GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vragen met groote lopenheid besproken. Er is, juist in onze kringen veel meer dan biji velen, die ons om onze bekrompenheid beklagen, een duidelijk inzicht in het wezenlijk verschil tusschen tekst-critiek en schriftcritiek.

Wanneer vre met een voorbeeld willen aantonen, hoe op tekst-critische gronden een eenigszins andere lezing wordt gekregen, dan kunnen we niet beter doen dan hier af te drukken een gedeelte uit de nieuwe vertaling van Zacharia 6:

En ik sloeg wederom mijn oog op, en ik zag, en zie: daar kwamen vier wagens te voorschijn van tusschen twee bergen, en de bergen waren bergen van koper. Voor den eersten wagen waren roode paarden, en voor den tweeden wagen zwarte paarden, en voor den derden wagen witte paarden, en voor den vierden wagen gevlekte paarden. En ik hief aan en zeide tot den engel, die tot mij; sprak: wat zijn dit, mijn heer? En de engel antwoordde en zeide tot mij: Dit zijn de vier vrinden des hemels, die uitgaan nadat zij' zich gesteld hebben biji den Heere der gansche aarde. Die met de zwarte paarden gaat uit naar het land van het Noorden, en de witte gaan uit naar het land van het Westen, en de gevlekte gaan uit naar het Zuiderland, en de roode gaan uit naar het land van het Oosten. En zij verlangen uit te gaan, lom de aarde te doorkruisen. En Hiji zeide: Gaat, doorkruist de aarde! En zij gingen de aarde doorkruisen. En Hij riep mij. toe en zeide tot mij: Zie, die uitgaan naar het land van het Noorden, laten mijn geest in het land van het Noorden neer. ,

Nu moet men dit eens vergelijken met de StateniOverzetting. Daar zijn er ook vier span paarden, die de vier winden des hemels voorstellen. Maar ze gaan niet naar de vier windstreken. Naar het Oosten en Westen gaat er geen span. Het is raadselachtig, waarom er van de vier winden des hemels slechts twee hun bestemming volgen. Nu weet ik wel, dat het voor sommige bijbelverklaarders, als zij' deze moeilijkheid niet over het hoofd zien, maar een klein kunstje is, om zulk een onregelmatigheid „op te helderen". Maar ik vind het toch meer bevredigend, als Prof. Ridderbos erkent: de tekst is waarschijnlijk gebrekkig overgeleverd en we moeten voorzichtig trachten, den oorspronkelijken tekst te herstellen. Dat is eerlijker en eerbiediger en dus vromer.

Laat ons nog eens deze, reelks met alle kraöht bij ons volk ter lezing en bestudeering aanbevelen.

Dr J. V. Lonkhuyzen over „De Heraut".

Dr J. v. Lonkhuyzen schrijft in „Geref. Kerkbode Schouwen-Duiveland" het volgende:

Wel verdachtmaking.

Het is zeker wel verdachtmaking als wij zonder goede gronden iemand van „verdachtmaking" beschuldigen. Dan maken wij zoo iemand verdacht als valsche of lichtvaardige beschuldiger.

Zooals men weet, is geen debat mogelijk tusschen ons en „De Heraut", wegens diens persmanieren in zekere discussie. Nog niet mogelijk ten minste. Toch willen we onze lezers met een paar woorden inlichten over een verdachtmaking van „De Heraut". Terecht heeft Prof. Schilder in „De Reformatie" gezegd, dat het geen verdachtmaking is als men iemand geen Calvinist noemt. Ook behoeft iemand geen opzettelijke bedrieger te zijn als hij zeg t, dat hij Calvinist is, en dat er toch critiek kan gemaakt worden op de zuiverheid of volkomenheid van zijn Calvinisme. Hij kan wezenlijk m e e n e n Calvinist te zijn. Hij kan zelfs meenen, dat hij het met de Gereformeerde Belijdenis eens is, kan dat oprecht meenen. En dat het toch niet zoo is, of dit niet in alles zoo is. De voorbeelden daarvan zijn voor het grijpen. De oorzaken kunnen daarvoor verschillend zijn, maar behoeven toch nog volstrekt niet „opzettelijk bedrog" te zijn.

Wij hebben, met hetgeen we opmerkten over het Calvinisme van Prof. Wencelius — van wien we trouwens nimmer gezegd hebben, dat hij „vrijzinnig" was — dit Calvinisme, naar uiterlijke gegevens op grond van publiek ingewonnen informaties verkregen, beoordeelende en zeggende, dat die gegevens het „openlegden voor critiek", of „wat de zuiverheid van het Calvinisme betreft zeer verdacht maakten", — daarmee volstrekt niet des mans karakter aangetast. Ook kan men met Prof. W.'s toetreding tot het „Calvinisten- Congres" niet zeggen, „dat hij daarmee verklaarde het geheel eens te zijn met de Belijdenis". („De Heraut".)

Ook dat zou dan nog op een misverstand hebben kunnen berusten. En dat zeggen van Calvinist te zijn, moet dan ook betoond worden. Maar verder, als de formule door de uitnoodigers (de „Calvinisten- Bond") ieder als „Calvinist" of „Gereformeerd" accepteerde, die verklaarde de Heilige Schrift en „mitsdien" (in dit verband een dubbelzinnig mitsdien"!), de Belijdenis aan te nemen, kon dan de formule voor de gasten strikter wezen?

Met die toetreding bewijst men niets. Zeker niet, dat daar naar onze opvatting of bewering „opzettelijk bedrog" in 't spel moet geweest zijn bij dezulken wier Calvinisme „verdacht" was. Iets, dat wij dan ook nimmer Prof. W. toegedacht hebben. Dat te zeggen, is verdachtma'iing.

Ik voeg hier geen woord aan toe, want ik heb er geen behoefte aan, meer in de asch te rakelen, dan strikt noodzakelijk is.

Maar ik knip er ook niets uit. Dat heb ik enkele malen vroeger wèl gedaan, als ik Dr v. L. citeerde. Ik liet dan wel eens wat weg, omdat ik zooveel mogelijk den vrede wilde bevorderen.

Thans geef ik Dr v. L.'s stuk onverkort door. Ik heb daar het recht toe, omdat ik ook „De Heraut" onverkort heb geciteerd, en omdat dit orgaan — zeer tot mijn leedwezen — van een zuiver publieke aangelegenheid een persoonlijke gemaakt heeft, die de bedoeling van een huisgenoot aantastte (gebruik maken! van het wapen! der verdacht m a k i n g !)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's