen, dat het kind daar geen lichamelijke schade lijdt. Mag dan de staat weer niet zorgen voor schoolvoeding en schoolkleeding? Neen, zeggen we, dat is de taak van het gezin. De staat, de gemeente mag moeder niet overbodig maken. Bovendien ook de kinderen, die nog niet schoolgaan, moeten gevoed en gekleed worden. Daarom moet nauwkeurig vermeden worden al wat het kind ook maar eenigszins losser zou maken van de natuurlijke kring van het gezin. Toch kumien deze dingen wel een nijpend karakter aannemen. De gemeenteraad stelt de hoofden der scholen b.v. in de gelegenheid klompenbons af te geven voor de kinderen uit arme gezinnen. Op verschillende plaatsen maakt men daartegen geen bezwaar; het is in het belang van het regelmatig schoolgaan en een niet onaangename tegemoetkoming in de armoede van de ouders. Het komt evenwel ook voor, dat de onderwijzer principieel bezwaar heeft in deze vorm van schoolkleeding. Maar de ouders nemen hem dat kwalijk en zenden hun kinderen naar een andere school, waar wel klompenbons verstrekt worden. Dat zijn voor het betrokken hoofd moeilijke dingen. Immers, niet overal is de diaconie in staat, hier de noodige hulp te bieden. Men kan ook overwegen, dat het toch maar beter is, dat de kinderen met gemeenteklompen van Christelijk onderwijs genieten dan dat ze door gemis aan beslistheid der ouders naar de Openbare school gaan. Veel hangt hier ook af van de wijze, waarop het gebeurt. Hoe minder hier het gezin wordt uitgeschakeld, hoe beter, 't Geldt ook hier weer, over het beginsel zijn we het wel eens, maar de nadere uitwerking is moeihjk, ook van plaatselijke omstandigheden afhankelijk.

Mr Bijleveld haalde het woord aan van DrKuyper: De staat mag alleen een noodverband leggen. Blijft de vraag: Wanneer doet de nood zich voor?

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

„Staat en Kind”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's