Correspondentie van de Redactie.

W. te C. Vriendelijk dank voor Uw brief. Uw vraag wordt aan den genoemden medewerker doorgezonden.

H. te E. Het onderwerp, waarover U gaarne iets nog zoudt willen lezen, is aan één der medewerkers ter behandeling overgegeven. Over de door U aangeraakte vragen komt binnenkort nog een reeks artikelen.

Van K. te A. U schrijft mij over Ds v. Duyl, die ten Uwent heeft gesproken vóór de N. S. B. Onder veel andere luchtigheden heeft deze heer, naar U mij meldt, ook het volgende verteld:

„Tegenwoordig grondt Prof. Schilder zijn bestrijding op Brochure IV, waar deze zin in staat: De N. S. B. erkent God als de drijfkracht van het Nationale leven. Dat is dan volgens hem God naar beneden halen en dat leidt met een vreemd woord tot Pantheïsme. Maar nu komt het, ik sla op van Dr Abraham Kuyper, „Ons Program", en lees daar, ik geloof onder het hoofd „Over de Souvereiniteit Gods": De A.-R. Partij erkent God als de drijfkracht van het nationale leven. Laat de N. S. B. dit nu hebben overgeschreven van de A.-R. Partij, erger is, dat deze Hooggeleerde zijn eigen voorgangers nog niet gelezen heeft."

Tot zoover de aanhaling uit Uw brief. Antwoord: a. mijn bestrijding is reeds den allereersten keer (Utrecht) gegrond óók op brochure IV; en op het aanhangsel bij III, zoodra het mij bekend was; dhr V. D. fantaseert dus op dit punt;

b. ik heb opgemerkt, zulks tegenover hen, die zich door het hanteeren van het woord „drijfkracht" lieten in slaap brengen, dat het gebruik van dit woord „op zichzelf" niets zegt; ik herinnerde aan de vrijmetselarij, die van den „Opperbouwheer van het heelal" spreekt; en voorts aan het feit, dat een „kracht" geen „persoon" is; dat dus alles erop aankomt, hoe men verder over God spreekt, vv'at voor Godsbegrip men heeft. Dhr v. D. fantaseert dus op dit punt;

c. Indien dus een a.-r. het woord „drijfkracht" gebruikt, is dat natuurlijk in zijn mond heel iets anders. Het maakt verschil, of ik, zeggende: „Mussert, Lenin, is de drijfkracht van de N. S. B. of van het parallelverschijnsel van het communisme", daarbij voor me zelf denk: Mussert is een levend persoon, Lenin ook, dan wel het oog heb op de idee- Mussert, de schim van Lenin, het in die namen voor fantasten uitgedrukte „ideaal", of zoo iets. Dhr v. D. fantaseert dus; d. om dat fantaseeren af te snijden, vrage de correspondent aan dhr v. D., precies de pagina uit Dr Kuyper aan te geven;

e. als dit mocht gebeurd zijn door den spreker, zal mijn correspondent zien, dat de N. S. B. letterlijk niets heeft „overgeschreven" van de A.-R. partij; dat dhr v. D. inzake het lezen van Dr K. en anderen door ondergeteekende zich te goed doet aan domme volksoratorie; en dat hij de plank heelemaal mis heeft: zie Dr A. Kuyper, „Antirevolutionaire Staatkunde", Eerste Deel, Kampen, Kok, 1916, de eerste hoofdstukken, bl. 1—60, waarin het krioelt van uitspraken, die lijnrecht botsen tegen de idee-filosofie der N. S. B. brochure III (met aanhangsel, dat God in de taal der logica de IDEE durft noemen), of ook bl. 265, waar op grond van wat op bl. 261/2 is opgemerkt over Gods souvereiniteit, als de eenige, wordt gewaarschuwd tegen de beweerde almacht van den staat: „de ondragelijkste tyrannie, die zich denken laat".

A propos, als dhr v. D. mijn correspondent precies de pagina genoemd heeft uit Kuypers „Ons Program", laat deze het mij dan vertellen. Ik beloof hem, dat hij dan — des verlangd — nog antwoord krijgen kan, om het dhr v. D. door te zenden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen