GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuwe uitlatingen nit het z.g. Hersteld Verband. Het verzoenende bloed.

Ieder gereformeerde weet, dat de gereformeerde theologie haar diepste kracht en haar innigste aanbidding heeft ontplooid eenerzij ds in de leer der praedestinatie, anderzijds in de leer der rechtvaardigmaking, in verband hiermee de leer der betalende kracht van Christus' offer.

Thans lezen we van de hand van Ds Vermaat in de kerkbode van het hersteld verband het volgende:

Bij deze immanente critiek op de betalings-theorie kunnen we echter niet blijven staan.

Veel grooter en principiëeler is het bezwaar, dat deze theorie in haar denkvormen niet voldoende aansluit bij de Heilige Schrift.

Wij moeten volkomenlijk betalen. Die denkvorm is er sinds eeuwen bij het gereformeerde volk in Nederland ingeprent. En de verlossing bestaat hierin, dat „Christus voor alle mijne zonden volkomenlijk heeft betaald". Golgotha is de schuldkwijting, de opstanding 'S de quitantie.

Het merkwaardige is, dat de Heilige Schrift dezen denkvorm niet kent. En nemen we het woord „betalen" niet als denkvorm voor het verzoeningsmysterie maar in zijn gewonen gebruikelljken zin, dan getuigt < ie Heilige Schrift juist, dat er niet betaald be­ hoeft te worden. Noch ten aanzien van de wereld-verzoening, noch ten aanzien van de persoonlijke verzoening kent de Schrift dit begrip.

De Schrift zegt juist, dat God éian de wereld hare zonden niet toerekende en dit toonde door de gave des Zoons. De gave des Zoons als zoodanig was een daad van vergiffenis en vergeven is kwijtschelden. Ook in de persoonlijke verzoening wordt er niet óf door ons zelf óf door een ander „betaald". „Al die schuld", zegt Jezus, wordt door den Heer des Koninkrijks kwijt gescholden.

Het tegendeel dus van vasthouden aan den eisch van betaling. Christus leert ons bidden: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En vergeven is niet een quitantie geven op een of door onszelf óf door een ander betaalde rekening, maar vergeven is kwijtschelden.

Dit is zoo evident, dit springt in de Heilige Schrift zoo in het oog, dat ik er slechts aan behoef te herinneren.

Natuurlijk wisten ook de opstellers van den catechismus dit wel.

Men zou hen zeker onrecht doen als men dit woord „betalen" niet neemt met het bekende „korreltje zout"; daarom sprak ik juist van een denkvorm om het verzoeningsmysterie-uit te drukken.

Er is zonder twijfel iets in de leer der Heilige Schrift, die hun tot het gebruik van dit woord „betalen" genoopt heeft.

Wellicht dit, dat er metterdaad aan Gods gerechtigheid genoeg moet geschieden. Maar niet eens, maar alt ij d, maar eeuwig.

Er rust in der eeuwigheid geen zegen op de zonde, p geen enkele zonde. Aan de zonde kleeft vloek, aan lke zonde. Elke zonde brengt zijn heillooze gevolgen, lke misstap. Er is maar één weg van licht en vrede, n heil, en dat is de weg van Gods geboden. Wie in e liefde des Vaders wil blijven moet Zijne geboden ewaren. Er is maar één rijk, waarin leven en vrede eerscht, dat is het Koninkrijk Gods; er is maar één aam, die geheiligd moet worden, dat is Gods naam; r is maar één wil, die goed is, dat is Gods wil. lke stap daarbuiten wreekt zich. In dien zin moet u en eeuwiglijk aan Gods gerechtigheid genoeg gechieden. Daar gaat niets van af. Zoodra we buiten et spoor van Gods wil zijn is het mis.

Dit voldoen aan Gods recht, dit volbrengen van Gods wil is in Christus, en hij schept een nieuwen hemel en een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont.

Dezen absoluten eisch van conformiteit aan den heiligen wil Gods zoekt men wellicht door het woord „betalen" uit te drukken.

Doch het is niet te rechtvaardigen. Men kan zich voor dien denkvorm zelfs niet beroepen op het bekende woord van Christus, dat Hij Zijn leven geeft tot een losprijs van velen. Want een losprijs is geheel iets anders dan een schuldkwijting.

Ook is het zeer bedenkelijk. Vooral in de prediking. Want onwillekeurig groepeeren zich om een minder gelukkigen denkvorm allerlei wezenlijk valsche begrippen. In mijn gemeente te Makkum was iemand, die gewoon was te zeggen: „God heeft niets meer van mij te eischen; ik heb alles betaald door mijn schuldovernemende en schuldbetalende borg". Dat vond hij het toppunt van gereformeerd geloof. Het begrip „vergiffenis" had hij feitelijk opgeheven.

