GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Accentverleggiag, en erger.

Omdat wij van elkaar weten moeten, wat we „naar de meening des Geestes" houden, citeer ik hier uit „Eilanden-Nieuws" fragmenten uit een verslag van de bevestiging en de intrede van Ds Laman, die in Middelhamls den staf heeft opgenomen over de ware kerk, die daar ontstaan is uit (volgens „De Wekker") verlating van de andere ware kerk. De nieuwe ohr. geref. gemeente dus. Bevestiger was Docent Wisse. Deze (aldus het verslag) bracht direct

bij den aanvang der godsdienstoefening zijn gehoor onder den indruk van het plechtige oogenblik, daar hij voor het uitspreken van het votimi de gemeente ernstig en gevoelvol aansprak:

Geliefden in onzen Heere Jezus Christus; geliefde

broeder Laraan met TJwe gade, uwe ouders en uwe familie hier tegenwoordig".

Ik meende, dat de moeder en de Broeders van den koster en den dominee de kerk van Christus was, en dat daax het accent niet valt op bloed, doch op geest. We lezen verder:

Kort en piëteitsvol schetste spreker de institueering der gemeente, en herdacht haar ouden, tachtig-jarigen geestelijken vader, die nu in den geest mede leefde, en van zijn hartelijke belangstelhng nog in de laatste dagen, zulke duidelijke bewijzen had gegeven.

Ik heb er niets van gelezen, dat Ds Van Velzen de Geref. Kerk verlaten heeft. Is hij dus emeritus-pred. i der Gereformeerde Kerk, dan veroordeelde hij dien-• zelfden Zondag dat schisma. Deze geestelijke recht-I spraak (want anders is het niet volgens de formulieren I der vaderen) vraagt het accent, meer dan iets anders. l Alweer accentverlegging.

Nog meer, uit de bevestigingspreek:

Beter voor 6 a 7 personen preeken, dan voor 1000, f wier bloed aan TJwe handen kleeft.

Een zeer algemeene waarheid, ouder dan het aposto^ licum. Is ze zoo bedoeld, dan is het in orde. Is het een Seitenhieb, dan, enfin, dan is dat verdeeldheid zaaien.

Wat het ceremonieel aangaat:

Terwijl de ouderlingen Mans en Driesse een opengeslagen Bijbel hielden boven het hoofd van hun beroepen Leeraar, en de bevestiger zijn rechterhand op zijn hoofd legde, zong de gemeente staande haar predikant toe uit Psalm 132 vs. 6.

Liturgie van Apeldoorn, mogelijk.

Hierna de intreepreek; daarna de toespraken. Tot ' den bevestiger:

Zeidet ge vanmorgen, dat ge in den hemel geen professor-zetel zoudt ontvangen, dan voegen wij daaraan toe, indien ge eenmaal daar zijt, waar aan allen arbeid een eind komt, ge dan toch wel zult blinken als een Ster, en instemmen zult met het lied: Hü is de Koning, Hij alleen, „Hij moet wassen en wü minder worden!"

Neen, dat wordt in den hemel niet meer gezongen. Geen enkele voorbereider behoeft daar zijn leerUngen meer af te staan, zooals de Dooper het hier bedoelde.

Toespraak tot den kerkeraad:

Ik sta hier nu voor U als de opvolger van een man, die voor TJ was een vaderlijke Vriend en een vriendelijke Vader; die meedroeg aan de belangen van Gods Volk en die bij Gods Volk een plaats in het harte had.

Volgens „De Wekker" zijn er in M. minstens twee ware kerken, en dus ook twee ware opvolgers van den hier bedoelden predikant. Volgens dezen laatste zelf (zie boven) is de opvolger een ander predikant (in de Geref. Kerk).

Toespraak van den ouderling:

Het eenige doel, dat wij tot stichting der gemeente gekomen zijn, is alleen de zuivere bediening des Woords, die naar de Godzaligheid is, in ons midden te hebben.

Laatste, allerlaatste toespraak van den bevestiger:

Spr. schetste op intieme vrijze Ds LcLman als een man, die op school een groote behoefte en lust naar wetenschap toonde en dat met een practischen inslag. Een kennelijke begeerte was bij hem merkbaar, om hetgeen hij daar verzamelen mocht, straks om te zetten in gangbare munt, in bet midden vaji dat volk, dat dorst naar de Waarheid, die naar de Godzaligheid is.

