GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe Bijbelvertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Bijbelvertaling

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zaak van een nieuwe bijbelvertaling blijft gelukkig niet rusten. In ons blad is ze reeds meer dan eens ter sprake gebracht; o.a. door prof. Hepp', die eens naast de statenvertaHng verschillende teksten heeft geplaatst van de nieuwe vertaling met verklaring, die in de bekende reeks van den Heer Kok te Kampen gegeven werd.

Thans is er weer goed nieuws te melden. Het Nederlandsche Bij'belgenootschap heeft in dit jaar ons verrast met een nieuwe vertaling van Ma'ttheus en Romeinen.

Deze proeve is bedoeld als eersteling van een groot werk. Ds Klinkenberg, een van de vertalers, heeft in „Woord en D'aad" daarvan iets gezegd, dat ook onze lezers interesseeren zal, en daarom hier voor een gedeelte wordt overgenomen. Hiij schreef:

De eerste stap welke het hoofdbestuur deed, was, zich te wenden tot gezaghebbende geleerden met de vraag, of zij m.ede de behoefte gevoelden aan een nieuwe vertaling vanwege het bijbelgenootschap en of zij bereid waren, dit werk te ondernemen.

Deze vraag vond een zoodanige beantwoording, dat tot de vertaling van het Nieuwe Testament kon worden overgegaan. Eenige algemeene bepalingen werden vastgesteld, n.l. o.a. dat de eerbied voor den bijbel een zekere gewijde manier van uitdrukking vereischt en deze in de nieuwe vertaling bewciard moet worden, dat men niet Heer, maar Heere zal schrijven, dat men bij het persoonlijk voornaamwoord slechts dan een hoofdletter gebruiken zal, als van God wordt gesproken, dat bij moeilijke plaatsen, waar soms bewust of onbewust dogmatische gezindheid een bepaalde wijze van vertalen zou kunnen doen kiezen, onderlinge overeenstemming gevorderd wordt, enz.

De vertalers gebruiken den Griekschen grondtekst naar de uitgave van Nestle 1930. Het eerste werk wordt gedaan door twee hoofd vertalers; hun werk wordt in het noodige aantal exemplaren vermenigvuldigd en aan de leden der vertaalcommissie toegezonden. Deze zenden hun op-en aanmerkingen aan den secretaris der commissie. De secretaris verzamelt deze alle in één exemplaar (proefvertaling der hoofdvertalers plus al de op-en aanmerkingen) laat de namen dergenen van wie bepaalde op-en aanmerkingen afkomstig zijn weg, vermenigvuldigt een en ander en roept daarna op grond van dit materiaal een vergadering der commissie samen. Hier wordt alles zorgvuldig gewogen; mede spreken doet ook de specifieke taaldeskundige; en is na een of meer vergaderingen het einde dezer besprekingen bereikt, dan volgt de drukproef. Ook deze lokt weer veranderingen uit, die andermaal op dezelfde wijze behandeld worden. En klaar is het werk eerst, als het definitief door den drukker wordt afgeleverd.

De nieuwe vertaling leest gemakkelij'k; want de verzen zijn niet los, met telkens nieuwen regel, gedrukt, doch perikoopsgewijs wordt de tekst ge geven. Ter vergemakkelij'king worden boven de perikopen opschriften geplaatst, die de oriënteering van den lezer bespoedigen kunnen.

Aan het Evangelie van Mattheus en den brief aan de Romeinen hebben medegewerkt de heeren.:

Prof. Dr F. W. Grosheide (voorzitter), Prof. Dr W. J. Aalders, wijlen Dr J. A. Beijennan, wijlen Prof. Dr J. A. C. van Leeuwen, Prof. Dr D. Plooy, Prof. Dr J. Th. Ubbink, Prof. Dr A. van Veldhuizen, Prof. Dr H. Windisch toen hij nog te Leiden was, Prof. Dr J. de Zwaan en Ds A. Klinkenberg (secretaris).

Ik zal niet spreken over het nut en de noodzakelij'kheid eener nieuwe bijbelvertaling; want dan zou ik moeten herhalen, wat reeds op uitnemende wijze in ons blad vroeger in deze rubriek door prof. Hepp geschreven is. Ik mag trouwens onderstellen, dat onze lezers van de hooge noodzaak eener nieuwe vertaling grondig overtuigd zijn. Indien de bijbel voor ons als Gods Woord geldt, dan vereischt de eerbied voor dat Woord, dat wij steeds opnieuw trachten, het zoo zuiver en verstaanbaar mogelijk weer te geven, en de dankbaarheid voor het nieuw geschonken licht verplicht ons, dit aan te wenden.

Om onze lezers te overtuigen van het groote belang van wat hier geboden is, wil ik: hier "naast elkaar plaatsen enkele teksten uit de nieuwe vertaling, gelegd naast de oude Statenvertaling. Men kan dan zelf vergelij'ken, en heeft zoo proeven op de som.

Hieronder volgen enkele voorbeelden.

Mattheus 1:1. Het boek des geslachts van Jezus Christus, den zoon van David, den zoon van Abraham.

