GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Hongaarsche Gereformeerde kerken In Roemenii, TsJechO'Slowakije en Joegoslavië.

De na den wereldoorlog ingetreden politieke verandering, die van Hongarije tweederde deel van zijn gebied weggenomen heeft, heeft ook de Hongaarsche Gereformeerde Kerken zeer getroffen. Onder de 4 millioen Hongaren, die zich zoodoende aan vreemde heerschappij moesten onderwerpen, zijn er meer dan één millioen Gereformeerden, die op het oogenblik in Roemenië, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië wonen, waar de gereformeerde religie bijna uitsluitend door hen vertegenwoordigd wordt. Over het leven van deze Hongaarsche Gereformeerden wil ik nu een kort overzicht geven, hopende op de belangstellmg van de Nederlandsche Gereformeerde broeders, wier broederlijke liefde wij Hongaarsche Gereformeerden op zoo velerlei wijze mochten en mogen ondervinden.

Laat ons eerst eens Roemenië bezien. Zooals bekend, heeft Roemenië van het Hongaarsche gebied Zevenburgen gekregen, waar 780.000 Hongaarsche Gereformeerden wonen, die 929 kerken hebben, waarvan 154 zonder eigen predikant, terwijl in nog 921 plaatsen Hongaarsche Gereformeerden verspreid wonen. De 780.Ó00 zijn in twee districten georganiseerd: het ééne is het reeds vóór den wereldoorlog bestaande Zevenburgsche district, en het andere is het deel, dat van het aan de overzijde van de Thijs gelegen district is afgesneden en nu een apart district vormt. De twee districten hebben één Theologische Hoogeschool in Kolozsvar, waar plm. 120 Hongaarsche Gereformeerde theologische studenten studeeren; verder een kweekschool in Nagyenyed, 5 gymnasia (Kolozsvar, Nagyenyed, Sepsziszentgyörgy, Marosvasarkely en Zilah) en 4 lycea (Kolozsvar, Brassó, Sepsziszentgyörgy en Marosvasarkely). In Brassó hebben ze ook nog een handelsschool, maar deze wordt niet officieel erkend door den Roemeen-

schen Slaat, doch? #ï6ëff met telkens hernieuwde toestemming kan ze haar werk voortzetten. En tenslotte zijn in het bezit van de Hongaarsche Gereformeerde Kerken ook nog 474 lagere scholen en 5 bewaarscholen. Maar hier schuilt een groot öevaar. Het getal scholen is lang niet groot genoeg. Ongeveer 25.000 kinderen bezoeken Honoaarsche Gereformeerde scholen, terwijl het getal Iccrplichlige kinderen 75.000 is. Maar de Roemcensche Staat geeft geen toestemming om nieuwe scholen op te richten. Ook is heel precies vooroeschrevcn, hoeveel kinderen een school mogen bezoeken. Zoo moet tweederde van de Hongaarsche Gereformeerde kinderen een Roemeensche school bezoeken, waar de opleiding naar griekschorlhodoxe beginselen plaats vindt. Hieruit kan men zich heel goed voorstellen, hoe groot gevaar het is voor de Hongaarsche Gereformeerde Kerken, wanneer de kinderen die taal niet mogen leeren, waarin de Catechismus is opgesteld en de godsdienstoefening wordt gehouden. Hier komtnoig bij, dat de Roemeensche staat in vele gevallen de toestemming niet verleent inzake de herstellingvan de schoolgebouwen en jaar aan jaar steeds meer schoolgebouwen onbruikbaar verklaart. Zoo wordt liet getal Hongaarsche gereformeerde scholen ieder jaar minder.

Wat de godsdienstoefening betreft, die is in Roemenië in het algemeen vrij, maar de vrijheid der Hongaarsche Gereformeerden is zeer beperkt door de verschillende reglementen, die de Roemeensche Staat tegen de onder zijn heerschappij levende Hongaarsche bevolking opgesteld heeft. De bedoeling van den Roemeenschen Staat is dénaüonaliseering; en omdat de taal, waarin de gereformeerde godsdienstoefening en de catechisatie gehouden wordt, en waarin men het schoolonderwijs geeft het Hongaarsch is, ziet hij in het bestaan van de Hongaarsche Gereformeerde kerken een belemmering van zijn streven. Zoo kan het gebeuren, dat de gereformeerde religie in Roemenië niet alleen in de publieke opinie, maar ook in het oog van den Roemeenschen Staat wordt geïdentificeerd met de Hongaarsche nationaliteit. Van evangelisatie is geen sprake, want dat is volgenss de Roemeensche opvatting een aanval op den Roemeenschen Staat. Zoo wordt de religie eigenlijk binnen de kerkgebouwen opgesloten. Ook in het werk van de jongelings- en meisjesvereenigingeii ziet de politie ten onrechte steeds onafhankelijkheidsbeweging en telkens wordt een nieuw verbod uitgevaardigd.

Dus daar, waar in de 17e eeuw onder de groote gereformeerde vorsten (Bocskay, Bethlen, Rakóczy György I en II) een bloeiende gereformeerde religie domineerende beteekenis had, voeren op het oogenblik de Gereformeerde Kerken een moeilijken strijd voor haar bestaan; maar — In het vaste geloof, dat deze tijd zal voorbijgaan en het Evangelie zal triumfeeren. En dit is de grootste troost, dat dit vaste geloof bij het toenemen der smarten niet inzinkt, doch destemeer verslerlit wordt. Deze Hongaarsche Gereformeerde Kerken in Roemenië zijn er absoluut van overtuigd, dat God haar eenige toevlucht is en onder de groote bedreiging van het grieksch-orthodoxisme neemt de liefde jegens haar geloofswaarheden krachtig toe, en roept haar op tol innerlijke reformalie. Zij willen gereformeerden blijven met vernieuwd geestelijk leven en trachten te vervullen haar groote taak: eenerzijds in alle vervolging vast te staan in het Evangelie en anderzijds ondanks zoo vele moeilijkheden zich voor te bereiden op dien tijd, wanneer ze na deze moeilijke periode het Evangelie mogen verbreiden in volle vrijheid zoowel onder eigen volk, als ook onder de Roemenen.

Wat Tsjech o-S 1 o w a k ij e betreft, dit heeft met het tegenwoordige Klein Hongarije een 830 K.M. lange grens gemeen en langs deze grens bevinden zich 474 Hongaarsche Gereformeerde Kerken, waarvan slechts 278 met eigen predikant. Het getal van de kerkleden is 210.000. Het is merkwaardig, dat Tsjecho-Slowakije, dat 14.730.000 inwoners heeft, slechts 220.000 Gereformeerden telt, waaronder 210.000 Hongaren. Zij vormden vóór den wereldoorlog geen aparte districten, maar allen werden van de oude Hongaarsche districten afgesneden. Zoo moesten ze zich geheel opnieuw organiseeren. Zij hebben met het oog op de uitgestrektheid van het gebied 3 districten gevormd, en na de synode van Leva van 1923 vroegen ze officiëele erkenning van hun kerkelijke wetten, maar tot nu toe is van erkenning nog geen sprake. Jaar in jaar uit voeren ze onderhandelingen met den ïsjechischen Staat, doch behalve vele beloften verkregen ze niets.

Een andere moeilijkheid was, dat deze kerken hier zonder Theologische school bleven, en de Tsjechische Staat was tegen elk contact, dat deze kerken met de Hongaarsche scholen verbond. Zoo moesten ze een Theologisch Seminarie oprichten in Losonc (1925), waar op het oogenblik de gewone dominees, als privaat-docenten, college geven aan de studenten. In dit gebied waren er vóór den wereldoorlog 2 gereformeerde middelbare scholen, maar de Tsjechische Staat heeft beide inrichtingen aan zich gelrokken. Het getal der lagere scholen, die in het bezit van de Hongaarsche Gereformeerde kerken zijn, bedraagt 255, maar van zeggenschap over eigen scholen is eigenlijk geen sprake, want, hoewel de kerken eigen onderwijzers mogen benoemen, toch schrijft de staatsorganisatie met haar reglementen alles voor en bepaalt nauwkeurig het werk van die scholen naar haar ideeën. Maar het getal der scholen is ook hier niet voldoende, en de Tsjechische staat handelt in dit opzicht evenals de Roemeensche Staat: hij weigert toestemming te verleenen tot oprichting van nieuwe lagere scholen; het mag een bizonder groot voorrecht heelen, dat aan de Hongaarsche Gereformeerden 3 jaren geleden werd toegestaan het bouwen van een Kweekschool te Komarom. Maar hel niet bezitten van middelbare scholen veroorzaakte moeilijkheden, wat niet wegnam, dat de Kerken toch zooveel mogelijk hulp boden om internaten te stichten bij de Tsjechische middelbare scholen, waar de Hongaarsche gereformeerde leerlingen kunnen wonen en waar ze dagelijks verkeeren en leven naar de gereformeerde beginselen.