De orde der verzoening dacht hij zich naar het schema: Schuld-betaling-quitantie. Metterdaad ook een zeer duidelijke maar helaas wat al te vlakmenschelijke denkvorm.

Een theorie nu, die in denkvormen gekleed is en denkvormen produceert, die zoo dwars ingaan tegen de denk-en spreekvormen der Heilige Schrift, kan niet zonder reserves aanvaard. Wat mij betreft, reeds daarom niet, zou ik van ganscher harte kunnen verklaren, dat ze is conform den woorde Gods.

Enkele spatiëeringen zijn van mij.

Ik acht het onnoodig, er iets van te zeggen. De geref. theologie heeft al die redeneeringen breed weerlegd, en ' Ds Vermaat krijgt zijn „korreltje zout" heelhuids van mij terug; ik zal het niet gebruiken. Maar verder niet meer hierover. Ik herinner maar weer aan enkele feiten:

a. deze kerkbode wil nog altijd voor gereformeerd aangezien worden;

b. de redactie wordt gevoerd o.m. door een schoolhoofd in Rotterdam, aan een gereformeerde school;

c. enkelen denken nog steeds, dat ik niet heelemaal nuchter ben (om nu maar het zachtste vonnis te doen spreken), als ik telkens weer erop terugkom, dat men personen uit het hersteld verband niet als gereformeerd moet aannemen, en niemand uit dien kring zonder meer voor gereformeerd kan houden, zonder nadere verklaring;

d. van belangrijke posten — onlangs citeerde ik het Kuyperhuis, Dr Beekenkamp — wordt nog altijd beweerd, dat men in „zekere kringen" kleine verschillen inzake ondergeschikte punten zóó opblaast, dat men gaat lijken op de tragische helden, die „bang zijn, zich aan koud water te branden" (vrij citaat);

e. ook hier speelt in het artikel van Ds V. weer een ongereformeerde opvatting inzake deheils-enopenbaringsgeschiedenis een rol, een opvatting, die, al of niet bewust, aan het barthianisme verwant is;

f. schrijvers in dit blad wil men dan in den Calvinistenbond inlijven;

g. velen zeggen, dat ik te zwart zie; maar ik heb den tijd; alleen vraag ik van de enkelen, die nog lust hebben, mee te helpen, hun stem te doen hooren. Want nog eens: uit dat hersteld verband komt de ellende, en ze is niet te keeren, zoolang men voortgaat, kwaad te worden, als iemand hun „gereformeerden" naam niet verkiest te aanvaarden, zonder meer.

Waarschuwing.

In „Westlandsche Kerkbode" plaatst Ds Pontier volgende waarschuwing:

Na ingewonnen inlichtingen geef ik in ernstige overweging voorzichtig te zijn om gaven te geven aan de Nederlandsche Vereeniging „tot geestelijke ontwikkeling des volks" op Gereformeerden Grondslag, te Amsterdam.

De redactie voegt er aan toe:

N.B. 'kMeen, dat dezer dagen voor dit doel ook in onze streek is gecolporteerd en gecollecteerd.

Men houde zich toch aan den reeds meermalen gegeven wenk niet te geven tenzij een kerkeraadsschrijven van eigen plaats garandeert, dat de zaak aanbeveling verdient.

Ik weet niet, waarover het gaat, maar vertrouw zoozeer het gezond verstand dezer beide schrijvers, dat ik, in de onderstelling, dat hun woord van waarschuwing ook elders zin hebben kan, het hier doorgeef.

Slecht op de hoogte.

„La Semaine Réligieuse de Génève" schrijft:

HOLLANDS.

Encore une concentration qui se prepare. — En Hollande, les „Gereformeerde Kerken" (Eglises réformées) et la „Christelyk Gereformeerde Kerke" (Eglise chrétienne réformée) souffrent d'etre séparées, et toujours a nouveau des essais sont tentés pour arriver è, une union. Les „Gereformeerde Kerken" désireraient créer une communauté comprenant toutes les Eglises réformées du pays. La „Christelyk Gereformeerde Kerke", fondée en 1834 malgré bien des oppositions sous la direction de H. de Cock, s'est rattachée il y a 40 ans aux Eglises réformées, sauf un certain nombre de paroisses qui restèrent groupées sous l'ancienne denomination. Leur prochain Synode general doit précisément decider d'inviter officiellement les Eglises réformées qui se sont séparées a participer aux fêtes du centenaire et aux discussions concemant les devoirs de l'Eglise dans les temps presents. Espérons que ce sera un premier pas vers Ie rapprochement des deux Eglises.

Was 't maar ongeveer zoo als hier staat!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1932

De Reformatie | 4 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1932

De Reformatie | 4 Pagina's