Mattheus 1 : 1. Geslachtsregisters van Jezus Christus, den zoon van David, den zoon van Abraham.

M. 2:6. En gij Bethlehem, gij land van Juda, zijt geenszins de minste onder de Vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen die mijn volk Israels weiden zal.

M. 2:6. En gij, Bethlehem, land van Juda, zijt geenszins de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël hoeden zal. m

M. 2:8b. en als gij het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik óók kome en hetzelve aanbidde.

M. 2:8b. En zoodra gij het vindt, bericht het mij, opdat ook ik het hulde ga bewijzen.

M. 3:7. Gij adderengebroedsel, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?

M. 3 : 7. Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om den komenden toorn te ontgaan?

M. 3:8. Brengt dan vruchten voort der bekeering waardig;

M. 3:8. Brengt dan vrucht voort, die aan de bekeering beantwoordt ;

M. 3:15. Maar Jezus antwoordende, zeide tot hem: aat nu af;

M. 3:15. Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: aat (mij) thans begaan,

M. 4:9. en zeide tot hem: lle deze dingen zal ik u geven, indien gij nedervallende mij zult aanbidden.

M. 4:9. Dit alles zal ik u geven, indien gij u nederwerpt en mij hulde bewijst.

M. 5:9. Zalig 2ij> i de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

M. 5:9. Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.

M. 5:19. Zoo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden, en de menschen alzóó zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zoo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in 't Koninkrijk der hemelen.

M. 5:19. Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de menschen zóó leert, zal zeer klein heeten in het koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heeten in het koninkrijk der hemelen.

M. 5:29. Indien dan uw rechteroog u ergert, trek het uit en werp het van u; want het is u nut dat één uwer leden verga, en niet uw geheele lichaam in de hel geworpen worde.

M. 5 : 29. Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou brengen, ruk het uit en werpt het van u, want het is u nut, dat één van uwe leden verlo-; ren ga en niet uw geheele lichaam in de hel geworpen worde.

M. 5:32. Maar ik zeg u, dat zoo wie zijne vrouw verlaten zal anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt dat zij overspel doet; en zoo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.

M. 5:32. Maar ik zeg u: eder, die zijne vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat et echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie eene weggezondene trouwt, pleegt echt-1 breuk.

M. 6:2 (vgl 6:5 en 16). Wanneer gij dan aalmoes doet, zoo laat vóór u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de Synagogen en op de straten doen, opdat ze van de menschen geëerd mogen worden: oorwaar zeg ik u, zij hebben hun loon weg.

M. 6:2 (vgl. 6:5 en 16). 1 Wanneer gij dan aalmoezen | geeft, laat het niet voor u uitbazuinen zooals de geveinsden 1 doen in de synagogen en op | de straten om door de menschen te worden geroemd; \ oorwaar, ik zeg u, zij hebben 1 hun loon reeds. j

M. 6:19. Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;

M. 6:19. Verzamelt u geen 1 schatten op de aarde, waar f mot en roest ze ontoonbaar' maakt en waar dieven inbreken en stelen.

M. 6:33. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid, en alle deze dingen zullen u toegeworpen worden.

M. 6:33. Maar zoekt eerst zijn koninkrijk en zijne gerechtigheid en dit alles zal u daarenboven geschonken worden.

M. 7:29. Want hij leerde hen als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden.

M. 7 : 29. want hij leerde hen als een, die gezag heeft | en niet als hunne schriftgeleerden.

M. 9:3. En zie, sommigen der Schriftgeleerden zeiden in zichzelven: eze lastert God.

M. 9:3. En zie, sommigen 1 der schriftgeleerden zeiden bij zichzelven: eze spreekt een | godslastering.

M. 9:6. (toen zeide hij tot den geraakte): ta op, neem uw bed op, en ga henen naar uw huis.

M. 9 : 6. toen zeide hij tot 1 den verlamde: ta op, neem | uw mat op en ga naar uw huiS'

M. 9:16. Ook zet niemand eenen lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en daar wordt eene èfgère scheur.

M. 9:16. En niemand zet 1 een niet-gekrompen lap op e'" oud kleedingstuk; want de ingezette lap scheurt (iets) af van het kleedingstuk en d' | scheur wordt erger.

M. 10:16. Zie, ik zend u als schapen in 't midden der wolven: ijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.

M. 10:16. Zie, ik zend u als schapen midden onder wolven : weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.

M. 10:23. gij zult uwe reis door de steden Israels niet geëindigd hebben, of de Zoon des menschen zal gekomen zijn.

M. 10:23. gij zult niet alle steden van Israël rondkomen, eer de Zoon des menschen komt.

M. 10:29. Worden niet twee muschkens om een penningske verkocht?

M. 10 : 29. Worden niet twee musschen te koop aangeboden voor een duit?

M. 10:41. Die eenen Profeet ontvangt in den naam eens Profeten, zal het loon eens Profeten ontvangen; en die eenen rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen.