In de vele moeilijkheden gevoelen de Hongaarsche Gereformeerde Kerken haar groote taak in Tsjecho-Slowakije, waarvan zij weten, dat God hun die op de schouders gelegd heeft. Met het wapen der Schrift trachten zij eenerzijds de eigen kerkleden te bewaren voor den in Tsjecho-Slowakije grooten invloed hebbenden bolsjewistischen geest, anderzijds te strijden tegen dien geest ook buiten haar muren; en ze pogen in het bizonder onder de Slowaken het Evangelie te verbreiden. Als vrucht van dit werk verscheen de vertaling van den Heidelbergschen Catechismus in de Slowakische taal en is men momenteel bezig met de vertaling van de Psalmen.

Laten we tenslotte een blik werpen op Joegoslavië. Als we een vergelijking mogen maken, zijn de Hongaarsche Gereformeerden hier in de moeilijkste omstandigheden. Ze zijn in getal hier niet zoo veel, in het geheel 42.000, in één district georganiseerd, bestaande uit 53 gemeenten. Zij hebben met dezelfde moeilijkheden te kampen als onze kerken in Roemenië en Tsjecho-Slowakije. Daarbij komt, dat zij noch een Tlieol. School, noch middelbare scholen hebben, en van de 72 lagere scholen, welke ze vóór den wereldoorlog hadden, bleven slechts 2 over, want de Joegoslavische Slaat nam de overige weg. De theologische studenten mogen in Hongarije niet studeeren naar de orde van den Joegoslavischen Staat. Daarom moeten ze hun geheele studie in andere landen volbrengen. Op het oogenblilc studeeren 7 studenten aan verschillende buitenlandsche scholen.

Miettegenstaande al deze bezwaren, doen zij wat ze kunnen en zijn reeds zoover gevorderd, dat ze, terwijl de armoede en ellende haar ten zeerste drukt, naar het voorbeeld der Hongaarsche Gereformeerde Kerken in Tsjecho-Slowakije, een Croatische vertaling van den Heidelbergschen Catechismus hebben uitgegeven.

Tot zoover ons overzicht. Doumergue, de Fransche theoloog, schrijft in zijn „La Hongroie Calvinisle", dat, de Hugenoten uitgezonderd, geen Geref. Kerk zulk een lijdensgeschiedenis doorgemaakt heeft als de Hongaarsche. Voor onze broeders, die op het oogenblik onder de Roemeensche, Tsjechische en Joegoslavische heerschappij leven, wordt deze lijdensgeschiedenis voortgezet, waarbij misschien wel geen doodvonnissen of veroordeeling tot de galeien zullen voorkomen, zooals vroeger, maar wezenlijk blijft dit hetzelfde: het bedoelt namelijk de verwoesting. Doch dit laatste is geenszins bedoeld als een klacht; want wij welen, dat God regeert en Christus is de triumfeerende Koning van Zijn Kerk.

M. Gal.

Naschrift. Den schrijver van dit artikel, die thans te Kampen, na beëindiging van zijn studie in het buitenland, theologie studeert, danken we zeer voor dit instructieve artikel. De kolommen van ons blad blijven openstaan voor artikelen, die het meeleven met de Hongaarsche Gereformeerden bevorderlijk kunnen zijn.

Redactie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's