Alsmede daaruit-dit:

In de tweede plaats stipte d© Bevestiger aan, ho© hij met Ds Laman dikwijls van hart tot hart had 'gesproken. Ons werk, aldus Bevestiger, is een groot werk, maar het is dikwijls geestdoodend, zoodat men wel eens uitziet naar een frissche teug, een lafenis voor de ziel. Tusschen ons, aldus Bevestiger, was het wel eens zoo, dat ik professor af en hij student af was, zelfs is het gebeurd, dat hij mijn professor en ik zijn student was. Bevestiger maakt gewag van de kostelijke samensprekingen die Ds Laman ook met zijn vrouw heeft gehad, en brengt hem namens zijn geliefde vrouw de hartelijke groeten over.

Is dat nu ginds overal zoo? Geef óns dan maar wat ambts-besef. Dat is minder zwoel.

Nog eens: eritiek op Lambeth.

Van Ds E. Jansen Schoonhoven kwam volgend artikel (in, waaraan ik gaarne hier een plaats geef. Gemakshalve plaats ik in den tekst enkele cijfers, die verwijzen naar mijn op de gemerkte passage slaande beant-I woording:

Zeer geachte Redactie,

Beleefd verzoek ik U het onderstaande in Uw blad te willen opnemen.

In „De Reformatie" van 21 October 1932 geeft de redacteur der rubriek „Persschouw" een overzicht van mijn eritiek op het Lambeth-rapport, die ik in twee^) artikelen in „Het Korenland" uiteenzette. Hoewel erkentelijk voor de belangstelling, die deze artikelen^) bij U vonden en dankbaar voor de toezending van het nummer, waarin deze „Persschouw" is opgenomen, moet ik toch uitdrukking geven aan een bedenking. Door Uw artikel wordt n.l. — misschien onbedoeld^) — de indruk gewekt, alsof door mijn eritiek implicite het oecumenisch streven van onze dagen veroordeeld wordt en dus ook de deelname aan dit streven door de kringen van het „hersteld verband". Deze gevolgtrekking*)-ligt mij echter zeer ver. Het is n.l. mijn vaste overtuiging, dat de kerken in onzen tijd de roeping hebben de eenheid der kerk te zoeken®). Dit zal echter niet mogen gaan ten koste van de waarheid, en daarom kan de oecumenische beweging m.i. alleen aan haar roeping beantwoorden als de waarheidsvraag daarin zoo scherp mogelijk gesteld wordt ^). Vanuit deze overtuiging heb ik mijn artikelen geschreven, die dus eerder beschouwd zouden kunnen worden als een bescheiden bijdrage tot de oecumenische beweging'') dan als een afwijzing van die beweging*).

Ik weet niet, wat „Woord en Geest" over het Lambeth-rapport heeft geschreven en het is zeer wel mogelijk, dat ik daar bezwaar tegen zou hebben. Maar dat in „Woord en Geest" een positieve waardeering van de oecumenische beweging tot uitdrukking komt, juich ik zeer toe°).

Ook heb ik niet alléén eritiek geleverd op het Lambeth-rapport, maar het anderzijds hoogelijk gewaardeerd. Ja, ik heb mijn artikelen het opschrift gegeven „Ecclesia Militans" en daarmee ondanks mijn eritiek het Lambeth-rapport begroet als een uiting van een deel der strijdende kerk van Christus op aarde^°). Dit moge tegenstrijdig schijnen, maar m.i. dwingt juist de belijdenis van de eenheid in Christus tot strenge theologische eritiek ^^).

U dankend voor de verleende plaatsruimte verblijf ik hoogachtend,

Lichtenvoorde. Ned. Herv. Pastorie.

P.S. Als U zegt, dat ik bekend ben uit het „Algemeen Weekblad", verwart U mij waarschijnlijk met mijn vader, Ds T. J. Jansen Schoonhoven uit Oegstgeest, daax ik nog slechts eenmaal in het „Algemeen Weekblad" heb geschrevene^).

