UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN
Steeds verder.
De doorwerking van de staatkundige beginselen, die Üiinis in Midden-Europa overheerschen, gaat liog steeds verder. Zooals het koninlmjk der hemeleiT in zijn groei te vergelijken is met; ©en zuurdesem, die al verder dóórwerlct, zoo tracht ook d'e antichristelijke macht haar invloedssfeer gestadig uit te breiden. Enkele gegevens van den laatsten lijcl mogen ter illustratie van het gezegde dienen. Het is nu zoo ver gekomen, dat buitenlandsche predikanten niet meer in de Duitsche godsdienstoefeningen mogen voorgaan. Door dit verbod worden de gemeenten in de graafschap Bentheim getroffen in de contact-mogelijkheden, die het verband met de Gereformeerde Kerken in Nederland haar tot nu toe geboden heeft. De synode dezer gemeenten heeft ©en bespreking over dit onderwerp aangevraagd, doch dit verzoek werd .afgewezen. Wel is aan deze gemeenten nog toeöestaan, één Zondag per maand een godsdienstoefening te houden in de HoUandsche taal, zooals tot voor eenigen tijd gewoonte was in alle kerkdiensten.
Niet minder ernstig zijn de pogingen, die van staatswege worden aangewend om de jeugd geheel te winnen voor de partij. Ook hierin blijkt het streven om aan de ouders hoe langer hoe meer het toezicht op hun kinderen in politiek opzicht te ontnemen. De school wordt thans geleidelijk veranderd in een staatsschool, die van en voor de gemeenschap dient te zijn. Vroeger werd de taktiek gevolgd, dat in de verschillende streken een (dikwijls plotseling afgekondigde) volksstemming werd gehouden over de inrichting van het onderwijs. Thans gaat men anders te werk. R.katholieke en evangelische scholen worden nu eenvoudig samengevoegd; protestantsche onderwijzers worden naar roomsch-katholieke scholen verplaatst en omgekeerd. Het godsdienstonderwijs wordt vooralsnog afzonderlijk gegeven naar verschillende confessie, maar het is te verwachten, dat het mettertijd zal worden vervangen door een uniform „godsdienst-onderwijs" in den trant van de religie der Duitsche christenen. Van een christelijke school zooals wij die kennen is natuurlijk geen sprake meer. In Augustus j.l. is het verband van evangelische schoolgemeenten op bevel van hooger hand opgeheven, terwijl het orgaan van dit verband voortaan niet meer verschijnen mag. Daarmee is het voor de ouders practisch onmogelijk geworden, nog eenigen invloed op het onderwijs uit te oefenen. Als grond voor dezen maatregel werd opgegeven, dat de voorstanders van een christelijke school in hun redevoeringen staatsgevaarlijke iiitlatingen hadden gedaan. Het begrip „staatsgevaarlijk" is nog steeds voor verruiming vatbaar. De verplichte arbeidsdienst is natuurlijk ook een machtig wapen in de hand van een regeering, die het volk in een bepaalde richting wil opvoeden en daarbij van soiivereiniteit in eigen kring niet weten wil. In dozen dienst schijnt het voor de christenjongemenschen nog moeilijker te zijn, aan hun belijdenis vast te houden, dan in het leger het geval is. Veelal worden zij in den arbeidsdienst systematisch teruggehouden van kerkbezoek. Hierbij is natuurlijk ook te denken aan het optreden van regeeringszijde tegen confessioneel© jeugdvereenigingen. Ook in dit opzicht zal niet voor maatregelen als opheffing en verbod worden teruggedeinsd, zooals die thans reeds verschillende malen zijn toegepast. Wie de macht wil handhaven, zal voor consequenties komen te staan, die dit systeem van staatsheerschappij onafwijsbaar met zich meebrengt.
Duidelijk komt dit ook uit bij de toepassing van de sterilisatiewetten. De handhaving daarvan geschiedt op onverbiddelijk strenge wijze. Zelfs het aanvoeren van gewetensbezwaren blijft zonder resultaat. Wanneer zich symptomen openbaren van een erfelijke ziekte, wordt in meerdere gevallen bij rechterlijk vonnis de sterilisatie gelast. Ook het feit, dat de daarvoor noodige operatie volstrekt niet zonder gevaar is, heeft toch geen invloed op de doorvoering van deze sterilisatie-wetten. Van staatswege wordt hier dus het Schriftwoord in toepassing gebracht, dat een kwade boom geen goede vruchten voortbrengen kan...
Het zal voor belangstellende gereformeerden duidelijk zijn, dat dit staatsbewind de tweede wetslafel wil handhaven met een macht, die onwettig is. Aan de kerk wordt het hiernamaals en de eerste wetstafel overgelaten. Terrein-verdeeling dus. Maar de Schrift kan niet gebroken worden, dus de wel ook niet. Wanneer niet staat èn kerk zich onvoorwaardelijk buigen voor het gezag van God en den inhoud van Zijn Woord, zal de geschiedenis voor den geloovige de funeste werking toonen van alle theorieën, die voor dit Schriftgezag in de plaats worden gesteld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1938
De Reformatie | 8 Pagina's