GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF UIT AMERIKA

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Algemeene Synode.

De tweede Algemeene Synode van „The Presbyterian Church of America" werd op 12—14 November te Philadelphia gehouden.

Het voornaamste besluit, dat daar genomen werd, betrof de belijdenisschriften. De vorige synode had een commissie benoemd om de veranderingen, die in 1903 in de Westminstersche belijdenis waren ingevoerd, te bestudeeren. Deze commissie rapporteerde nu. Over dit rapport was er heel wat debat. Sommigen beriepen zich oj> de groote theologen van het vorige geslacht, en vooral op Dr Warfield, voor wie de belijdenis zooals die' veranderd was in 1903 , ; goed genoeg" was geweesl.

Het rapport van de commissie werd ecliter met groote meerderheid van stemmen aangenomen. De veranderingen van 1903, voorzoover deze aan dte belijdenis hadden toegevoegd, werden verworpen en de belijdenis zooals die voor 1903 bestond werd aangenomen.

Hiermee was de zaak echter nog niet afgeloopen. Nu de strijd tegen het modemisme eensdeels gewonnen is, begint de strijd tegen wat hier Fundamentalism genoemd wordt. De Fundamentalists zijn zij, die in den strijd tegen de modernen op de „fundamenten" van het oude Christelijke geloof wilden en willen staan.

Er is een nationale vereeniging van deze Fundamentalists, die nu al eenige jaren geregeld van tijd tot tijd vergaderingen houdt. Bij deze vereeniging behooren dan leden van onderscheiden herkomst. Daar zijn Baptisten, Methodisten, Presbyterianen etc. Men begrijpt dus, dat in deze vereeniging alle nadruk wordt gelegd op wat men gemeen heeft. Men stelt dan haastig geformuleerde geloofsbelijdenisjes op, waar ieder het mee eens kan zijn, behalve dan de modernen. Maar kort en algemeen als deze belijdenisjes zijn, er wordt gewoonlijk wel plaats in gemaakt voor het „duizend-jarig rijk". Het chiliasme is een kenmerk van „Fudamentalism". Hierbij dient men echter niet te vergeten, dat er een gematigd en een verder doorgetrokken chiliasme is. Er zijn, zooals Dr Bavinck aantoont (Dogmatiek dl IV, p. 728), wel meermalen gereformeerde theologen geweest, die tot een gematigd chiliasme neigden, maar die het chiliasme verder doortrekken, ondermijnen dra het verbond der genade. En dat is het geval met den Scofield Bible, waaruit duizenden in de laatste jaren him leer van het duizendjarig rijk hebben genomen. Er bestaat dus groote verwarring. De één is een gematigd, en de ander een consequent chiliast; en beide worden ze Premillenialisten genoemd. Er bestaat dus geen twijfel aan, dat de strijd moet aangebonden tegen „Fundamentalism" in het algemeen gesproken. Toch kan men niet alles over één kam scheren; aan de gematigde chiliasten moet men recht laten wedervai'en.

Nu kwam er een voorstel op de synode van den volgenden, inhoud: „that a Declaratory Statement be appended to the Confession of Faith to this effect, that The Presbyterian Chm-ch of America does not interpret any part of the "Westminster Confession of Faith or Catechisms as being opposed to the Premillenial view". Men ziet hoe groot gevaar hier dreigde. De belijdenis zou niet zoo mogen uitgelegd dat z ij het premiUenialisme uitsluit. Doch afgedacht nu van het feit, dat de belijdenis, en dat heel duidelijk, zelfs het gematigd premiUenialisme uitsluit en kortweg niets van een duizendjarig rijk wil weten, lag het gevaar voor de hand, dat duizenden volbloed chiliasten de kerken zouden overstroomen. Ze hadden dan althans schijn van recht in zulk een „Declaratory Statement". Dan was er natuurlijk van een vernieuwing van het gereformeerde leven niets gekomen. Met blijdschap mag ik echter vermelden, dat dit voorstel is verworpen en dat in het geheel geen voorstel aangaande „premillenialism" is aangenomen.