M. 10:41. Wie een profeet ontvangt als profeet, zal (het) loon van een profeet ontvangen; en wie een rechtvaardige ontvangt als rechtvaardige, zal het loon van een rechtvaardige ontvangen.

M. 11:6. en zalig is hij die aan mij niet zal geërgerd worden.

M. 11:6, en zalig is hij, die aan mij geen aanstoot neemt.

M. 11:12. En van de dagen van Johannes den Dooper tot nu toe wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.

M. 11:12. Sinds de dagen van Johannes den Dooper tot nu toe breekt het koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen er naar.

M. 11:19. Doch de wijsheid is' gerechtvaardigd geworden van hare kinderen. .

M. 11:19. Maar de wijsheid is gerechtvaardigd op grond van hare werken.

M. 11:23. En gij, Kapernaüm, dat tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestooten worden;

M. 11:23. En gij, Kapernaüm, zult gij ten hemel verheven worden? Tot het doodenrijk zult gij neerdalen;

M. 11:29. Neemt mijn juk op u, en leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart;

M. 11:29. neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart,

M. 12:20. Het gekrookte riet zal hij niet verbreken, en het rookende lemmet zal hij niet uitblusschen, totdat hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.

M. 12 : 20. Het gekrookte riet zal hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal hij niet uitdooven, voordat hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht.

M. 12:28. Maar indien ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zoo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.

overwinning heeft gebracht. M. 12:28. Maar indien ik door den Geest Gods de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk Gods over u gekomen.

M. 12:32. En zoo wie eenig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des menschen, het zal hem vergeven worden; maar zoo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden,

M. 12:32. Spreekt iemand een woord ten nadeele van den Zoon des menschen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand ten nadeele van den Heiligen Geest, het zal hem niet vergeven worden,

M. 12:40. Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvisch..

M. 12:40. Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in den buik van het zeemonster was

M. 13:21. doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor eenen tijd; en als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zoo wordt hij terstond geërgerd.

M. 13 : 21. maar hij heeft geen wortel in zich, doch is iemand van het oogenblik; wanneer echter verdrukking of vervolging komt ter wille van het woord, komt hij dadelijk ten val.

M. 13:47. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een net geworpen in de zee,

M. 13:47. Evenzoo is het koninkrijk der hemelen gelijk aan een sleepnet, neergelaten in de zee,

M. 14:31. Gij kleingeloovige, waarom hebt gij gewankeld?

M. 14 : 31. Kleingeloovige, waarom gingt gij twijfelen?

M. 16:18. en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.

M. 16 : 18. en de poorten van het doodenrijk zullen haar niet overweldigen.

M. 16:22. Heere, wees u genadig: it zal u geenszins geschieden.

M. 16:22. God beware u, Heere, dat zal u geenszins overkomen!

M. 16:28. Voorwaar zeg ik u, daar zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des menschen zullen hebben zien komen in zijn Koninkrijk.

M. 16:28. Voorwaar, ik zeg u: r zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die den dood geenszins zullen smaken, eer zij den Zoon des menschen hebben zien komen in zijne koninklijke waardigheid.

M. 17:4. Heere, 't is goed dat wij hier zijn; zoo gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen mtiken,

M. 17 : 4. Heere, het is goed, dat wij hier zijn; indien gij het wilt, zal ik hier drie tenten opslaan,

M. 18:7. Wee der wereld van de ergernissen; want het is noodzakelijk dat de ergernissen komen; doch wee dien mensch door welken de ergernis komt!

M. 18:7. Wee de wereld om de verleidingen tot zonde. Want er moeten verleidingen komen, maar wee dien mensch, door wien de verleiding komt.

M. 24:15. Walmeer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël den Profeet, staande in de heilige plaats (die het leest, die merke daarop),

M. 24:15. Wanneer gij dan den gruwel der verwoesting, waarvan door den profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan — wie het leest, geve er acht op —

M. 24:32, 33. En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: anneer zijn tak nu teer wordt en de bladeren uitspruiten, zoo weet gij dat de zomer nabij is; alzóó ook gijlieden, wanneer gij alle deze dingen zult zien, zoo weet dat het nabij is,

M. 24:32, 33. Leert van den vijgeboom deze les: anneer zijn hout week wordt en de bladeren doet uitspruiten, merkt gij daaraan, dat de zomer nabij is. Zoo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, opmerken, dat hij (de zomer) nabij is, voor de deur.

J«. 26:22 (vgl. vs. 25). En zij zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot hem te zeggen: en ik 't, Heere?

M. 26:22 (vgl. vs. 25). En zij begonnen, zeer bedroefd, èèn voor èèn tot hem te zeggen: k toch niet, Heer?

, M. 27:24. Ik ben onschuldig aan het bloed dezes rechtvaardigen : gijlieden moogt toezien.

M. 27:24. Ik ben onschuldig aan zijn bloed. Gij moet zelf maar zien (wat er van komt).

M. 27:54. Waarlijk, deze was Gods Zoon.

M. 27:54. Waarlijk, dit was een godenzoon.

Aanhalingea uit den Brief aan de Romeiriiön., in een volgend nummer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe Bijbelvertaling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's