GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Contact tusscben de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdheweging.1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Contact tusscben de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdheweging.1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Wanneer wij gaan handelen over het contact tusscben de School in haar hooger© L©©rjar©n en de Jeugdbeweging, zal het in de eerste plaats noodig zijn, de begrippen School ©n Jeugdbeweging eenigszins nader te begrenzen.

Met de School in baar hoogere Leerjaren bedoelen wij de Christelijke Scholen. Nog nader gepreciseerd de Christehjke Scholen, waarop gewoon Lager Onderwijs wordt verstrekt, en die, waarop bet zoogenaamde M.U.L.O. wordt gegeven. Wij handelen dus ditmaal niet over de Kweekscholen, noch over de Inrichtingen voor Middelbaar en Voorbereidend Universitair Onderwijs, gelijk wij ze kennen in de Hoogere Burgerscholen, de Gymnasia en de Lycea.

Een tweede beperking volgt daaruit ten opzichte van het begrip Jeugdbeweging. Immers, niet de Jeugdbeweging in baar ganschen omvang hebben wij te bespreken. Wij zullen bet verband hebben na te gaan tusscben de Christelijke Scholen in haar hoogere leerjaren en de Christelijke Jeugdbeweging. 'Trouwens, ©enig verband tusschen de Openbare School en de algemeen© Jeugdbeweging, waaronder met name de Arbeidersjeugdcentrale in onze dagen naar voren treedt, bestaat niet. Ook meenen wij goed te doen, om ons tot de hoofdzaak te beperfcen, en daaroim van ©en afzoaiderlijke bespreking van bet contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de jeugdorganisaties met een speciaal doel, als vereenigingen voor lichamelijke oefening ©n sport, af te zien, al zal wellicht bier en daar een enkele opmerking moeten geplaatst worden. En ten slotte meenen wij, hoewel allicht overbodig, nog te moeten aanstippen, dat wij bedoelen bet contact tusscben d© Protestantscb-Christelijke Scholen in baar hoogere leerjaren en de Protestantseh-0 h r i s 161 ij b e J e u g d b © w © g i n g, zoodat wij ni©t gaan spreben over het R.-Katholieke Jeugdwerk, dat trouwens, evenals het Schoolwezen in dezen kring, een overwegend kerkelijk karakter draagt, onder d© suprematie der kerk staat.

Dat nu bij ons onderwerp inzonderheid de Jeugdbeweging op Ge re f. grondslag bijzonder onze aandacht zal trekken, ligt niet aan mij, die in deze Jeugdbeweging ©en leidende plaats mag innemen, maar aan deze beweging zelve. Deze Jeugdbeweging wil niet evangeliseeren, gelijk de Jeugdbeweging op algemeen-P'rotestantscb-Christelijken grondslag in baar groote organisaties, het Nederlandgscb Jongelingsverbond ©n het Ned. Verbond van Christelijke Meisjesvereenigingen. De Gereformeerde Jeugdbeweging wil streng opvoed-.. kundigen arbeid verrichten. Zij wil geven vereenigingen voor de geestehjk-zedelijke vorming, opdat men straks de roeping Gods in huisgezin, kerk, staat en maatschappij kunne vervullen. Vanzelf, dat men in deze kringen vooral zich te beraden heeft gehad over de vraag der verhouding tot andere kringen, di© eveneens opvoedend werk zieh zagen opgedragen, 't zij wegens eigen roeping, 't zij wegens overdracht van de taak, die uit eigen roeping voortvloeide. Het is dan ook met nam© in de Gereformeerde Jeugdbeweging, dat nagedacht is over bet contact tusscben haar en bet huisgezin, de kerk, en ook wel de meening is; geuit over bet contact tusscben haar en de School in haar hoogere leerjaren.

Toch hebben wij anderzijds ook weder niet te handelen over de Christelijke Jeugdbeweging in haar ganschen omvang, wat d© leeftijdsgrenzen be^ treft. De School in haar hoogere leerjaren omvat de jongens en meisjes tot ©n met 16 jaar ongeveer. In onze besprekingen over de Jeugdbeweging zullen dus uit den aard der zaak die Jeugdvereenigingen de aandacht trekken, die de jongens en meisjes tot en met 16 jaar op haar vergaderingen zien, dat zijn: d'e Knap en vergaderingen en de Jonge Meisjesvergaderingen, , al zal natuurlijk de Jeugdbeweging in haar organisch geheel niet buiten beschouwing kunnen blijven, evenals de School niet alleen beschouwd kan worden in haar hoogere leerjaren, maar eveneens een levende eenheid' vormt.

.Dr H. Bavinck sprak in zijn werk „De Op-

voeding der rijpere Jeugd" uit, dat de Jeugdbeweging in eigen kring meer en meer contact moet zoeken met alle personen en coirporaties, die zich in den kring met het onderwijs en de opvoeding der rijpere jeugd bezighouden, en zich alzoo in steeds sterker mate doe kennen als een zelfstandig en onmisbaar orgaan in de aJgemeene organisatie, die op dit gebied zich begint te ontwikktelen", In een referaat, indertijd gehouden voor den Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden grondslag, betoogde hij, dat de Jeugdorgamsaties zooveel mogelijk steeds de band moeten blijven onderhouden met huis, school en kerk.