De beteekenis van dezen strijd tegen het arminianisme en het cliiliasme kan niet licht overschat. De beteekenis is m.i. eigenlijk deze dat in de Amerikaansch-kerkelijke wereld voor het eerst weer een open en duidelijk getuigenis is uitgegaan tegen arminiaansche en chiliastische dwalingen. "Wel werd in de ChristeUjk Gereformeerde Kerk alhier moedig tegen beide dwalingen gestreden, maar hiervan werd onder het amerikaansche kerkelijke volk niet veel notitie genomen. Doch nu is er leven. Volbloed chiliasten dreigen nu reeds, dat zij dit lang verscholen, maar nu naar boven gekomen verzet tegen de alleenheerschappij van het cliiliasme zullen onderdrukken. En hierover verheugen wij ons ten zeerste. Misschien krijgt het volk nu nog eens weer iets te hooren van het verschil tusschen de oude en beproefde gereformeerde waarheid ter eener zijde en het arminiaansch-chiliastisdi fundamentalisme ter anderer zijde.

Als een staaltje van de verwarring, die er onder het volk lieerscht, mag ik bet volgende nog wel mededeelen. Een predikant, die beslist tegen het premillenialisme in allerlei vorm is, predikte hier verleden Zondag. Na den dienst zeide iemand van de hoorders, dat zij veel had genoten, en dat het zoo duidelijk was, dat de predikant premillenialist was. Schijnbaar had zij deze conclusie getrokken uit het feit, dat de prediker onder meer ook g& beden had „Kom Heere Jezus, ja kom haastelijk". In kort, de meening van velen schijnt te zijn, dat zoo iemand in de letterlijke wederkomst van Christus gelooft, hij wel premillenialist moet zjjn. Kan het erger?

De „Presbyterian Church of America" gaat dus moedig voorwaarts. Ze mag zich reeds in een flinken groei verheugen. Hiervan werd ook een rapport gegeven op de synode. Toen de scheiding nu vijf maanden geleden plaats greep, waren er 34 predikanten, die mede gingen, maar in het geheel geen gemeenten. Nu zijn er 103 predikanten en ongeveer 60 gemeenten. Men begrijpt dus, dat vele van de predikanten, die geen eigen gemeente hebben, als inwendige zendelingen worden uitgezonden. Dit werk van inwendige zending heeft in vele plaatsen reeds tot het organiseeren vaiij gemeenten geleid'. Sommige van deze nieuw georganiseerde gemeenten ontvangen nog subsidie van de inwendige zendingscommissie, door de synode aangesteld en aan de synode verantwoordelijk, maar andere staan finanüëel reeds op eigen voeten. Er is een groote offervaardigheid geopenbaard, beide onder het volk en onder de predikanten in verband met dit inwendige zendingswerk. Zoo zijn bijvoorbeeld onderscheiden van de candidaten van Westminster Seminary verleden zomer naar het noordoosten des lands, i.e. naar New England gereisd om daar het evangelie te brengen naai" gereformeerde opvatting. Nu moet men weten, dat New England het broeinest van unitarianism is geweest. Men is in deze landstreek misschien wel het verst van het oude geloof afgeweken. Er zijn dorpen en zelfs steden, waar geen enkele evangelische gemeente gevonden wordt. Onderscheiden kerkgebouwen worden eenvoudig niet gebruikt. In deze kerkgebouwen is nu voor het eerst weer het oude evangelie, en dat zelfs naar zuiver gereformeerde opvatting, gepredikt door de candidaten van Westminster. In één van die kerkgebouwen was er na enkele weken een opkomst van bijna honderd menschen.

Onderscheiden vaste inwendige-zendings-poslen zijn uit dit werk reeds voortgekomen. Geldelijke belooning krijgen deze candidaten heel weinig; maar ze zijn vol liefde en ijver voor de gereformeerde waarheid en getroosten zich gaarne groote opofferingen onder deze omstandigheden.

Er is dus in het algemeen gesproken veel stof tot dankbaarheid. God heeft het getuigenisi Zijner knechten rijkelijk gezegend. Toch is er ook reden om waalczaam en ijverig te zijn. Allerlei gevaren omringen ons. We zullen niet kunnen volstaan zonder beter en meer onderwijs van de jeugd. Mem heeft in het verleden onder de orthodoxen te veel op de Zondagsschool vertrouwd. We zijn dankbaar te kunnen vermelden dat de synode ook het oprichten van Cliristelijke Schoolvereenigingen hartelijk heeft aanbevolen. Doch dit is nog niet meer dan het verschijnen van een wolk als eens mans hand. Moge men spoedig in dezen van woorden tot daden overgaan, opdat onder Gods zegen een opkomend geslacht weer het verschil moge weten tusschen een levend God, die wonderen heeft gedaan, en de goden der eeuw, die niet meer dan symbolen zijn van onpersoonlijke machten der natuur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's