Tot zoover inzender.

Ik zou hierop dit willen antwoorden: 47 Jansen Schoonhoven andere zijn; daarom nam ik ook de E. in de naamsvermelding op. Ik geef toe, dat mijn onbekendheid met het aantal artikelen anderen heeft kunnen doen verwarren, waar ik zelf wel onderscheidde.

E. JANSEN SCHOONHOVEN.

K. S.


•') Twee; maar mij is slechts het ééne, waaruit ik citeerde, toegezonden.

^) Zie onder ^).

^) K. Grelling heeft de wereld bezig gehouden met de onderscheiding van autologische en heterologische woorden. Autologisch noemt hij woorden, die zelf vallen onder het begrip, dat ze aanduiden; b.v. „kort", „nederlandsch", „vijf-letter-grepig"; heterologisch zijn dan de niet-autologische (b.v. „lang , „engelsch", „eenlettergrepig"; immers, deze laatste woorden zijn zelf niet lang, niet engelsch, niet eenlettergrepig), zoodat ik eigenlijk maar zeggen wil: indien de „uitdrukking" „misschien onbedoeld" autologisch is, dan zeg ik den inzender: zoo iets overkomt mij ook wel eens. Is ze evenwel heterologisch, dan zou ik moeten zeggen: dat moet ik U maar vergeven.

*) „Gevolgtrekking", „gewekte" indruk? Nu ja, als men niet goed leest. Maar dat kan ik dan niet helpen. Ik citeerde uitvoerig, en gaf duidelijk aan, waar ik sprak, en waar inzender het woord kreeg. Door eraan te herinneren, dat Ds J. S. ethisch was, en de goede bedoelingen van Lambeth eerbiedigde, heb ik hem voor denkende lezers gevrijwaard van de dwaze onderstelling, dat we het samen in de groote vragen eens zouden zijn. Wie ons blad leest, zal dat ook verder zonder meer gelooven, als ik van een „overtuigd ethisch predikant" spreek.

^) Ons blad denkt er van zijn oprichting af aan precies zoo over. Maar over den modus quo hebben we zoo onze eigen gedachten, ten deele principiëele, ten deele dood-nuchtere.

") Ons uit het hart gegrepen.

') Als het zóó staat, dan spreken wij in ons blad óók

oecumenisch; zie ^) en "). Dit is geen grapje, al denkt iemand het misschien.

*) Wij maken verschil tusschen de oecumenische beweging, gelijk ze als ideaal gezien wordt, en zóó, als ze feitelijk bestaat. Ze is ons in haar gegeven vorm juist veel te weinig oecumenisch (wijl te veel een zaak van personen, los van het „geloof der gemeente"); en veel te weinig „beweging"; en veel te weinig „beweging van kerken"; en veel te weinig gegrepen door de katholiciteit van het christendom; dit is immers kenbaar aan de „apostolische successie": dat men de „leer der apostelen en profeten" eerlijk bewaart.

^) Indien ook maar positief. Overigens: zie *).

e") Als we van elkaar eens gingen gelooven, dat men ook de „ecclesia militans" kan willen vertegenwoordigen en dienen, door de richting van ons blad te volgen, dan zouden de ethische lezers misschien even vaak van de gereformeerden eerlijke citaten onder de oogen krijgen, als de gereformeerde lezers aanhalingen van de ethischen in ons blad herhaaldelijk letterlijk krijgen. Gewoonlijk weten wij, dank zij onze pers, veel en veel meer van hen, dan zij van ons. Ik weet niet, wat meer in de lijn van het oecumenische ligt. Of eigenlijk weet ik het wél.

") En mijns inziens is strenge theologische eritiek, d.w.z. terugleiding naar het apostolische fundament, en daai-mee naar de ware katholiciteit van het christendom, directe arbeid voor de (waarachtige) eenheid der geloovigen. Want het enapirisch gegevene is geen maatstaf voor verderen bouw (Barth!). Vele één-dags Barthianen vergeten dat in hun tegenstrijdigen ijver.

•'^) Het aantal artikelen was mij niet bekend; wel dit eene. Overigens wist ik, dat de voorletters van Ds T. J.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's