Ru zijn wij het er allen over eens, dat voior den op z ettelij ken op vo-edingsarbeid van den puber in onzen tijd de navolgende kringen in aanmerking komen: het huisgezin, de school, de kerk en de Jeugdbeweging.

Geen verschil van meening bestaat ook over het feit, dat hierbij de opvoedingsarbeid van het huisgezin primair is. Deze kring vormt het eerste opvoedingsmilieu. De Staatscommissie 1918 sprak dan ook uit, dat het gezin het meest oorspronkelijke instituut voor de stoffelijke en geestelijke opvoeding is en ook nog in onzen tijd van het gezin de sterkste opvoedende kracht uitgaat, zoo'wel ten goede als ten kwade. Het gezin is de natuurlijke band en het natuurlijk opvoedingsmilieu. De taak der ouders is door God in Z^n schepping vastgelegd. Foerster zegt: „het gezin

is in dezen zin de meest fundamenteele factor der opvoeding". De eerstgeroepenen zijn de ouders. Geen instituut kan in_ deze. het gezin vervangen, of de taak der ouders overnemen, ook de staat niet. Wie aan den bouw en welstand van het gezin werkt, arbeidt daardoor het meest aan den bloei van het leven op andere terreinen. De ouders blijven krachtens Gods ordinantiën voor het natuurlijk leven, geheiligd door de roeping en de beloften van het Verbond der genade, bezegeld aan hun kinderen door den Heiligen Doop', de verantwoordelijken. Van deze positie der ouders dient zich ten allen tijde 'de school en ook de jeugdbeweging-bewust te zijn en te blijven. En oo'k de ouders zelve, waarvan sommigen wel niet in de theorie, maar tO'Ch practisch soms bewijzen geven, dat ze hun verantwo'ordelijkh'eid der opvoeding kunnen overdragen aan de school en in de late're jaren hunner kinderen aan de steeds meer gro'eiende en in beteekenis wdimende Jeugdvereeniging, zullen zich dit in herinnering brengen. Dat er te dezen opzichte contact moet wezen tusschen huis en school en het beginsel hier medebrengt, dat de school van de ouders dient uit te gaan, behoeft geen nader betoog. Dat er niet minder contact moet zijn tusschen huisgezin en jeugdbeweging, staat O'O'k vast, gegeven het hierboven uiteengezette' standpunt omtrent de primaire taak der O'uders. Dit contact is voor de rijpe're jeugd van 16 a 17 jaar en hooger bij de Gereformeerde Jeugdbeweging uitgewerkt in het zoogenaamde „Ouderlijk Toiezicht" op de Vereenigingen, en voor de jeugd van 12—16 jaar in de steUing, dat de Knapen-en Jonge Meisjesvergaderingen behooren uit te gaan van de O'udersi, die voor dit doel een Oude'rsvereeniging vormen, die de leiders of leidsters dezer organisaties aan-stelt - en de zaken deze'r veireeniginge-n verder behartigt. De jeugdigen van dezen leeftijd vereenigen zich zelf nog niet, maar worden krachtens hun leeftijd vergaderd door de ouders. Vandaar, dat men in dezen kring niet spreekt van Knapenen Jonge Meisjes vereenigingen, maar van Knapen--en Jonge Meisjes verg aderingen.

Een tweede facto'r van beteekenis bij de opvoeding van den jeugdige is de Kerk. Het kind, uit geloovige ouders geboren, is van meetaf aan in de gemeenschap der kerk opgenomen. Nu is de taak der Kerk in deze den jeugdige te brengen van den Doop tot het Avondmaal, tot het welbewust aanvaarden van zijn roeping krachtens bondeling. Daartoe dient de prediking, het huisbezoek, maar vooral het catechetisch onderwijs, dat zijn eindpunt vindt in de behjdenis des geloofs, die het Avondmaal ontsluit. Dat hic'r contact is tusschen de ouders van den jeugdige en het kerkelijk instituut, is uit den aard der zaak ge^ geven. Dat hier ook contact moet zijn tusischen de Kerk als instituut en de Jeugdvereeniging, volgt voor ons uit het feit, dat op de Jeugdvereeniging 'de godsdienstige opvoeding een zeer belaijgrijke plaats beslaat en met name in de Gereformeerde Jeugdbeweging tot grondslag van den arbeid genomen wo'rden de drie Formulieren van Eenigh-eid, nader of niet nader gepreciseerd. In dezen kring aanvaardt men dan ook het toezicht van het Kerkelijk Instituut op' het confessioneel gedeelte van den arbeid der Vereeniging. Dit is uitgewerkt in het zoogenaamde „Kerkelijk Toezicht", waarop wij tiians niet nader zullen ingaan.


') Wij voldoen gaarne aan het verzoek ter jaarvergadering van de Vereeniging voor „Christelijk Nationaal Schoolonderwijs" gedaan, om aan ons referaat „Het contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdbeweging", meerdere bekendheid te geven. Wij meenen daartoe niet beter te kunnen doen dan het in „De Reformatie" te plaatsen. . „ICn.,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Contact tusscben de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdheweging.1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's